GMW Sessies #10 (Concert Recensie)

Muziekhuis, Utrecht – 17 januari 2015

KnipselStichting Conlon bezit een Disklavier die permanent staat opgesteld in het Muziekhuis in Utrecht. Nu is de kans groot dat u, net als ondergetekende, niet weet wat een Disklavier is. Hij ziet eruit als een vleugel, maar in plaats van een pianist is het een computer die hem bespeelt. De toetsen en voetpedalen bewegen alsof er een spook achter de piano zit! Een moderne variant dus van de pianola. Dat apparaat liep op zogenoemde pianorollen. Voordeel van dit instrument is onder andere dat er ook dingen gespeeld kunnen worden waar een pianist letterlijk handen voor te kort komt, naast dat het natuurlijk een pianist uitspaart.

Dit voorjaar verzorgde de stichting een workshop onder leiding van componist Robert van Heumen voor studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag waarna een aantal componisten een residentie kreeg aangeboden om uitgebreid met dit instrument te experimenteren.  Aan Andrius Arutiunian en Yvonne Freckmann de gelegenheid aan ons, tijdens de tiende Gaudeamus Muziekweek sessie, als publiek hun prestaties te laten horen, samen met Van Heumen die ook zelf een compositie heeft geschreven. Freckmann kiest er in ‘Escalator’ voor om te werken met de geluiden die het mechaniek van de Disklavier voorbrengt en deze te vermengen met een bandopname van een roltrap op het centraal station van Den Haag. Het geluid van de pompende pedalen, een leuk gezicht ook zo zonder pianist, past wonderlijk goed bij het geluid van de roltrap. Het vormt een wel heel bijzondere drone. De drone wordt aangevuld met pianospel, aanvankelijk slechts bestaand uit enkele aanslagen, maar later aanzwellend tot een quasi melodisch patroon. Ook Van Heumen kiest in ‘The Sound of the Machine’ ervoor om de onbedoelde geluiden van de disklavier te gebruiken. Door microfoons te hangen in het binnenste worden we geconfronteerd met bijna industriële klanken met een redelijk noise karakter. Samen met opgenomen veldgeluiden en fluitiste Anne La Berge op band is het al snel een drukste van jewelste. De omslag naar een volwaardige, zelfs wat klassiek aandoend duet voor piano en fluit is dan ook groot.  Arutiunian gooit het over een geheel andere boeg. Hij heeft als uitgangspunt ‘Deux Poemes, opus 32, nr. 1’ van Aleksandr Scriabin als uitgangspunt genomen voor. Dit stuk is tijdens Scriabin’s leven op pianorol gezet. Arutiunian op zijn beurt heeft het stuk omgezet naar de computer van de Disklavier met alle imperfectie die daarbij hoort. Heel toepasselijk heet het stuk dan ook ‘Scriabin to MIDI’. Hij zegt daar zelf over: “The work thus functions not so much by concentrating on the original piece and it’s execution by Scriabin, but instead by articulating the analogue to digital conversion artefacts and sonic debris.”

Beluister hier de originele pianorol opname van ‘Deux Poemes, opus 32, nr. 1’:

7620
Foto: E. Melchior

Maar er staat meer op het programma deze zondag. Het is dezer dagen natuurlijk ook het basklarinet festijn. En Fie Schouten basklarinetiste en initiatiefnemer van dit festijn heeft vorig jaar in dat kader een oproep gedaan aan componisten tot 30 jaar om een solo mininatuur voor basklarinet te schrijven. Uit de 58 inzendingen zijn er uiteindelijk door een jury twaalf composities gekozen om hier ten gehore te brengen en één echte winnaar, de Spanjaard Jose Carlos Villena. Zijn compositie is uiteindelijk in het door Donemus uitgebrachte boek met composities onder de naam ‘Miniatures for Bass Clarinet’ terecht gekomen.

De twaalf minaturen worden in vier korte onderdelen van telkens drie werken ten gehore gebracht door naast Schouten, Daphne Schrama en Ken Kunita. In totaal acht solo’s, twee duo’s en één trio. En het is bijzonder om te horen hoe iedere componist dit fantastische instrument op een andere manier benadert. Zo zijn de eerste drie stukken sterk ritmisch van structuur en horen we in het eerste stuk voor een duo ‘Tribal soundings’ van Stephen Jackson flarden klezmer terug.  De werken in de tweede set zijn daarentegen ingetogen en verstild. Dat geldt met name voor het stuk van Villena, getiteld ‘Epigrammi su Giotto’. Villena over het stuk: “The piece consists of five small pieces. Each one has got a connection with one fresco, which were painted by Giotto in the Capella degli Scrovegni in Padua. Like al latin Epigram, each movement has been elaborated from among them’.  Schouten speelt het met veel gevoel en passie en weet de sfeer van deze prachtige kapel over te brengen.

Beluister hier ‘Epigrammi su Giotto’:

In de derde set van composities staat het experiment centraal . Het zijn een soort van klankstudies met als hoogtepunt het duo van Tetsuya Yamamoto, ‘Ice and Charcoal’. Schouten en Kunita lijken hier wel een stel kwetterende vogels. Ook in de vierde set staat het ritmische centraal. ‘Tinnitus’ van Roger Zare klinkt bijzonder jazzy en het laatste stuk ‘Fruity Juice’ van Molly Monahan is de perfecte uitsmijter van dit programma.  De titel voor dit stuk voor drie basklarinetten had niet toepasselijker kunnen zijn.