Concertgebouw Amsterdam (NTR ZaterdagMatinee) – 14 juni 2025

Het concert afgelopen zaterdagmiddag was een samenwerking tussen het NTR ZaterdagMatinee en het Holland Festival en bracht de cellist, vocalist en componist Abel Selaocoe op het podium, samen met percussionist Sidiki Dembélé en ensemble Resonanz, voor een in alle opzichten opwindend en memorabel concert. Selaocoe is het type musicus dat je vooral moet zien, zijn enthousiasme en charisma zijn onmisbare ingrediënten tijdens zijn optredens, met name als hij – hier voor de pauze – zijn eigen stukken ten gehore brengt. Maar er viel nog veel meer te genieten. Het nieuwe celloconcert van Kate Moore, ‘Bay of Bisons’ beleefde zijn Nederlandse première, drie dagen na de wereldpremière in de Elbphilharmonie in Hamburg, een stuk waarin Moore weer eens laat horen wat een fantastisch componist ze inmiddels is en van de voor mij onbekende Italiaanse componist Giovanni Solima klonk het al even boeiende concert voor twee cello’s en strijkers ‘When We Were Trees’.
Als er iets Selaocoe kenmerkt, naast zijn aanstekelijke enthousiasme, is het zijn eclectische houding ten opzichte van muziek. De twee celloconcerten bewijzen dat hij een eersteklas uitvoerder is van hedendaags gecomponeerde muziek, waarover straks meer, terwijl zijn eigen muziek laat zien dat hij uit veel meer muzikale vaatjes tapt. Zijn Zuid-Afrikaanse wortels vertalen zich onder andere in de keelzang die hij ontleende aan de Xhosa, maar ook in de gekozen melodieën. En even gemakkelijk combineert hij dit met de klanken waar Dembélé mee opgroeide, die van de Malinese griots, ook al woont deze man in Ivoorkust. En belangrijk om dat hier te onderscheiden, want deze muzikale stijlen hebben even veel met elkaar te maken als zeg een Nederlandse smartlap met een Portugese fado, ook niets dus. En daarbij kunnen we dan nog de invloed van de hedendaags gecomponeerde muziek voegen, Selaocoe studeerde onder andere aan het Royal Northern College in Manchester en die van de jazz en de betere pop. Tot nu toe maakte hij twee albums, ‘Where Is Home’, waarvan drie stukken klonken en ‘Hymms of Bantu’ waar het vierde stuk op te vinden is. Beginnen doen we met twee vrij dynamische en opzwepende stukken, ‘Ka Bohaleng’ en ‘Qhawe’, beiden van dat eerste album. Dat dynamische karakter openbaart zich echter niet direct, want ‘Ka Bohaleng’ vangt aan met een trage drone van de contrabas en zachte zang van de strijkers, terwijl Selaocoe de innemende melodie speelt, dan volgt zijn keelzang en neemt de dynamiek toe. In zijn solo verderop is goed te horen hoe zeer deze componist de Zuid-Afrikaanse muziek weet te vermengen met de vormen die we herkennen van de hedendaags gecomponeerde muziek. De strijkers vormen nu een waar koor voor een machtige call and respons frase, waarin we de invloed van de gospel overduidelijk herkennen. Prachtig ook die ingetogen zang van Selaocoe in ‘Lerato’, in een schitterend duet met Dembélé, die met zijn bijzondere percussie een geheel andere sfeer in het concert brengt. Bijzonder klinkt ook zeker ‘Kea Morata’, waarin de componist uiterste harmonie en ritmiek vermengt met meer abstracte frases tot een boeiend geheel. Een bijzondere ervaring dit deel van het concert, met name door de wijze waarop Selaocoe de strijkers weet mee te nemen op deze boeiende muzikale reis.

Moore overtreft zichzelf zonder meer met dit prachtige ‘Bay of Bisons’, gecomponeerd tijdens de vele wandeltochten die ze onderneemt. Daarbij neemt ze altijd een vedel mee, waarop ze melodieën die tijdens het wandelen in haar hoofd ontstaan uitprobeert. Thuis volgt dan de verdere uitwerking, onder andere leidend tot dit nieuwe concert, speciaal geschreven voor Selaocoe en Ensemble Resonanz. Een hele uitdaging, want ook zij kende Selaocoe niet persoonlijk. Tegen Joep Stapel, opgenomen in het programmaboekje, zegt Moore dan ook: “Ik vond deze opdracht een eer, maar ik heb geen contact met hem gehad, dat komt straks tijdens het repetitieproces. De uitdaging voor mij was om mijn eigen plek te vinden. Mijn compositieproces is volstrekt privé: mijn stem is mijn stem en ik werk altijd alleen”. Dat Selaocoe ook een vocalist is, inspireert haar eveneens, maar die stem een plek geven in het stuk ging ook niet zo maar: “Dat wil ik heel graag en ik geloof ook dat het kan. Maar het moet wel authentiek blijven. Ik heb tijdens mijn wandeling veel inzicht gekregen in mijn creatieve proces, maar het blijft iets mysterieus. Het belangrijkste voor mij is dat ik trouw blijf aan mijn eigen stem.” Welnu, om met dat laatste te beginnen. Volgens mij kan Moore wel tevreden zijn over de wijze waarop Selaocoe zijn vocale kunsten in dit celloconcert verwerkte. Alleen al die woordloze zang in het eerste deel, ‘Mournful lament’ voegt beslist iets toe aan de door Moore gecomponeerde muziek, versterkt die op essentiële wijze. Aan alles is te horen dat Selaocoe duidelijk iets heeft met dit concert. Hij begint dit deel solo, zacht begeleid door pizzicatoklanken van de overige cello’s en de contrabassen. Meanderende klanken waarin we de invloed van Renaissancemuziek ontwaren. Dat tweede deel, ‘Michievous playful dance’ is ritmisch, opzwepend, terwijl de dynamiek verderop steeds verder toeneemt, een deel waarin de volksmuziek doorklinkt. De zang van Selaocoe klinkt ook prachtig in ‘Solemn haunted incantation’, het geeft dit deel het karakter van een ballade, eveneens duidelijk beïnvloed door de muziek van de Renaissance. In het laatste deel, ‘Transcendental hypnotic dance, spirited’ overheerst weer de ritmische dynamiek, onder andere middels een opzwepende cello solo, een dynamiek die we zo goed kennen van de muziek van Moore.
Sollima schreef zijn concert voor twee cellisten, naast Selaocoe horen we de eerste celliste van het ensemble, Saerom Park als soliste. Direct in het eerste, ragfijne deel, ‘Resonance wood’ horen we hoe ze elkaar eerst afwisselen, om aansluitend samen met het ensemble een meeslepende kracht te ontwikkelen. In ‘The Architect’ horen we de invloed van Italiaanse volksmuziek terug, middels opzwepende ritmiek en creatief staccatospel, terwijl het derde deel, ‘The dangerous prevalence of imagination’ opvalt door de repetitieve solo van Park en de weemoedige van Selaocoe. Het klinkt als een langzame dans. Zo ingetogen als het hier klinkt, zo dynamisch en expressief klinkt ‘Nyagrodha’, waarin het lijkt of beide cellisten niet voor elkaar onder willen doen. Tot slot klinkt ‘The family tree (Vivaldi)’, waarin Sollima de muziek van zijn beroemde voorvader prachtig vermengt met hedendaagse gecomponeerde muziek.
Zoals altijd is het concert hier terug te horen.