qb – Rond / FUR – Black Box (CD Recensie)

Het is niet alleen omdat hij een naamgenoot is dat Benjamin Sauzereau hier weer eens aan bod komt, het is ook omdat deze gitarist één van de interessantste musici in Wallonië is, en dus in onze contreien helaas nog steeds zo goed als onbekend. Samen met slagwerker Jens Bouttery runt hij bovendien het platenlabel ~ Suite, waar vrij onlangs twee nieuwe albums verschenen, de nummers zes en zeven in de nog bescheiden catalogus. ‘Rond’ maakte Sauzereau met medegitarist Quentin Stokart, ieder leverde ongeveer de helft van de composities en het trio FUR, naast Sauzereau, bestaand uit klarinettiste Hélène Duret en drummer Maxime Rouayroux, bracht deze maand ‘Black Box’ uit.

Eerder besteedde we aandacht aan nummer vijf van ~ Suite, kortweg ‘Solo’ geheten, waarbij ik vooral Sauzereaus eclectische stijl prees. Voor ‘Rond’ kreeg hij dus gezelschap van Stokart, qb noemen ze zich. De stukken van Sauzereau zijn hier al even eclectisch als op dat eerder genoemde ‘Solo’ en de term ‘jazz’ is daarbij zeker niet het eerste waar je aan denkt. Eerder doet het klassiek aan en dan nog niet eens hedendaags klassiek, aangelengd met een flinke scheut folk. Sterk melodisch, ietwat ritmisch, rustiek en weldadig, neem bijvoorbeeld het prachtige ‘E. Smith’. De composities van Stokart zijn experimenteler, stugger en hebben meer van de vrije improvisatie in zich, zie bijvoorbeeld ‘L’Amond’. Prachtig hoe de twee deze verschillende stijlen hier afwisselen.

Ook ‘Black Box’ is geen onvervalste jazz. Zo zou de opener ‘Before’ niet misstaan in een spannende film. Debet hieraan is allereerst het geluid van Sauzereau, dat hier, in tegenstelling tot op ‘Rond’, sterk tegen de rock aanleunt en dat prachtig wordt geflankeerd door de hoge noten van Duret’s klarinet en ten tweede het krachtige, vrij dwingende slagwerk van Rouayroux. ‘Otanitso’ leunt aansluitend dan weer aan tegen de folk, met name door de glissandi van de klarinet. Pas in ‘Kaplan’ vinden we enigszins de experimentele klanken die we gewoonlijk met de jazz associëren, let op de bijzondere bijdrage van Duret op basklarinet, al doet de ritmische structuur ook hier aan de folk denken. Ook ‘Pretext’ kent die tegenstelling, de op de klarinet gespeelde melodie refereert aan de folk, hij bijpassende getokkel op de gitaar eveneens, terwijl het slagwerk meer doet denken aan de vrije improvisatie. Hoogtepunten op het album zijn het bijzonder intieme ‘Lichen’ en het ingehouden swingende ‘Texture’. De eerste valt vooral op vanwege de wijze waarop hier het geluid van de basklarinet en de gitaar met elkaar worden verweven, het tweede vanwege het slagwerk van Rouayroux.

Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: