Karlheinz Stockhausen – Aus Licht – Dag 3 (Concert Recensie)

Westergasfabriek, Amsterdam (Holland Fesival) – 10 juni 2019

‘Invasion-Explosion’. Foto’s: Ruth & Martin Walz

Als u dit leest, hebben de laatste noten van ‘Aus LICHT’ geklonken. Zonder enige twijfel het grootste project van het Holland Festival ooit. De cijfers doen ons duizelen: ongeveer 15 uur muziek, 4 jaar voorbereiding, 400 artiesten, 200 blazers, van meer dan 50 nationaliteiten en 412 kostuums. En dan hebben we het nog niet gehad over de kwaliteit, die is namelijk over de gehele linie bijzonder hoog. Zeker als we bedenken dat het hier voor een belangrijk deel masterstudenten aan het Koninklijk Conservatorium betreft, de instelling waar het oorspronkelijke idee ontstond. Hier is een nieuwe standaard voor Stockhausens meesterwerk gezet die hopelijk elders in de wereld navolging gaat krijgen.

Dag 3 kreeg als titel ‘Samenwerking & Opgaan in ruimte’ mee en behandelt vooral de muziek uit ‘Dienstag aus Licht’ en ‘Mittwoch aus Licht’. We beginnen echter met de ‘Mittwochs-Gruss’, één van de betere stukken voor elektronica die dezer dagen te horen zijn. Vooral de combinatie elektronica en zang vallen hier op. Dan treffen we één van absolute hoogtepunten van deze drie dagen: ‘Invasion-Explosion’ uit ‘Dienstag aus Licht’. Adembenemend, zowel qua muziek als qua enscenering. We belanden hier, na een elektronisch voortgebrachte, onheilspellende prelude, letterlijk tussen de strijdende partijen in de oorlog tussen de troepen van Luzifer en die van Michael, nadat die laatste het tergende gedrag meer dan zat is. Luzifer’s troepen, met als wapen de trombone – het instrument dat luzifer symboliseert, nemen het op tegen de mannen van Michael, die natuurlijk de trompet met zich meevoeren. Verder ontbreken synthesizer en slagwerk aan beide kanten niet en onderbouwt Stockhausen het geheel nog met centraal gestuurde elektronica. We horen oorlogsgeweld, zien lichtflitsen en schermutselingen en worden deelgenoot van een serie overrompelende, chaotische en indringende scènes, met een zeer dynamisch klankbeeld.  Tot twee keer toe zien we de troepen komen en dan sneuvelt Michael, Het is dat Eva opkomt, weer eens als sopraan – Pia Davila, om hem tot leven te wekken, iets dat hij gestalte geeft middels een getormenteerde solo op de bugel, hier bespeeld door Valentin François. Een prachtig duet groeit hieruit. Dan komen de troepen wederom op en wordt de strijd vervolgd, waarbij een beslissende overwinning voor één van de partijen uitblijft.

Het Nederlands Kamerkoor tijdens ‘Welt-Parlament’

Dan staat ‘Welt-Parlament’ op het programma met een hoofdrol voor het Nederlands Kamerkoor, onder leiding van Jeffrey Skidmore, aangevuld met de tenor Erik Slik en coloratuursopraan Katrien Baerts. Tussen de slagen van de voorzittershamer door horen we de leden van het koor in een ritmisch kabbelende fantasietaal. Fragiele solo’s reizen op uit de klankmist. En ook hier creëert Stockhausen weer een fascinerend kleurrijk klankweb. In dit parlement heerst een wonderlijke rust en eenheid. Maar goed welk wereldparlement vergadert over de liefde? De VN? Vergeet het maar, daarvoor moeten we bij Stockhausen zijn, die laat een parlement vergaderen over het enige thema dat er echt toe doet. ‘Orchester-Finalisten’ is net als ‘Welt-Parlament’ en het ‘Helikopter-Streichquartett’  afomstig uit ‘Mittwoch aus Licht’. Het thema dat deze dag verbindt is samenwerking en vergeving, alles plaatsvindend vanuit diverse lagen in de hemel. Zo zweven de elf musici van ‘Orchester Finalisten’ boven de aarde, hun solo’s uitvoerend, waarbij Stockhausen middels elektronische samples het gebeuren op aarde weergeeft. Zo horen we bij de altviool het geluid van een trein, bij de fluit het geluid van spelende kinderen – mooi hoe dit met elkaar samenvalt en bij de trombone het geluid van olifanten. Daar gaat het er sowieso bijzonder aan toe met de lange muzikale lijnen. Bijzonder klinkt ook de tuba, een nasaal, snerpend geluid producerend. Aan het eind klinken alle solo’s tegelijk, een bonte kakofonie aan klanken, eindigend met dat van de fluit die iedere keer nog net een toon hoger weet te komen.

Een verhaal apart is het ‘Heilikopter-Streichquartett, dat gespeeld wordt door het geheel uit vrouwen bestaande Pelargos Quartet, voormalige studenten van het Koninklijk Conservatorium, waarbij de vier leden ieder spelen vanuit een helicopter tijdens een vlucht, daarbij interactererend met het ritme van de rotorbladen. Het geheel begint rustig en neemt allengs in snelheid toe gedurende het opstijgen, een proces dat Stockhausen omgekeerd herhaald bij de landing. Tussen die twee momenten in horen we melodische patronen en opvallend samenspel. Opvallend, omdat de vier elkaar niet kunnen horen en het dus louter moeten hebben van de timing. Het is niet het beste stuk voor strijkkwartet, maar vanwege deze setting natuurlijk wel heel bijzonder en het is prachtig om live mee te maken, zeker als je bedenkt dat dit slechts één keer eerder in Nederland gebeurde, bij de première in 1995.

Cappella Amsterdam tijdens ‘Engel-Prozessionen’

Na wederom een lange ombouw waarin voor de zoveelste keer de stoelen van plaats verwisselen, is het tijd voor de slotfase van deze drie dagen: ‘Engel-Prozessionen’, de tweede scène uit ‘Sonntag aus Licht’ en tevens het enige stuk dat uit deze dag klinkt. Het is de laatste van de zeven  opera’s die Stockhausen componeerde, al mag je daarmee niet de conclusie trekken dat dit het slot is; Stockhausen heeft duidelijk aangegeven dat de cyclus met iedere willekeurige dag kan aanvangen. Zeven groepen engelen komen op, waarbij de zevende: de Engelen der vreugde, bestaat uit vier solisten en de andere zes ieder uit zes vocalisten. Een opgave die hier magistraal ter hand wordt genomen door Cappella Amsterdam, onder leiding van Daniel Reuss en Lodewijk van der Ree. Omdat de koren continu door de gashouder heenlopen is er meer dan één dirigent nodig. En het is een opgave, want niet alleen dit lopen door de ruimte bemoeilijkt het geheel, de akoestiek speelt eveneens een niet geringe rol en dan is er nog de compositie zelf waarin Stockhausen het hele spectrum aan mogelijke klanken van de menselijke stem inzet, van zang tot  kusgeluiden en alles wat er tussen zit. Het eindigt met veertig zangers en zangeressen in het midden, in twee groepen met de rug naar elkaar toe en aan beide kanten een dirigent. Kraakhelder en ongelofelijk zuiver begeleiden ze ons naar het einde.

Krijg hiermee nog een indruk van deze magistrale productie: