Silbersee – Homo Instrumentalis (Concert Recensie)

Verkadefabriek – ‘s-Hertogenbosch – 5 november 2017 (November Music)

Foto’s: Floriaan Ganzevoort

De mens. Reeds sinds zijn ontstaan probeert hij grip te krijgen op zijn omgeving. Hij ontdekte het vuur, maakte gereedschappen, verruilde de jacht voor de landbouw en ontwikkelde zich steeds verder en verder. En wat ooit diende als hulpmiddel, de techniek, werd een doel en werd uiteindelijk iets wat gezag kreeg over ons in plaats van wij over de techniek. Dit gegeven en de filosofische vragen die het oproept waren voor ensemble Silbersee de aanleiding tot de productie ‘Homo Instrumentalis’ dat tijdens de Ruhrtriiiennale deze zomer in première ging en nu November  Music aandoet.

Voor deze overweldigende voorstelling, laten we dat maar direct vaststellen, koos het ensemble twee bestaande stukken uit het hedendaags gecomponeerde repertoire en vulde dit aan met twee nieuwe delen, gecomponeerd door Yannis Kyriakides. Het eerste deel, ‘De makende mens’ is van zijn hand. Kyriakides grijpt voor dit deel terug naar de Griekse toneelschrijver Sophocles die in de ‘Ode aan de mens’ in zijn stuk ‘Antigone’ de lof bezingt op de ondernemende mens. Naar analogie van het koor in de Griekse tragedies laat Kyriakides de vier zangeressen van Silbersee hier een Griekse tekst zingen. Redelijk statisch en met op de achtergrond het ruisende geluid van de wind. De techniek dient hier duidelijk nog de mens.

Voor het tweede deel, ‘De industriële mens’ grijpt Silbersee naar ‘La fabbrica illuminata’ van Luigi Nono. Een stuk voor sopraan en tape. Nono bezocht in de begin jaren ’60 de metaalfabriek Italsider in Genua en maakte daar opnames van de machines en de stemmen van de arbeiders. Het was een bewuste keuze want Nono was er al langer van overtuigd dat de techniek niet voor iedereen een zegen is. Wat Nono ons hier presenteert is niet anders dan verontrustend te noemen en de vertaalde teksten laten geen misverstanden bestaan. De arbeider is de slaaf van de techniek. Zijn wel en wee staan louter in dienst van het kapitaal en worden geofferd aan de vooruitgang. Dat Nono in 1952 toetrad tot de Italiaanse communistische partij hoeft dan ook niet te verbazen. Dat neemt niet weg dat hij hier een verontrustend statement afgeeft dat in dit vierluik perfect op zijn plaats is. De volgende stap is op dit moment in volle gang. ‘De Cybermens’ heeft het ensemble dit derde deel gedoopt. Wij bezitten niet meer de techniek, wij zijn de techniek. Allerhande apparaten zijn een verlengstuk van ons geworden en het zal niet lang meer duren voordat er robots rondlopen die niet meer van ons zijn te onderscheiden.

Geen componist die aan deze verwarrende en vervreemdende tijd zo goed vorm kan geven als Georges Aperghis. Zijn ‘Machinations’ uit 2000 vormt voor het ensemble dan ook de basis voor dit derde deel van hun vierluik. Het uitgangspunt voor dit absurdistische deel vormt, zoals vaker bij Aperghis, de taal. De vier zangeressen stoten klanken uit die op geen enkele wijze verband houden met een bekende taal en die evengoed verwijzen naar de tijd toen taal nog niet bestond als naar de taal die we kennen van computers en machines. Aperghis wisselt dit af met tekstfragmenten van de Franse filosoof Francois Regnault, willekeurig gekozen en afgewisseld met vreemde klanken. Alsof daar geen zangeres staat, maar een robot waarbij een draadje is losgeschoten. Tussendoor hebben we ook nog vier dansers die samen met de zangeressen, zorgen voor een fysieke component. In het vierde deel ‘De mens voorbij?’ horen we tot slot weer de muziek van Kyriakides in de vorm van een op een zandstorm gelijkende apotheose die tenslotte eindigt in de stilte. Veel hoop biedt deze niet.

Het is een verbazingwekkend staaltje totaaltheater dat Silbersee hier creëert. Een voorstelling die getuigt van lef. Zowel het stuk van Nono als dat van Aperghis is immers niet met dit doel geschreven. Maar het past allemaal wonderwel bij elkaar en de totaalvisie op de mens en zijn verhouding tot de techniek. Maar bovenal verrast hier de uitvoering. De vier zangeressen en vier dansers van het ensemble leveren met name in ‘Machinations’ een ongelofelijke prestatie. Ruim anderhalf uur lang nagelen zij je vast aan je stoel, beuken je murw en laten je in verbijstering achter. Zo moet het en niet anders!