Transit Festival – Deel 2(Concert Recensie)

STUK, Leuven – 28-30 oktober 2016

14732325_1245766098779991_2276673707873831131_n
Foto: Mark Rietveld

Festivals zijn natuurlijk uitstekende plekken voor de luisteraars om nieuwe muziek te ontdekken, maar dat is niet het enige waar zij hun meerwaarde aan ontlenen. Ze bieden ook een broedplaats en een gelegenheid om elkaar te ontmoeten. Zo biedt het grote aantal componisten dat hun premières komt beluisteren, komt toelichten en dat met elkaar en het publiek in debat gaat een absolute meerwaarde aan een festival als dit. En aangezien Transit gaat over de muziek van deze eeuw, die nog maar zo jong is, geeft het ons ook een prachtige blik op waar componisten van nu mee bezig zijn.

h-enno-poppe
Enno Poppe

En daar zijn wel een aantal lijnen in te ontdekken. Zo zijn sommige componisten meer geïnteresseerd in de aard van de klank of de structuur van hun stuk, terwijl anderen met hun muziek ook een boodschap proberen over te brengen of zich op zijn minst door al dan niet actuele zaken laten inspireren. De twee hommages aan Brewaeys van Redhead en Van Parys zijn goed onder de eerste categorie te scharen, maar ook een stuk als ‘Quirl – Study in Self-Similar Rhythms van Brian Ferneyhough dat in al zijn complexiteit meesterlijk door Ian Pace wordt vertolkt. Een goed voorbeeld van deze richting is ook ‘Buch’, het nieuwe strijkkwartet van Enno Poppe, een opdrachtwerk van November Music, dat gespeeld wordt door Quatuor Diotima. In dit stuk verkent Poppe in wezen het fenomeen strijkkwartet en bij het componeren had hij met name het kwartet van Pierre Boulez in gedachten, ‘Livre pour Quatuor’ Hij zegt over dit stuk in relatie tot zijn eigen kwartet: “Hoewel ik me al twintig jaar op dit stuk toeleg, heb ik de sleutel nog steeds niet gevonden. ‘Buch’ is die sleutel zeker niet, maar veeleer een zoektocht en een diepe buiging. Het is opgedragen aan Quatuor Diotima.” Poppe tast in dit relatief lange stuk de mogelijkheden van het kwartet af en presenteert als het ware een serie sferische momenten. Met onder andere een ongenaakbare ritmiek in het eerst deel, een prachtige bijna klagelijke dialoog tussen de eerste viool en de rest van het kwartet in het tweede deel – onwezenlijk klinkend maar met humor – en korte, bijna nerveuze strijkbewegingen in het derde deel. Bijna onheilspellend klinkt het kwartet hier. Bijzonder is ook het laatste deel dat vooral ingetogen klinkt en besluit met weemoedige solo’s op de altviool en de cello. ‘Ballerina’ van Oscar Bianchi, een stuk voor elektrische gitaar en elektronica en dat op zondag wordt uitgevoerd door Nico Couck past eveneens in dit rijtje. Voor dit stuk koos Bianchi ervoor om het in nauwe samenspraak met Couck te componeren en de gitarist te betrekken bij het creatief proces. In de inleiding beschrijft Bianchi zijn rol dan ook meer als een regisseur dan als een traditioneel componist. Het is een mooi gegeven maar leidt in het geval van ‘Ballerina’ helaas niet tot een sterk stuk. Weliswaar bevat het mooie momenten waarin Bianchi, Couck alle registers van zijn gitaar laat opentrekken, maar het heeft tegelijkertijd iets te veel het effect van een omgevallen displaykast. De onderlinge samenhang ontbreekt nagenoeg volledig.

Composer, Randy Gibson
Composer, Randy Gibson

Componist Randy Gibson is op een geheel andere wijze geïnteresseerd in structuur. Deze leerling van La Monte Young focust in zijn werk op één enkele set van harmonieën wat hij ‘The Four Pillars’ noemt, vier types intervallen. Het begrip 27:28 symmetrie in de titel verwijst dan ook naar de set van toonhoogten uit die ‘Four Pillars’ die de muzikanten van ChampdAction spelen. In ‘Apparitions of The 27:28 Symmetry under The 72:81:88 Differential Cirrus in a setting of Quadrilateral Strafield Symmetry PAVS(3) 2:7:154’ weeft Gibson in 77 minuten een grenzeloos klankweefsel. Wat we horen bestaat in de kern uit een strakke monotone, via elektronica voortgebrachte drone als basis waar de zes muzikanten – twee cellisten, twee klarinettisten en twee saxofonisten – op variëren. Het geheel levert, dankzij de gebruikte harmonische structuren een hallucinerende ervaring op, die overigens versterkt wordt door de projecties van qua vorm zeer geleidelijk veranderende spiralen. Het is een aparte gewaarwording, als je kijkt naar de tekeningen. Je ziet ze bijna niet veranderen, maar als je even je blik eraf laat gaan en enige seconden later weer kijkt, is het ineens anders.

651413Verhalen, grote en kleine, blijven voor veel andere componisten nog steeds een belangrijke inspiratie. Soms getuigend van maatschappelijk en politiek bewustzijn, soms ook heel persoonlijk gericht, verwijzend naar het eigen leven en de eigen geschiedenis. Een goed voorbeeld van een componist met een verhaal is Stefan Prins. Trio Accanto brengt op zaterdagavond ‘Mirror Box (Flesh + Profhesis #3)’. Prins’ stuk uit 2014 dat naderhand verder werd uitgewerkt voor het Nadar Ensemble en dat dit jaar nog te zien was op het Holland Festival. Prins is in hoge mate geïnteresseerd in techniek en hoe dat van invloed is op de mens. Hij ziet daar zeker de positieve kanten van in maar is tevens kritisch en laat ook zien dat techniek een geheel andere kant heeft. Zo gaat het huiveringwekkende ‘Generation Kill’ bijvoorbeeld in op het met drones op afstand kunnen bombarderen. ‘Mirror Box’ ontleent zijn titel aan een apparaat dat wordt gebruikt om fantoompijn te bestrijden. Fantoompijn, het is de ultieme illustratie van de illusie. Een lichaamsdeel dat er niet meer is, kan immers onmogelijk pijn doen! Prins gebruikt het als metafoor voor een tijd waarin niemand meer weet wat echt is en wat fantasie en waarin, door de nog steeds toenemende invloed van de media, die scheidslijnen alleen nog maar verder vervagen. Gebruikt hij hiertoe in ‘Mirror Box Extensions’ theatrale middelen om dit gegeven letterlijk te verbeelden, in deze oerversie moeten we het doen met louter muziek. Maar de kracht van Prins is dat je voelt dat er iets aan de hand is. Ook als je het verhaal erachter niet kent, en volgens Prins is dat ook niet echt nodig, voel je dat het ergens over gaat. De bij tijd en wijlen verontrustende, vreemdsoortige en heftige geluiden zeggen genoeg.

Beluister hier de uitvoering van ‘Mirror Box (Flesh + Profhesis #3)’ door Trio Accanto

Trevor Bača toont in ‘Spiel der Dornen’ eveneens maatschappelijke betrokkenheid. Een belangrijk uitgangspunt voor zijn compositie vormt het gebruik van prikkeldraad. Het maakte in de geschiedenis van de VS kolonisatie mogelijk. Door het zetten van omheiningen was het mogelijk bezit af te bakenen en vee te houden. Maar dieren, zo stelt Bača, werden uiteindelijk mensen in concentratiekampen. Ook in de VS waar aan het einde van de Tweede Wereldoorlog duizenden Japanse Amerikanen vast zaten in Californië. ‘Spiel der Dornen’ is een compositie voor akoestische gitaar en wordt hier gespeeld door Nico Couck. Vooral het tweede deel blijft hangen waarin Couck ritmisch klopt op de kast en de snaren. Eerst zacht en ingetogen, maar gaandeweg steeds sneller en krachtiger.

Transit maakte het de luisteraar dit jaar niet gemakkelijk. Het merendeel van de composities had een hoge mate van abstractie en lag allesbehalve gemakkelijk in het gehoor. Regelmatig had je als luisteraar het gevoel dat er meerdere luisterbeurten nodig zijn, wat helaas natuurlijk niet gaat. Maar er viel desondanks veel te ontdekken en te genieten, waarbij de combinatie van concerten, inleidingen en interviews uitstekend werkt. Op dus maar naar editie 2017.