Diego Pinera – Odd Wisdom

Ik geef eerlijk toe dat ik een persexemplaar van het bij ACT verschenen ‘Odd Wisdom’ aanvroeg vanwege saxofonist Donny McCaslin en gitarist Ben Monder. Sterker nog, Diego Pinera, onder wiens leiding dit album gestalte kreeg, was mij volkomen onbekend. En toch woont deze uit het Zuid Amerikaanse Uruguay afkomstige drummer al weer bijna twintig jaar in Berlijn, niet zo heel ver hier vandaan. Een veelzijdig talent zo blijkt uit dit boeiende album, waarop we naast de drie hierboven genoemde musici ook nog bassist Scott Colley horen.

Volgens Pinera zelf is ‘Odd Wisdom’ een zeer persoonlijk album geworden: “It bringt together all of the sounds and rhythms that I have been working on for the past decade.” En dat blijkt een zeer divers palet te zijn, want reeds in opener ‘Clave Tune’ horen we dat Pinera een drummer is die zich niet beperkt tot de binnen de jazz gangbare ritmische structuren. Hier klinken ook duidelijk zijn Zuid Amerikaanse wortels door, zonder dat hier het etiket ‘Latin’ opgeplakt kan worden en nijgt het zo nu en dan ook zeker naar de percussie zoals die vaak in de meer experimentele muziek klinkt. Maar ondanks Pinera’s percussieve uitweidingen, klinkt dit album juist nergens bijzonder experimenteel. Integendeel, de nummers liggen uitstekend in het gehoor en zijn over het algemeen ronduit melodieus te noemen.

Diego Pinera. Foto: Gregor Hohenberg

Dat past natuurlijk ook prima bij een saxofonist als McCaslin die juist bekend staat om zijn fraaie melodische lijnen, een kwaliteit die je bij Monder eveneens terugvindt. Een hoogtepunt op het album is het langzame stuk ‘Conversation With Myself’, waarin werkelijk alles klopt. De zeer bescheiden rollen van Pinera en Colley, de fluisterzachte en innemende solo van McCaslin en verderop het ritmische duet tussen McCaslin en Monder, het maakt dit tot een prachtig stuk. Het zijn kwaliteiten waar het al even innemende ‘Space’ evenzeer aan voldoet. En het staat nergens vermeldt, maar aan het Spaans te horen is het volgens mij toch Pinera die we hier horen zingen.

Sowieso is dit over het algemeen een vrij ingetogen album, dat zijn kracht ontleent aan zorgvuldig en fijnbesnaard (samen)spel. Zelfs in een wat dynamischer stuk als ‘Mi Cosmos’ klinkt het allemaal nog steeds vrij ingetogen. Een prachtig stuk overigens, vanwege de prachtige solo van McCaslin, melodieus en experimenteel tegelijk, maar zeker ook door het slagwerk van Pinera, dat hier in een lange solo uitstekend bewonderd kan worden. Die Zuid Amerikaanse wortels van Pinera vinden we ook mooi terug in ‘De Madrugada’. De soepel geblazen solo van McCaslin past prachtig bij de dansbare ritmiek van Pinera en Colley.