Edvard Grieg – Peer Gynt (Concert Recensie)

Koningin Elisabethzaal, Antwerpen – 18 juni 2025

De strijkers van het orkest. Foto: onbekend

Natuurlijk staat het een regisseur, in dit geval Tom Goossens, vrij om zijn eigen invulling te geven aan een opera, of in het geval van Edvard Grieg’s meesterwerk ‘Peer Gynt’, ‘muziek voor theater’. En ik ga er ver in mee, hoe ver sommige regisseurs ook gaan. Soms zelfs met aanpassingen in het verhaal, zoals Ersan Mondtag onlangs nog deed bij Richard Strauss’ ‘Salome’ bij Opera Ballet Vlaanderen. Goossens gaat echter te ver in zijn regie van de concertante uitvoering van ‘Peer Gynt’, waar hetzelfde operahuis dit seizoen mee afsluit. Want je mag overal aankomen, maar niet aan de muziek en de wijze waarop de componist zijn verhaal middels muziek vormgeeft. Een wet die Goossens met voeten treedt, knap hoe hij dit meesterwerk vakkundig de nek omdraait. De prestaties van het Symfonisch Orkest en het Koor van Opera Ballet Vlaanderen, onder leiding van James Hendry, respectievelijk Joris Derder doen daar helaas niets aan af.

Waar in het originele stuk de hoofdpersoon Peer Gynt de leidende figuur is, die regelmatig door Grieg middels een spreekstem wordt opgevoerd, maar nauw verweven in het spel van solisten, koor en orkest, daar voert Goossens de Vlaams sprekende moeder van Peer op, ik wist niet dat hij die had, Peer zelf waarschijnlijk ook niet. Laat ik niets af doen aan de kwaliteiten van Tania Van der Sanden, ik ken haar verder niet, maar in dit stuk is zij totaal niet op haar plek. Haar reken ik het niet aan, Goossens wel. Goossens maakt van dit  sprookje, met ik geef het toe, een wel heel erg oubollig verhaal, een persiflage. Waar het Grieg ernst is, behoren wij te lachen. Iets dat mij overigens maar niet wil lukken. Laat ik een paar voorbeelden noemen. Na de briljante ouverture, prachtig gespeeld door het orkest, dat overigens gedurende het gehele concert uitstekend op dreef is en onder leiding van een enthousiasmerende Hendry gelukkig veel goed maakt, komt ons moeke op. En gaat als een eersteklas cabaretier in gesprek met de eerste violist. Natuurlijk over haar zoon en de bruiloft van Ingrid, het meisje dat zij in gedachten had voor haar zoon Peer, maar die dat niet zag zitten. In plat Vlaams, zodat ik de helft niet kan verstaan – dat ligt natuurlijk aan mij, dat weet ik – Peer is tenslotte van eenvoudige komaf, dus in die zin klopt dat wel. Een tweede voorbeeld zit veel verder in het stuk. De dialoog tussen Anitra en Peer wordt er één tussen Anitra en de moeder van Peer, een dialoog die werkelijk nergens over gaat, in tegenstelling tot het originele verhaal, dat hier dus volledig misvormd wordt.

Eens, het verhaal van Peer Gynt kan niet meer in onze tijd. Het is een vreemdsoortig sprookje, met een voor halverwege negentiende eeuw typische kijk op de Islam – Peer belandt tijdens zijn reizen in Marokko en wordt daar aangezien voor een nieuwe Mohammed, zich uitend in die wereldberoemde ‘Arabische dans’, een perfect staaltje Oriëntalisme – die we nu niet meer acceptabel vinden, maar tegelijkertijd met een ernstige boodschap: je kunt als mens niet weglopen voor je verantwoordelijkheden, waarheen je ook gaat. Rust vindt je pas als je je daarnaar schikt. Voor Peer betekent dat de terugkeer naar Solveig, zijn lief die hij op enig moment in de steek laat om de wereld over te reizen. Prachtig hoe Grieg dat einde muzikaal vormgeeft, spelend tijdens Pinksteren. Eerst een zeer gewijd koor, ook hier prachtig vertolkt en dan Solveig met haar wiegenlied, Peer is thuis, veilig en wel. Maar het verhaal mag dan oubollig zijn, dat geeft je als regisseur geenszins het recht om een stuk dan zodanig om te buigen dat de essentie verloren gaat, nogmaals iets dat deze regisseur hier doet. Maar mijn punt is duidelijk, genoeg voor nu.