Dmitri Koerljandski / Boris Joechananov – Octavia. Trepanation (Concert Recensie)

Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam  (Holland Festival) – 15 juni 2017

De Russen en dictators, het lijkt wel of ze voor elkaar bestemd zijn. Na eeuwenlang zuchten onder tirannie leek er begin jaren ’90 met de val van het communisme eindelijk verandering op komst. Tot Vladimir Poetin het toneel beklom en we inmiddels weer terug bij af zijn. Componist Dmitri Koerljandski en regisseur Boris Joechananov, beide Russen en actief binnen het Stanislavsky Electrotheatre, kozen dan ook niet zo maar voor het thema dictatuur voor hun  nieuwe opera ‘Octavia. Trepanation’ die als onderdeel van het Holland Festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ zijn wereldpremière beleeft.

Joechananov toog reeds in 1989 met het thema aan het werk, toen in de vorm van een toneelstuk. Als basis gebruikte hij het klassieke Romeinse drama ‘Octavia’, dat toegeschreven wordt aan de filosoof Seneca en dat handelt over keizer Nero’s scheiding van zijn vrouw Octavia, en een essay dat de Russische revolutionair Leon Trotsky schreef in verering voor Lenin. Voor de opera kozen de beide heren nog een derde dictator, namelijk Qin Shi Huangdi. Deze eerste Chinese keizer kennen we door het enorme leger aan soldaten gemaakt van Terracotta dat hij meenam in zijn graf. Eigenlijk wilde hij echte soldaten laten begraven maar die plannen konden zijn adviseurs gelukkig bijtijds verijdelen.

Nero (sergej Malinin) en Seneca (Alexei Kochanov)

De componist Dmitri Koerljandski, die in 2003 nog de Gaudeamus Award won, maakt het ons als luisteraars met deze opera allesbehalve gemakkelijk. Om te beginnen zit er opvallend weinig handeling in deze opera van anderhalf uur. We horen een uitgebreide dialoog tussen Nero en Seneca en een serie monologen, van de geest van Agrippina (Nero’s moeder), Octavia en Trotski. Maar een echt verhaal zit er niet in. Maar het aparte en voor sommigen wellicht ontoegankelijke, zit hem in de muziek. Als basis hiervoor diende een revolutionair lied uit de Sovjet tijd, ‘Varsjavjanka’, waarvan Koerljandski louter de eerst paar maten gebruikte die hij uitrekte tot die anderhalf uur! Wat je dan overhoudt is klank, eindeloos uitgerekte klank in een microtonaal toonstelsel. Voortgebracht middels elektronica, aangevuld met allerhande geluiden van revolutionaire liederen, stemmen, klokken, in flarden. Daarnaast horen we een reusachtig koor, het terracotta leger, een soort van donkere drone voortbrengen. Zij, deze beelden zonder hoofd, symboliseren de massa die zich laat gebruiken door de dictator. Muzikale kleuring komt er van de zangers die en dat is heel bijzonder, hun teksten voor een deel in een vorm van spreektaal zingen, behalve het laatste woord, of soms het eerste, dat samenvalt met de ijle klanken van het koor en de elektronica. Trotski gaat daar op geheel eigen wijze dwars doorheen. Zijn partij is een gesproken tekst die met veel bombarie en verering wordt gebracht, volledig in stijl met de revolutie. Door het gebruik van elektronica, veldgeluiden, de microtonale stemming en de soms zeer afwijkende wijze van zingen heeft deze opera iets surrealistisch en onwezenlijk.

Trotski bij de kop van Lenin

Het past goed bij de enorme kop van Lenin op het podium. Helemaal aan het begin gaat zijn schedel open, wat we een trepanatie noemen. Lenin overkwam dit zelf na zijn dood omdat men wilde weten waaraan hij gestorven was. In deze opera krijgen we door het lichten van de schedel een beeld van de gedachten en waandenkbeelden van de dictator, onder andere gesymboliseerd door vulkaanuitbarstingen en vlammenzeeën. Aan het eind van de opera gaat het dak er weer op en zien we de koor leden zonder hun terracottaverpakking. Ze zijn weer vrije individuen geworden. Een hoopvol einde.