Miasmah Label Night (Concert Recensie)

Energiehuis, Dordrecht – 10 oktober 2015

11039847_1001002489996648_7911172010213466156_nHet in Berlijn gevestigde label Miasmah is in 2006 opgericht door de Noorse musicus en componist Erik K. Skodvin en specialiseert zich in het genre dat we meestal aanduiden als dark ambient. Dromerige muziek waarin elektronica een belangrijke plaats inneemt, maar waarin ook gebruik wordt gemaakt van akoestische instrumenten. En ja, het is over het algemeen geen muziek waar je nu geweldig vrolijk van wordt. De kleur in de muziek bestaat meestal uit meerdere tinten zwart.

Onder de artiesten die op Miasmah werk uitbrengen, vinden we onder andere: James Welburn, Andrea Belfi, Eric Thielemans, Gareth Davis & Frances-Marie Uitti, Kaboom Karavan, Simon Scott, Rafael Anton Irisarri, Kreng, Greg Haines en Skodvin zelf, die werkt onder het alias ‘Svarte Greiner’.

Voor deze labelnight, georganiseerd door Fluister, was, naast Skodvin zelf, het Kreng Trio uitgenodigd, evenals Simon Scott en James Welburn. Helaas was Kreng, alias van Pepijn Caudron, ziek waardoor we het splinternieuwe Kreng Trio niet aan het werk konden zien. De twee andere leden: slagwerker Eric Thielemans en basklarinettist Gareth Davis verweesd achterlatend. Skodvin wierp zich echter op om Caudron te vervangen. We kunnen over beide, in elkaar overlopende sets, kort zijn: het kwam niet van de grond. Nog de solobijdrage van Svarte Greiner, nog het gemankeerde trio. Svarte Greiner op cello is niet echt een succes. Hij doet er een aantal leuke dingen mee, waarbij hij zijn strijkstok meer over het instrument beweegt dan over de snaren, maar echt subtiel is het allemaal niet en echt veel toevoegen doet het ook niet. Zijn korte intro naar de trio set toe op gitaar is wat dat betreft een stuk beter en levert een lang uitgesponnen soudscape op. Thielemans en Davis zijn uitstekend aan elkaar gewaagd en vooral Davis laat hier zijn basklarinet gevoelig janken, gieren en piepen. Maar Skodvin kan het allemaal niet bijbenen en is duidelijk niet gewend om te improviseren. Een duo optreden van Thielemans en Davis was dus beter geweest.

Het concert dat Simon Scott verzorgt na de pauze is helaas niet veel beter. Het begint veelbelovend met mooie veldgeluiden uit de omgeving van Cambridge (UK) waar Scott woont, die hij gebruikt als basis voor mooi akoestisch gitaarspel waar de folk krachtig doorheen klinkt. Vervolgens stapt Scott echter over op elektronica waarbij het gevoelig misgaat. De stiltes die vallen, zijn duidelijk niet gepland. Hij herpakt zich weliswaar maar het deel dat volgt is weinig verrassend en teleurstellend voor iemand van zijn kaliber.

Gelukkig maakt de set van James Welburn veel goed. Samen met Slagwerker Brage Tormaenen zet deze bassist een snoeiharde en intens duistere set neer. Subtiel is dit allerminst, maar wel zeer overtuigend. Het tandem dendert reeds in ‘Naught’ als en zware vrachtwagen over het publiek heen. Welburn trekt een overweldigende muur van basklanken op terwijl Tormaenen de luisteraar geselt met zijn ritmische patronen. Het is koortsachtige en stevig vibrerende muziek die hier wordt geproduceerd. Ook in ‘Peak’ en ‘Shift’, twee zeer ritmische en meeslepende nummers weet Welburn zijn boodschap over te brengen. Jammer is overigens wel dat hier achter het drumstel niet Tony Buck zit, waarmee Welburn zijn album ‘Hold’ opnam, maar Tormaenen. Tormaenen doet het prima, maar de wijze waarop Buck de ritmische patronen op het album ontvouwt, kent nu eenmaal zijn gelijke niet.

Beluister hier ‘Naught’: