Louis Andriessen – De Materie (Concert Recensie)

TivoliVredenburg, Utrecht –  6 april 2017

louis-andriessen-foto-francesca-patella
Foto: Francesca Patella

‘De Materie’ is zonder meer één van de belangrijkste werken uit het omvangrijke oeuvre van Louis Andriessen en daarmee tevens een hoogtepunt in de Nederlandse hedendaagse muziek. Het stuk, dat Andriessen in 1989 voltooide, na er in 1981 mee begonnen te zijn is geen opera, er zit namelijk geen handeling in het stuk, maar is wel tot het genre muziektheater te rekenen. Zang, van zowel solisten als koor, maakt een belangrijk deel uit van dit werk en het stuk bezit zeker ook een dramatisch element.

Dat het nu weer hernomen wordt door Asko|Schönberg, aangevuld met studenten van het Koninklijk Conservatorium, die ook de koorpartijen voor hun rekening nemen en een viertal solisten onder leiding van Reinbert de Leeuw is dan ook niet meer dan terecht. Dat het stuk niet vaker te horen is, is echter ook zeer begrijpelijk want Andriessen schrijft een behoorlijke bezetting voor en die is in tijden van schaarste natuurlijk niet zo maar bij elkaar te krijgen.

De Materie is op het eerste gezicht een wat vreemd stuk. Het valt uiteen in vier delen die ogenschijnlijk weinig tot niets met elkaar te maken hebben. Qua inhoud baseerde Andriessen zich op bestaande teksten van zeer uiteenlopende aard. Van het zogenoemde ‘Plakkaat van Verlatinghe’ waarmee de Nederlanden in 1588 afscheid namen van de Spanjaarden tot een visioen van mystica Hadewych en van bouwinstructies uit het handboek voor Scheepsbouw tot de afscheidsmonoloog van Marie Curie na het overlijden van haar man Pierre. En toch, er is wel degelijk een rode draad. Wat al die figuren die Andriessen ten tonele voert met elkaar gemeen hebben is dat ze gedreven worden door passie en hartstocht. En allen kennen het gevoel van euforie als een mijlpaal gehaald wordt, als een doel bereikt is. Allen weten wat het leven de moeite waard maakt. En om hun doel te bereiken, hebben ze veel over, heel veel. Of het nu gaat om de Nederlanden als natie in 1588, om Marie Curie bij haar wetenschappelijke werk, of om Hadewych in haar liefde voor Christus, die passie valt niet te ontkennen.

plakkaet_van_verlatinghe-jpgc230df7c1d4cfd9516baefefc147374c
Het Plakkaat van Verlatinghe

Het begrip ‘materie’ moet bij Andriessen dan ook breed worden geïnterpreteerd. Het grondwoord van materie is mater, wat zoveel betekent als moeder. En het woord materie valt dan ook te vertalen als ‘dat waaruit iets bestaat’. Of met andere woorden wat de mens zijn bestaansrecht geeft. Een element wat hiermee samenhangt is dat de mens om dingen te verwezenlijken de ander nodig heeft. Of zoals Hadewych het uitdrukt toen ze contact had met Christus: “Hierna bleef ik verenigd met mijn Liefste, ik versmolt met Hem en mij bleef niets van mijzelf over.” Of de slotwoorden van Marie Curie, waar ‘De Materie’ mee eindigt: “Overdag ben ik aldoor in het laboratorium bezig. Ik zou niet weten waaraan ik nog enig plezier zou kunnen beleven, behalve misschien wetenschappelijk werk – en ook dat niet, want als ik resultaat zou boeken, zou ik het onverdraaglijk vinden dat jij er dan niets van weet.”

Muzikaal is ‘De Materie’ eveneens een zeer divers werk en ieder van de vier delen heeft zijn eigen sfeer, passend bij het subthema. In het eerste deel, ‘over de atomische aard van de materie’ vinden we drie teksten. Het eerder genoemde Plakkaat van Verlatinghe, het handboek voor scheepsbouw en de ideeën over het begrip materie die de wetenschapper Gorlaeus, ofwel David van Goorle in 1651 uitte in ‘Idea Physicae’. De eerste twee worden gezongen door het koor, de derde door een solist, hier de uitstekende tenor Georgi Sztojanov. De muziek in dit deel is heftig, pulserend, zinderend en zeer kenmerkend voor Andriessen. Een hoogtepunt is het slagwerk op houten kisten, de scheepsbouw weergevend. Deel 2 is zowat het tegenovergestelde. Hier draait het om de tekst van Hadewych. Prachtig vertolkt dor een zich volledig inlevende Kristina Bitenc. De muziek versterkt de dramatiek in deze scene op grootse wijze en geeft kleuring aan dit gewijde moment. Maar Andriessen doet hier nog iets anders, wat op meer plekken in ‘De Materie’ aan de orde is en dat we ook in andere stukken van hem herkennen. Hij laat basklarinetten en een contrabasklarinet geluiden produceren die hier een dissonant vormen en die het aardse, banale symboliseren ten opzichte van het hemelse.

neyfhb2d2urjbd63obsjj5rc
Marie Curie

Iets soortgelijks doet hij in het derde deel, dat de ondertitel ‘De Stijl en de beginselen der wiskunde’ draagt. In dit deel voert Andriessen Piet Mondriaan ten tonele en dan met name zijn liefde voor dansen. Het geeft de componist de mogelijkheid om zijn liefde voor jazz en andere populaire muziek in te zetten. Een funky basgitaar,twee baritonsaxen en twee drumstellen zijn dan ook belangrijke instrumenten in dit deel. En natuurlijk die piano, opgesteld achterin de zaal, die een boogie woogie speelt terwijl de spreekstem ritmisch memoires voorleest van mevrouw van Donselaer over Mondriaan. Andriessen zal hier dan ook ongetwijfeld Mondriaan’s beroemde schilderij uit zijn Amerikaanse periode in gedachten hebben gehad, ‘Victory Boogie Woogie’. In het vierde deel zingt het koor een liefdesgedicht van Willem Kloos en leest de spreekstem tot slot die eerder genoemde afscheidswoorden van Marie Curie. Muzikaal is dit een bijzonder deel. Het begint met slagen op de vibrafoon, ondersteund door harp en keyboards. Het klinkt als een klok, in een bijna monotone cadans. Gaandeweg neemt het echter in kracht en heftigheid toe, extatisch culminerend in dat gedicht van Kloos. Dan volgt de monoloog, slechts enige keren onderbroken door vreemd klinkend slagwerk, alsof er iets kapot scheurt, de intense pijn en het verdriet van Marie Curie verklankend. Na die monoloog klinkt dat nog één keer, verhevigd. En dan is het gebeurd.