Peter De Caluwe / Stéphane Renard – Opera – Passie en Controverse (Boek Recensie)

Onlangs verlengde Peter De Caluwe zijn baan als directeur van de Brusselse Muntschouwburg met een derde termijn van zes jaar. Dat hij nog bruist van energie om dit prachtige operatheater te leiden, blijkt ook uit het onlangs verschenen ‘Opera – Passie en Controverse’, verschenen bij Lannoo, waarin de journalist Stéphane Renard De Caluwe bevraagt op zijn passie, de opera en de plek ervan in dit tijdsgewricht. 

Dit welkome boekje deed me denken aan ‘(Hoe) opera werkt’, met lezingen van Pierre Audi, dat onlangs tot stand kwam naar aanleiding van het vertrek van Audi bij de Nationale Opera, een plek die De Caluwe overigens prima kent, hij werkte er zestien jaar, onder andere met Audi, voordat hij ruim twaalf jaar geleden terugkeerde naar Brussel waar het, ter vervanging van militaire dienstplicht ooit allemaal begon. De mannen delen voor een belangrijk deel een visie op opera in dit tijdsgewricht. Als geen andere kunstvorm biedt juist de opera kansen, zo stelt De Caluwe: “Het is een patrimonium dat ons – en daar ben ik rotsvast van overtuigd – kan helpen bij de uitbouw van een maatschappij op maat van de 21ste eeuw: geïnformeerd, open gastvrij, tolerant en met tal van projecten die bestemd zijn voor de brede massa.” Daar is echter wel wat voor nodig. Louter opera’s brengen is allerminst voldoende. 

Svetlana Aksenova en Bogdan Volkov als moeder en zoon in het sprookje van Tsaar Saltan. Foto’s De Munt

We komen in dit handzame, vlot geschreven en zeer lezenswaardige boekje een aantal voorwaarden tegen, wil opera die rol kunnen spelen die De Caluwe voor ogen heeft. Allereerst is er geld nodig, veel geld. Een goed functionerend operahuis dat producties maakt die er toe doen, kan niet zonder subsidies. De Caluwe is er een warm voorstander van, al was het maar om artistieke ruimte te hebben, maar ziet daarin tegelijkertijd een verantwoordelijkheid. De opera moet meer dan ooit een rol spelen in de maatschappij, thema’s die spelen zichtbaar maken, een bijdrage leveren aan het debat en bezoekers prikkelen en inspireren. Echter niet door hen louter een leuk avondje uit te bezorgen. Het hoofdstuk ‘Het publiek verleiden? Ja, maar niet tot tegen elke prijs’, zegt wat dat betreft genoeg. De Caluwe heeft een missie, zowel voor wat betreft het ijzeren repertoire als voor wat betreft nieuwe producties. Het huis gaat daarbij controverses niet uit de weg. Een goede productie weet het publiek dan ook gepast te verwarren, durft vraagtekens te plaatsen, daagt uit, zet op het verkeerde been en maakt bij de bezoeker het één en ander los.

Mijns inziens slaagt dit theater daar zeker in. Iets dat ook blijkt uit de recensies die de laatste jaren op deze blog voorbij kwamen. Een mooi voorbeeld is ‘Het sprookje van Tsaar Saltan’ van Nikolaj Rimksy-Korsakov in de regie van Dmitri Tcherniakov waar ik zeer enthousiast over was. Tcherniakov ging in deze productie bijzonder ver in zijn regie, zocht duidelijk de grenzen op. Maar het werkte hier bijzonder goed, het gaf de opera weer glans, maar bovenal zeggingskracht voor onze eigen tijd. Eenzelfde ervaring had ik met Leoš Janáček’s opera, ‘Z Mrtvého Domu’, bij ons beter bekend onder de naam ‘Uit een dodenhuis’ in de regie van Krzystof Warlikowksi en Francis Poulenc’s ‘Dialogues des Carmélites’ in die prachtige regie van Olivier Py.

Lady Macbeth (Magdalena Kozená) in ‘Macbeth Underwor’ld. Foto: Matthias Baus

Nu richten we ons op deze blog op opera’s uit ruwweg de vorige eeuw – met Richard Wagner, vanwege zijn vernieuwende benadering als uitzondering – en kunnen we dus niets zeggen over al die producties uit vorige eeuwen. De Caluwe doet dit wel. Tussen de regels door lees je dat hij het betreurt dat het leeuwendeel van alle producties al meer dan een eeuw oud is. Bekijk het programma van dit seizoen en u merkt, daar ontkomt ook de Muntschouwburg niet aan. Het is niet anders, gelukkig is er dit seizoen ook plaats voor ‘Macbeth Underworld’, die prachtige nieuwe productie van Pascal Dusapin, een productie die laat zien dat opera nog steeds springlevend is.

Mensen met een visie op deze kunstvorm zijn meer dan ooit hard nodig. De Caluwe valt daar beslist onder en in dit boekje vertelt hij er met veel enthousiasme en passie over. Absoluut een aanrader voor een ieder die geïnteresseerd is in opera.