Koninklijk Concertgebouworkest – Debussy / Birtwistle / Messiaen / Ravel (Concert Recensie)

Concertgebouw, Amsterdam – 14 juni 2019

Pierre-Laurent Aimard. Foto: Marco Borggreve

De in hedendaags gecomponeerde muziek gespecialiseerde Franse pianist Pierre-Laurent Aimard heeft dit seizoen een residentie bij het Koninklijk Concertgebouworkest, iets dat hij hier afsluit met de Nederlandse première van het tweede pianoconcert van Harrison Birtwistle en ‘Oiseaux Exotiques’ van Olivier Messiaen. Onder leiding van de inmiddels fameuze dirigent Vladimir Jurowski, chef van zowel het Royal Philharmonic Orchestra als van het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, draagt het Koninklijk Concertgebouworkest andermaal zorg voor een zinderende uitvoering.

Starten doen we echter met het uit 1912 stammende ‘Jeux – poème dansé’ van Claude Debussy. Waarom deze componist een impressionist binnen de muziek wordt genoemd, is hier goed te horen. De nadruk ligt duidelijk op de klank en de orkestkleur. Daarbij liet hij zich naar eigen zeggen inspireren door Richard Wagners ‘Parsifal’. Debussy schreef het stuk voor het Ballets Russes van Sergej Diaghilev maar een succes zou het in die vorm niet worden. Het is ook veel meer een werk voor orkest, dan een ballet. Op een kaleidoscopische manier weeft Debussy hier ritmes en melodieën aan elkaar, vol onverwachte wendingen en bizarre overgangen. Niets is blijvend, alles vervliegt als de geur van een parfum. Jurowski geeft een mooi uitgebalanceerde lezing met veel oog voor alle kleuren die dit stuk in zich heeft.

‘Responses: Sweet disorder and the carefully careless’ is de titel die Harrison Birtwistle gaf aan zijn tweede pianoconcert, geschreven voor Aimard. Het stuk lijkt wel wat op ‘Jeux’, wat niet voor niets geldt als één van Birtwistles favoriete stukken. Ook bij Birtwistle weet je nooit waar je aan toe bent en neemt de muziek op de meest onverwachte momenten een wending, een fenomeen waar het tweede deel uit de titel aan refereert. Het eerste deel, het woord ‘Responses’ verwijst naar wat we hier hoofdzakelijk horen: een spannende dialoog tussen de pianist en het orkest, waaruit direct blijkt dat Birtwistle allerminst een traditioneel pianoconcert schreef. Het is een ritmisch stuk, het ademt de geest van de dans, maar – en dat is in de geest van Debussy – dat wordt nergens echt duidelijk uitgewerkt. Zoals overigens niets echt wordt uitgewerkt. Ook deze muziek is daarvoor te vluchtig, vol dynamische passages en abrupte overgangen. Intussen gebeuren er wel schitterende dingen, speelt het slagwerk een zeer grote rol, met mooie heldere klanken; is er een prachtige dialoog tussen de trombone, met demper en de piano en later tussen de fluit en de piano en horen we schitterende klanken uit het orkest opdoemen.

Foto: Hiroyuki Ito / Getty Images

Aimard studeerde bij Yvonne Lorlot, de echtgenote van Olivier Messiaen en heeft tevens veel muziek van muziek van deze laatste gespeeld, zo nam hij het integrale ‘Catalogue d’oiseaux’ op voor Pentatone. Vanavond klinkt ‘Oiseaux exotiques’ voor piano, blazers en drie slagwerkers waarin de basis eveneens ligt bij de geluiden van vogels. Vanaf 1952, als de componist een cursus bij een ornitholoog heeft gevolgd, begint hij met het nauwkeurig waarnemen van de zang. Tevens ontwikkelt hij een methode om de klanken te kunnen noteren. Kiest Messiaen er aanvankelijk voor in zijn composities zo dicht als mogelijk bij de werkelijkheid te blijven, in ‘Oiseaux exotiques’ laat hij dit los. Het gevolg is een zeer kleurrijk stuk waarin vooral de combinaties van instrumenten opvalt: de piano en de xylofoons, de piano en de blazers en waarmee Messiaen een fascinerende klankwereld creëert. De pianopartij is Aimard op het lijf geschreven en hij speelt het messcherp en een perfecte timing. Het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Jurowski doet hier op geen enkele wijze voor onder.

‘La Valse’ van Maurice Ravel is de perfecte afsluiter voor een concert als dit. Zijn pastiche op de Weense wals waar hij zelf van zei: “Het draait fataal rond, de verklanking van duizeligheid en het voluptueuze van de dans tot het punt van uitbarsting”, krijgt hier een zinderende uitvoering. Boeiend hoe Ravel die wals hier iedere keer weer terug laat komen, terwijl het stuk steeds dynamischer wordt, zindert van passie en spanning, tot het uiteindelijk in een climax eindigt.