Concertgebouw (Holland Festival) – 13 juni 2025

Met slechts drie stukken, van Rylan Gleave, Arvo Pärt en Pauline Oliveros, in iets meer dan een half uur maakte het Engelse Paraorchestra zich er afgelopen donderdag in het Concertgebouw wel heel erg gemakkelijk vanaf. Ik had direct medelijden met al die medewerkers die de stoelen uit de grote zaal hadden gehaald en die zaterdagmorgen weer terug moesten zetten voor het NTR Zaterdagmatinee, waarover later meer. Volgens het Paraorchestra, dat hierbij zijn Nederlandse debuut maakte als onderdeel van het Holland Festival, moet je de muziek ondergaan door om de musici, verspreid opgesteld in de zaal, heen te lopen en zo de klanken te beleven. Prima uitgangspunt en zeker bij ‘Straylight’ van de mij onbekende Gleave en bij ‘The Last Time/Ultima Vez’ van Oliveros werkte dat zonder meer goed. Minder goed pakte het uit bij één van Pärts bekendste stuk, het in talloze versies bestaande ‘Fratres’, hier uitgevoerd door drie altviolen en negen cello’s, dat veel te fragiel is voor rondlopende bezoekers.
De gedachte achter dit orkest, opgericht in 2011 door Charles Hazlewood is sympathiek daar niet van. De naam verwijst naar het feit dat het orkest deels bestaat uit musici met een lichamelijke handicap. “Samen verkennen en verleggen ze de grenzen van muziek maken, met als doel een platform te creëren dat bijdraagt aan de betere integratie van mensen met een beperking in muziek en podiumkunsten”, zo stelt het programmaboekje en daar valt niets tegenin te brengen. Maar ik ga ervan uit dat dit niet verklaart waarom dit concert zo kort duurt en net op het moment dat je een beetje gewend bent aan hun op zich opwindende aanpak – de musici verspreid door de zaal, blauw licht en het gebruik van elektronica – het alweer voorbij is. Het stuk van Gleave is nog het meest substantieel en de klank beantwoordt volledig aan het tweede deel van de titel van dit concert ‘Drone Refractions’. Want dat is waar het hier allemaal om draait: duistere, huiveringwekkende klankwolken met een hoofdrol voor de synthesizers en geaccentueerd door het slagwerk. Soms met een bijna oorverdovende dynamiek en op andere momenten de vorm aannemend van een subtiele klankmist. Een boeiende eerste kennismaking met deze voor mij onbekende componist.
‘Fratres’ is een in wezen vrij simpel stuk met een duidelijk herkenbare, repetitieve structuur. Maar een stuk, zoals reeds opgemerkt, dat zich slecht leent voor deze benadering. Het rondlopen van het publiek werkt hier ronduit storend en maakt echt genieten van Pärts meeslepende en bedwelmende muziek vrijwel onmogelijk. Dat gaat beter bij ‘The Last Time/Ultima Vez’ van Oliveros, waarin alles weer draait om klank. Te beginnen met een, tot orkaankracht aanzwellende klanknevel, alsof de zon door de wolken breekt. Een prachtig stuk waarin, meer nog dan in de twee andere stukken eigenlijk niets gebeurt, we louter mee worden gezogen in Oliveros’ boeiende klankwereld. Maar waarom niet een wat langer stuk gekozen van deze componiste? Waarom staan we zo snel weer buiten? Bekocht kan ik me als recensent moeilijk voelen, maar dat menige bezoeker dat wel zo voelt, kan ik me goed voorstellen.