Rewire Festival – Dag 2 (Concert Recensie)

Diverse locaties, Den Haag –  1 april 2017

swans-band-2014-730x410Eén van de hoofdacts van deze Rewire editie is zonder meer het uit New York afkomstige Swans. Singer / songwriter Michael Gira, toen nog deel uitmakend van het gitaarorkest van componist Glenn Branca, richtte de band op in 1982. De compromisloos snoeiharde en vlijmscherpe rock werd al snel een begrip.

Tot Gira zich in 1997 met andere zaken bezig ging houden. Opgeheven werd de band nooit, maar het bleef wel lang stil. De ommekeer komt in 2010, als de band ‘My Father Will Guide Me Up a Rope to the Sky’ uitbrengt. Sindsdien is Swans weer gestaag met zijn opmars bezig, met als voorlopig hoogtepunt het vorig jaar verschenen ‘The Glowing Man’. Wat Swans zo bijzonder maakt is de volledige overgave waarmee de band zijn missie uitvoert. Van een missie spreken, is in hun geval totaal niet overdreven. Waarbij Gira de onbetwiste leider is. Hij dirigeert de band en staat garant voor een zeer strak georganiseerd concert waarin alles tot in de puntjes klopt. De muziek mag dan voor velen neerkomen op één grote bak herrie, niets is minder waar. De band live zien maakt duidelijk dat de show die ze ons voorzetten berust op jarenlange ervaring. in de muziek van Swans komt de Amerikaanse muziekgeschiedenis op overtuigende wijze samen. De invloeden van rock, country en blues zijn merkbaar, maar verwerkt tot een nieuw geheel wat duisternis, desolaatheid en een flinke dosis agressie uitstraalt. Gira is daarbij zoals gezegd de bepalende figuur, Sterker nog, hij heeft de uitstraling van een messias en een duiveluitdrijver die in een eredienst van de duisternis zijn volgelingen toespreekt. Het publiek gedraagt zich in ieder geval voor een belangrijk deel als zodanig: Het Paard van Troje zit vol Swans fans.

Het uit Londen afkomstige Sex Swing voelt de tijdgeest eveneens perfect aan. Over compromisloos gesproken. Wat voor Swans geldt, geldt voor Sex Swing. Zij creëren een overweldigende mix van punk, noise, free-jazz, grossieren in beukende ritmes en hebben met zanger Dan Chandler een absolute geweldenaar in huis. Met volledige overgave slingert hij zijn teksten richting het publiek. Dit is optreden op het scherpst van de snede. Opvallend is overigens ook de bijdrage van Colin Webster, die we onder andere kennen van Dead Neanderthals, op baritonsax. Zijn schrijnende geluid doet je regelmatig de haren te berge reizen.

De uit Australië afkomstige Carla del Forno zoekt eveneens aansluiting bij het muzikale verleden, in dit geval de folk, maar kiest de weg van de melancholie in plaats van de agressie. Ook haar muziek heeft een onmiskenbaar duistere kant, met haar doordringende basgeluid en de soms zwaar door dreunende elektronica, hier live verzorgd door Mark Smith. Tegelijkertijd schrijft Del Forno echter fijne luisterliedjes waarop het prima wegdromen is.

julius-eastman-performing-piano-pieces-i-iv_1968_digital-collections-suny-buffalo_479Van een geheel andere orde is het hommage dat Jace Clayton brengt aan Julius Eastman. Eastman is een helaas veel te onbekend gebleven Amerikaans componist die in 1990 op slechts 49 jarige leeftijd, aan de gevolgen van te veel drugs en drank, overleed. Zijn carrière was kort, hij begon in 1971 met zijn eigen groep op te treden en reeds vanaf ’83 ging het steeds slechter met hem. Hij verloor de grip op zijn leven, raakte vrijwel al zijn partituren kwijt, belandde letterlijk in de goot en stierf 7 jaar later totaal vergeten. Een reden voor deze tragische levenswijze schuilt in het feit dat Eastman zowel zwart als homoseksueel was. Een nogal ongelukkige combinatie en helemaal in de jaren ’70 en ’80. Hij voelde zich van alle kanten gediscrimineerd en maakte dit zelf nog erger door composities uit te brengen met namen als ‘Gay Guerilla’, ‘Evil Nigger’ en ‘Crazy Nigger’. De titels waren bedoeld als aanklacht maar jaagden zijn rasgenoten tegen zich in de gordijnen. Clayton heeft voor de gelegenheid ‘Evil Nigger’ en ‘Gay Guerilla’, beide stukken voor 4 piano’s, bewerkt voor 2 piano’s, hier bespeeld door Saskia Lankhoorn en David Friend en live elektronica, bediend door Clayton zelf. De bijzondere, minimalistische, maar ook zeer broeierige muziek van Eastman komt op zich goed tot zijn recht in deze bewerking. Al blijft natuurlijk altijd de vraag bestaan waarom iemand hier voor kiest. Waarom niet gewoon het origineel brengen? maar goed, bewerkingen van klassieke composities, al dan niet door de componist zelf, zijn van alle tijden. Echt onvergeeflijk is echter het hoorspel dat Clayton tussen de twee stukken en aan het eind heeft ingebouwd. Het is van een schrijnende banaliteit, een componist van het formaat Eeastman totaal onwaardig. Clayton wordt hierin gebeld voor een sollicitatiegesprek door de organisatoren van het ‘Julius Eastman Memorial Dinner’ die iemand zoeken om piano te spelen tijdens het diner. Een nietszeggende dialoog vindt er plaats tijdens de twee pianostukken, gevolgd door een afwijzing van Clayton voor de functie aan het eind, half gesproken, half gezongen. Het zal door Clayton allemaal cynisch bedoeld zijn, vooral omdat hij het feit dat dit soort memorial concerten altijd commercieel worden uitgebaat (zo zal er Eastman muziek als ringtone beschikbaar komen) op de hak neemt, maar het komt niet over, totaal niet. Eeuwig zonde.

Rest ons nog Waclaw Zimpel. Deze uit Polen afkomstige multi-instrumentalist creëert in een overvolle Lutherse kerk innovatief uitgewerkte klankkunstwerken. Met een breed scala aan hardware, onder andere bestaand uit een ingenieus apparaat dat de piano bedient via de elektronica, maakt hij uit meerdere lagen bestaande geluidssculpturen, waar hij vervolgens met zijn basklarinet op improviseert. Het hoogtepunt zit aan het eind als hij een soort van panfluit bespeelt afkomstig uit Laos en Noord Thailand. Het instrument lijkt op een panfluit, maar wordt bespeeld middels een mondstuk dat ongeveer halverwege het instrument zit, Zimpel speelt met dit instrument een bijzonder ritmisch patroon dat hij vervolgens weer als onderlegger gebruikt voor een nieuwe sculptuur. Fascinerend.

Swans thuis,backstage en live, een documentaire van Jim Larson: