Radio Filharmonisch Orkest – Messiaen / Bruckner (Concert Recensie)

Concertgebouw, Amsterdam (Zaterdagmatinee) – 20 mei 2017

Tijdens de Salzburger Festspiele van 2014 gaat het tweede pianoconcert van de Duitse componist Wolfgang Rihm in première. Voor de uitvoering tekent het Gustav Mahler Jugendorchester onder leiding van Christoph Eschenbach met Tzimon Barto als solist. De man waar Rihm dit concert aan opdroeg. Eschenbach en Barto zijn er tijdens dit Zaterdagmatinee wederom, nu met het oog op de Nederlandse première van dit concert. Maar al wat er klinkt deze middag, niet Rihm’s tweede pianoconcert.

Als de eerste noten klinken van ‘Les Offrandes oubliées’ een vroeg werk van Olivier Messiaen weten we nog van niets. Het Radio Filharmonisch Orkest brengt dit stuk, dat de ondertitel ‘Symfonische meditatie’ draagt, met veel flair en schept verwachtingen voor wat komen gaat. Dit stuk wortelt weliswaar nog stevig in de traditie en heeft nog niet die typische kenmerken waardoor Messiaen later zo beroemd zou worden maar het is een mooi stuk. Gedrenkt in het geloof, vanzelfsprekend want Messiaen was in 1931, hij is dan 23, al een zeer overtuigd katholiek. Het stuk gaat dan ook over wat we de transsubstantiatie noemen, het veranderen van Jezus lichaam in brood en bloed in wijn tijdens het avondmaal. Het stuk valt in drie delen uiteen en begint met ‘La Croix’ waarin Messiaen met lange, intense lijnen het drama schetst. Het tweede deel ‘La Péché’, oftewel de zonde komt letterlijk als een donderslag bij heldere hemel. Zelden zo’n abrupte overgang gehoord. Het dondert en bliksemt bij het Radio Filharmonisch en Eschenbach laat het podium trillen. het derde deel ‘L’Euchariste’, dat avondmaal, klinkt delicaat en ingetogen, met serene klanken van de strijkers.

En dan is het tijd voor de ombouw. Een deel van het podium wordt vrijgemaakt om de piano die zich onder het podium bevindt via een hydraulische lift naar boven te halen. Maar, zo wordt na enige minuten wel duidelijk, eindeloos drukken op de afstandbediening levert allesbehalve het gewenste resultaat. En na een serie vruchteloze pogingen wordt ons verteld dat de zevende symfonie van Anton Bruckner, geprogrammeerd voor na de pauze en Rihm’s pianoconcert van plaats in het programma zullen wisselen. Maar ook dat wordt geen succes. Want als het complete orkest er klaar voor is, blijkt de paukenist, die voor de pauze niet nodig is, er nog niet te zijn. Hilariteit bij het publiek alom. Dan toch maar pauze. Twintig minuten later komt de definitieve mededeling. De lift doet het niet meer en de piano blijft waar hij is. Met Barto is gesproken en hij komt een andere keer alsnog het stuk uitvoeren. Tja, een ongeluk ligt in een klein hoekje.

Bruckner achtervolgd door zijn critiici, door Otto Böhler.
De muziek van Anton Bruckner hoort natuurlijk helemaal niet thuis in deze blog, gewijd als hij is aan nieuwe muziek. Want hoe prachtig diens muziek ook is, vernieuwend was hij niet en is hij niet. Bruckner was een echte, onvervalste romanticus en zijn zevende symfonie, stammend uit de eind jaren ’80 van de negentiende eeuw, is een sprekend voorbeeld van een muzikale stijl die op dat moment op zijn absolute hoogtepunt is beland. Bruckner was een laatbloeier en zijn leven als componist nam pas echt een aanvang nadat hij in 1863 ‘Tannhäuser’ van Richard Wagner hoorde wat hem diep raakte. Bruckner werd al snel als diens navolger gezien wat hem niet door iedereen in dank werd afgenomen. Wagner had door zijn eigenzinnige manier van werken de nodige vijanden gemaakt die nu automatisch ook de pik hadden op diens jongere epigoon. Waarbij kwam dat Bruckner nu niet bepaald een toonbeeld van assertiviteit was. De zevende symfonie zou hem uiteindelijk echter wel het succes brengen waar hij al die tijd zo naar had verlangd. Op zich een bijzondere coïncidentie, want juist tijdens het schrijven van deze symfonie overlijd Wagner (13 februari 1883) en het tweede deel, het ‘Adagio’ is dan ook aan hem opgedragen. Als een requiem voor een dierbare.

Maar het moet gezegd. Het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Eschenbach zet een magistrale zevende neer en maakt het ongelukkige toeval van deze middag hiermee meer dan goed. Eschenbach haalt alles uit het orkest wat erin zit en bespeelt de emoties op sublieme wijze. En Rihm’s tweede pianoconcert houden we te goed.

Dit concert is te beluisteren via NPO4.