Christoph Schiller & Anouck Ghenton : zeitweise leichter Schneefall (CD Recensie)

Hoe klinkt langzaam vallende sneeuw? Bijna onhoorbaar dus, beperkt geluid doorsneden door stiltes. En dat is wat we dan ook krijgen in ‘Zeitweise leichter Schneefal’, een compositie van de Duitse componist Christoph Schiller, die met het gelijknamige album debuteert bij A New Wave of Jazz, het label van musicus Dirk Serries. Bijzonder want tot voor kort kwamen hier louter albums met geïmproviseerde muziek op uit die meer uit te staan hebben met jazz dan met gecomponeerde muziek al slaat Serries met zijn eigen vehicle Tonus eveneens een andere richting in.

In opener ‘Die Stille’ horen we de twee instrumenten, de spinet bespeeld door Schiller en de viool  door Anoukh Ghenton in een afwisseling van losse noten, omringd door stiltes. Of eigenlijk horen we drie instrumenten, want we horen ook de stem van Schiller. In ‘Höhe der Sonne’ zindert het dankzij lange ijle lijnen van de viool. De spinet klinkt hier licht en sprankelend als een zon in de winter, weerkaatsend op de sneeuw.

Dit is muziek die niet zo zeer een proces weergeeft, een verhaal vertelt met een duidelijk begin en einde, maar muziek die een sfeer verklankt. In dit geval die van een winterse dag. ‘Zeitweise leichter Schneefal’ past daarmee in het werk van Schiller en Ghenton die beiden sinds jaar en dag binnen deze stijl van gecomponeerde muziek actief zijn. En hun muziek vertoont daarbij zeker verwantschap met de componisten van de New York School als Morton Feldman en John Cage.

Intense muziek dus, waarbij het gebruik van stiltes spanningsverhogend werkt. Neem als voorbeeld eens ‘Ein leuchtender Saum’, een stuk dat aanvangt met een lang aangehouden noot op de viool, met een gruizige ondertoon die telkens wordt herhaald. Schiller doorsnijdt deze toon op regelmatige basis met een klank van zijn spinet en een geluid van zijn stem dat nog het meest wegheeft van een zucht. Tussen die klankfragmenten overheerst de stilte en gaandeweg dit vierde deel van deze zevendelige cyclus nemen die stiltemomenten een steeds grotere plaats in en verdwijnen die lang aangehouden noten. Het is de opmaat voor ‘Drei Nebeltagen’ waarin, en dat past natuurlijk wel bij de titel, vrijwel niets meer gebeurt.

In ‘Der Meidingersche Fullofen’ is het klankspectrum weer breder en iedere keer is het weer een verrassing om te horen welke klanken de musici een stilte laten opvolgen: een korte aanslag, een langzaam wegdrijvende noot, een lang aangehouden noot, verschillende vocale bewegingen. Alles met één doel: het creëren van sfeer. Daar slagen de twee zonder meer in. En daarmee schreef Schiller een compositie die het verdiend aandachtig beluisterd te worden.

Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: