Alban Berg – Wozzeck (Concert Recensie)

Opera Ballet Vlaanderen, Antwerpen – 1 juni 2025

Magdalena Anna Hofmann (Marie), Johan Simons en Robin Adams (Wozzeck). Foto’s: Annemie Augustijns.

Het is dit jaar een eeuw geleden dat ‘Wozzeck’ van Alban Berg in première ging en eigenlijk opvallend snel uitgroeide tot één van de meest belangwekkende opera’s van de vorige eeuw. Met deze opera, gebaseerd op de toneeltekst ‘Woyzeck’ van Georg Büchner wist Berg de luisteraar diep in zijn ziel te raken. En wie dezer dagen afrijst naar Antwerpen, of later naar Gent, waar Opera Ballet Vlaanderen een nieuwe productie in een regie van Johan Simons brengt, zal ontdekken dat deze opera, ondanks dat er een eeuw – en als we het stuk van Büchner mee rekenen twee eeuwen – verstreken is, helaas nog steeds actueel is. Niets dan lof voor deze versie, de regie van Simons werpt een prachtig licht op dit nog altijd boeiende verhaal, het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen, onder leiding van Alejo Pérez speelt gloedvol en doordringend, Robin Adams zet een voortreffelijke hoofdpersoon neer, alsof hij het zelf is en ook de andere rollen zijn opvallend sterk.

Ik zag de opera eerder in Amsterdam, in 2017 en besprak later ook de DVD van deze uitvoering, in een regie van Krzystof Warlikowkski. Het verhaal besprak ik al eerder uitvoerig en laat ik hier dus grotendeels weg. Waar Simons duidelijk in geïnteresseerd is, is het psychologische proces bij Wozzeck en hoe hij tot zijn daden komt, het vermoorden van zijn vrouw en zijn zelfmoord. Wat bewoog hem en had het anders gekund? zijn de vragen die hij zich stelt en die wij onszelf als kijkers kunnen, nee moeten stellen. Er is bij Wozzeck zeker sprake van een predispositie. Nu zouden we zeggen dat hij hypersensitief is en dat hij bovendien leidt aan schizofrene wanen, iets waar hij op geen enkele wijze behandeling voor krijgt. Zou dit nu anders zijn? We weten inmiddels veel meer over de ziektebeelden waar Wozzeck aan leidt, maar gezien de stand van de geestelijke gezondheidszorg op dit moment, vraag ik mij dit ten zeerste af. Wozzeck zou nu goed door kunnen gaan voor iemand met onbegrepen gedrag. Maar er is meer, Wozzeck behoort, zoals hij zelf zegt tot de ‘Arme Leute’ en heeft dus eenvoudig weg minder kans op adequate zorg en begeleiding. En ook dat is, al zijn we met ons allen inmiddels een stuk rijker en welvarender, nog steeds een belangrijk onderscheid. Niet alleen hebben mensen aan de onderkant van de samenleving een grotere kans om psychische problemen te krijgen, de zorg en begeleiding is ook nog eens minder goed georganiseerd. Wat daarbij niet helpt en helaas geldt dat nu ook nog steeds, is dat Wozzeck duidelijk gediscrimineerd wordt. Als soldaat wordt hij do0r zijn kapitein gepest, iets wat we nu toxisch leiderschap zouden noemen en waarvan we weten dat dit vaker voorkomt dan we met elkaar willen weten en door een arts wordt hij louter als object voor eigen gewin behandelt, overigens een prachtige rol van Martin Winkler.

Wozzeck scheert de kapitein (James Kryshak).

De vragen die Berg en voor hem Büchner stelden zijn eigenlijk: in hoeverre is iemand verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag? Welke rol speelt de omgeving? Wat is schuld en voor wie geldt die dan? En hoe zit het met oorzaak en gevolg? Een paar zaken pleiten voor Wozzeck. Hij is duidelijk ziek, iets waar hij ook niets aan kan doen, er is beslist sprake van ontoerekeningsvatbaarheid. En dan is er de invloed van zijn omgeving, mensen die hem zouden kunnen, zelfs moeten helpen, zoals zijn leidinggevende en zijn arts, doen precies het tegenovergestelde en trappen hem nog verder de vernieling in. En dan is er zijn geliefde, Marie, overtuigend neergezet door Magdalena Anna Hofmann. Zij en hun kind vormen voor Wozzeck de laatste strohalm. Marie kan het leven met Wozzeck echter niet meer aan, iets waar natuurlijk niemand begrip voor heeft. De met haar flirtende tambourmajor biedt dan een uitvlucht: vertier en een kans om het beter te krijgen. Neem het haar maar eens kwalijk. Tegelijkertijd houdt ze duidelijk van Wozzeck, tot het einde aan toe. Het grote verschil is echter dat zij nog perspectief ziet en Wozzeck niet meer. Wozzeck en dat laat Simons prachtig zien in deze regie, draait zichzelf steeds verder vast. Deels veroorzaakt door zijn psychische gesteldheid, deels door de gebeurtenissen. Tijdens die eerste twee aktes had het nog goed kunnen komen, als er maar iemand zich echt om hem bekommerd had, echt in hem geïnteresseerd was geweest. Eigenlijk tot aan dat feest aan het eind van de tweede akte, daarna is er geen weg meer terug. Marie moet dood en aldus geschiedde.

Wozzeck en Marie.

De muziek van Berg is de kracht van deze opera, dat heeft ervoor gezorgd dat deze opera zo beroemd werd. Dat in zichzelf vastdraaien van Wozzeck verklankt Berg hier op majestueuze wijze, culminerend in die moord. Wat dan klinkt is niet te beschrijven en moet je live ondergaan. Als wat daar klinkt je onberoerd laat, ben je zelf rijp voor de psychiater, dat durf ik hier wel te stellen. En wat Berg heel mooi doet is dat er dan nog drie scenes volgen. Die in de kroeg, waarbij Wozzeck zich gedraagt als die door hem zo gehate tambourmajor en waarbij hij ontdekt dat hij letterlijk bloed aan zijn handen heeft, die waarbij hij zichzelf verdrinkt in het meer en de slotscene waarin Berg ons confronteert met het kind van Wozzeck en Marie die als wees achterblijft. Een heel belangrijke scene, ook in deze regie. Want hier confronteert de componist ons met wat we nu systemische dynamiek noemen, het gegeven dat patronen worden doorgegeven naar de volgende generaties. Want waar komt de problematiek van Wozzeck vandaan? Hoe is hij opgevoed, wat heeft hij van zijn ouders meegekregen? En wat geeft hij door? Over dat laatste kunnen we wel wat zeggen. We hebben het over een onecht kind dat wees wordt, begin twintigste eeuw. Die eindigt dus in een weeshuis, waar keiharde tucht en misbruik op de loer liggen. De kans dat hij in de voetsporen van zijn vader zal treden, is niet gering. Hoezo, vrije wil en keuzes maken? En dat is wat Berg en Simons ons mee wil geven: besef dat wie je bent en wat je hebt maar voor een deel jouw verdienste, respectievelijk jouw schuld is.