Nieuw Ensemble – Donatoni / Carter (Concert Recensie)

img_0007-1408x940Dit is wat je noemt een droomconcert. Een gerenommeerd ensemble, het Nieuw Ensemble onder leiding van Ed Spanjaard, dat werk van twee belangrijke hedendaagse componisten herneemt. Geen premières want beide componisten zijn helaas niet meer in leven, maar oudere stukken. Van elk drie, zodat je een goed beeld kunt krijgen van zowel de Italiaanse componist Franco Donatoni, als van de Amerikaanse componist Elliott Carter. Twee iconen van de vorige eeuw. Hun stukken worden door henzelf ingeleid middels fragmenten uit ooit opgenomen vraaggesprekken. Zijn ze er toch nog een beetje bij.

Bijzonder is overigens dat Donatoni en Carter meer met elkaar gemeen hebben dan je zo in eerste instantie zou denken. Het zijn tijdgenoten, al werd Carter met zijn 104 jaar een kwart eeuw ouder dan Donatoni, het zijn laatbloeiers en eenlingen en ze maakten beiden een vorm van muziek die zich weinig tot niets aantrok van wat er om hun heen gebeurde. En beiden hadden een zeer goede relatie met het Nieuw Ensemble, waar zij ook stukken voor schreven en die vanavond ook op het programma staan.

franco-donatoni-credit-joel-bons
Foto: Joël Bons

Franco Donatoni wordt geboren in Verona in 1927. Hij begint reeds vroeg met componeren maar verkrijgt niet de erkenning die hij verdient. In de jaren ’50 beleeft hij een diepe psychische crisis waar hij slechts langzaam van herstelt. Pas midden jaren ’70 wordt zijn stem meer gehoord en een hoogtepunt uit die periode is ‘Spiri’ uit 1977, dat deze avond ook op het programma staat. In ‘Spiri’ zitten alle elementen die de muziek van Donatoni zo boeiend maakt. Het is opgewekte muziek mede door de hoge tonen waar deze componist veelvuldig gebruik van maakt. Hier door de fluit, de hobo en de viool. Maar in Donatoni’s muziek zit ook altijd een wat duistere, melancholieke ondertoon, het is nooit vreugdevol zonder meer. Dat geeft de muziek een aangename spanning. Vrolijk maar niet luchtig, optimistisch, maar met oog voor de realiteit. Een ander kenmerk is dat zijn stukken opgebouwd zijn uit losse delen, als panelen die aan elkaar gesmeed zijn. Soms voorzien van bizarre overgangen. Deze kenmerken gelden ook voor de twee stukken uit 1986. Allereerst ‘Refrain’, speciaal geschreven voor het Nieuw Ensemble. Als inleiding vertelt Donatoni op film hoe het werken met losse delen is ontstaan. Doordat hij het altijd druk heeft, komen stukken nooit af. Die onaffe stukken worden vervolgens een nieuw stuk. Het is leuk uitgedrukt door Donatoni maar iets te bescheiden is hij hier wel. Want uit alles blijkt, en ‘Refrain’ is er een goed voorbeeld van, dat er meer aan de hand is. De combinatie die Donatoni maakt van de diverse onderdelen is iets te briljant om te geloven dat er alleen die prozaïsche reden aan ten grondslag ligt die hij zelf geeft. Dat fragmentarische, het is een beetje als het veranderende landschap als je in de trein naar buiten kijkt, maakt de stukken spannend en afwisselend. In ‘Arpège’ tenslotte valt vooral de springerige, hoge melodie van de dwarsfluit op die het stuk een aangename opgewektheid meegeeft.

Beluister hier een opname van ‘Refrain’:


Elliott Carter is van 1908 en geldt als Amerikaans componist als de meest Europese. Wat niet wegneemt dat hij zeker beïnvloed is door Amerikaanse componisten als Ives, Copland en Ruggles. Zijn muziek geeft zich niet direct bloot, het heeft in eerste instantie iets hermetisch en tegendraads. Het oudste werk in dit programma stamt uit 1975 en is de liedcyclus ‘A Mirror on which to dwell’, gebaseerd op gedichten van de Amerikaanse dichteres Elizabeth Bishop. Het is een voor Carter’s doen opvallend lyrische compositie die echter het uiterste vergt van de sopraan, in dit geval Katharine Dain. Want lyrisch wil hier niet zeggen dat er sprake is van een duidelijke melodie. De gedichten vormen dan ook meer sfeertekeningen dan verhalen. Een mooi voorbeeld vormt het tweede couplet uit ‘Sandpiper’:
elliott-carter-5“The beach hisses like fat. On his left, a sheet
of interrupting water comes and goes
and glazes over his dark and brittle feet.
He runs, he runs straight through it, watching his toes.”
Je voelt het water in de manier waarop het ensemble de muziek speelt en in Dain’s zang. Een hoogtepunt in de cyclus zijn de twee liefdesgedichten ‘Insomnia’ en ‘O Breath’. Beiden vol subtiel nuances en met grote intensiteit gezongen en gespeeld. Prachtig ook hoe in ‘O Breath’ het geluid van het ensemble op enig moment volledig samenvalt met de menselijke stem.

‘Con leggerezza pensosa’, voor klarinet, viool en cello is een hommage aan de Italiaanse schrijver Italo Calvino. De titel betekent ‘met nadenkende lichtheid’ en dat is wat we hier ook horen, waarbij vooral de afwisseling opvalt tussen de lange, harmonische lijnen en de korte fragmenten vol eclatante helderheid. En tot slot klinkt het speciaal voor het Nieuw Ensemble geschreven ‘Luimen’ waarin Carter gebruik maakt van de unieke aanwezigheid van een gitaar en een mandoline binnen dit ensemble. Samen met de harp en de vibrafoon laat hij ze de dialoog aangaan met de trompet en trombone. Deze mix van klanken levert een mooie set gesprekken op.

Beluister hier een opname van ‘Luimen’: