N.O. Moore, Eddie Prévost & Jason Yarde – Nous / John Butcher, Eddie Prévost en Guillaume Viltard – Iklectic Live One (CD Recensie)

Tot slot van een serie rondom percussionist Edward (Eddie) Prévost nog twee trio’s waarvan nieuwe albums verschenen, beiden bij Prévosts eigen Matchless Recordings. In ‘Nous’ horen we hem samen met N.O. (Nathan) Moore, een combinatie die we eerder voorbij zagen komen in ‘The Secret Handshake With Danger’ en saxofonist Jason Yarde, die ook de elektronica hanteert en op Iklectic Live One, bijgenaamd de ‘Chinese Whispers Suite’ horen we Prévost met saxofonist John Butcher en bassist Guillaume Viltard.

In het boekje bij ‘Nous’ wordt stilgestaan bij het wezen van improvisatie, net als Prévost uitgebreid doet in zijn boek ‘An Uncommon Music for the Common Man’, waar deze serie mee begon. Nogal eens wordt improvisatie ‘instant composition’ genoemd, een term waar Prévost het mee oneens is en zo blijkt uit dit boekje Moore eveneens. Die noemt het “social composition”, het gaat “about the construction of social situations where such music can be played and heard.” Prévost zal instemmen met het ‘social’ maar niet met het ‘composition’. Voor hem hebben compositie en improvisatie niets met elkaar gemeen. Over het eerste worden immers allerlei afspraken gemaakt, zowel vooraf als tijdens de uitvoering, bij het tweede ontbreekt dat totaal. En het is goed om ons dat weer eens te realiseren bij het beluisteren van deze twee albums: alles wat we horen ontstond in het moment, in de Vortex, respectievelijk Iklectic, beiden in Londen. Dat juist deze muziek het afgelopen jaar in de verdrukking kwam en Sara Ramshaw staat er in datzelfde boekje uitgebreid bij stil, moge duidelijk zijn, juist bij improvisatie is een concert met publiek van enorm belang. De opnames van ‘Nous’ stammen dan ook van vlak voor de eerste lockdown, die van ‘Iklectik Live One’ van november 2016.

Om maar met ‘Nous’ te beginnen. Vijf stukken, te beginnen met het vrij onrustige ‘Attunement’. Yarde en Moore creëren repetitieve patronen, terwijl Prévost op de achtergrond de overgebleven ruimte vult, uitmondend in een relatief strakke solo van de laatste. Moore en Yarde sluiten weer aan, met elkaar zoekend naar klanken, boeiende lijnen trekkend. In ‘Lorelei of Music’ trekt het trio de lijn door. We horen Yarde hier op sopraansax, wat de ‘Lorelei’ van de titel verklaart. Hij laat zijn instrument vervaarlijk janken en krijsen. ‘Between You and Me and’, is het gewenste rustpunt, waarin vooral de elektronica een belangrijke rol speelt. Onbestemde klankuitingen krijgen gezelschap van Yarde’s melodieuze schermutselingen. In het lange ‘Impossible Meaning’ belanden we weer in een kleurrijke maalstroom, waarin andermaal dat prachtige spel van Yarde opvalt, maar waarin ook Moore flink aan de snaren trekt. Een bijzonder onstuimige set die zijn voltooiing vindt in ‘A Tune Meant’.

Na een korte, maar onstuimige drumsolo horen we John Butcher in ‘Electric’, het eerste deel van de ‘Chinese Whispers Suite’ oftewel ‘Iklectic Live One’. Sputterende klanken op de sopraansax. Viltard voegt zich erbij met opvallend ritmisch spel en dan valt het even helemaal stil. We horen Prévost met bekkens in de weer, waarna we wederom Butcher en Viltard horen. Viltard, die verderop opvalt middels het tegen een drone aanhangend klankpatroon, gerealiseerd door te werken met de strijkstok, waar Butcher en Prévost dankbaar gebruik van maken. Verder in dit eerste deel, van een set die net als ‘Noun’ raakvlakken met free-jazz heeft, mooie solo’s van zowel Butcher als Prévost. Dat bijzondere spel van Viltard vinden we ook in ‘Light’ het tweede deel. Het maakt dit tot een bijzondere set waarin de twee vormen van improvisatie, zoals Prévost die ook in zijn boek beschrijft samenkomen: de vorm die op de free-jazz voortbouwt, naast de vorm die je meer Europees kunt noemen. De solo’s van Butcher verderop, eerst op tenor- dan op sopraansax zijn evengoed voorbeelden van dit balanceren tussen twee opvattingen van improvisatie. Maar ook ‘On’ het derde deel van deze suite bevat prachtige momenten van de vorm van improvisatie die meer gaat om het zoeken naar de relatie tussen de klanken en waarin ritme en melodische patronen ontbreken. Alle drie de musici weten hier prima raad mee, zo horen we ook in ‘Click, maar schakelen even gemakkelijk weer over naar die andere vorm, waarvan ritme en melodie een onlosmakelijk onderdeel vormen. Wederom een zeer geslaagd album.