Ensemble 5 – Luminiscence / Stefano Leonardi, Marco Colonna, Antonio Bertoni, Fridolin Blumer & Heinz Geisser – Aura / Stefano Leonardi & Antonio Bertoni – Viandes (CD Recensie / Cassette Recensie)

Vandaag allereest aandacht voor de Zwitserse slagwerker Heinz Geisser. Hij is te horen op het nieuwe album van Ensemble 5. ‘Luminescence’, tevens het zevende album dat dit ensemble uitbrengt bij Leo Records. Het gaat hier om live opnames in Tokyo, gemaakt tijdens de tweede toer door Japan in de herfst van 2019. Het kwartet – ja het is een kwartet al suggereert de naam dat het om een kwintet gaat – verder bestaand uit pianist Reto Staub, bassist Fridolin Blumer en trombonist Robert Morgenthaler, kreeg daarbij gezelschap van de Japanse violist Naoki Kita. Verder zijn zowel Geisser als Blumer te horen op ‘Aura’, het eveneens bij Leo Records verschenen nieuwe album van de fluitist Stefano Leonardi. Verder hier in actie klarinettist Marco Colonna en Antonio Bartoni op cello en gimbri. En als we het dan toch over Leonardi en Bartoni hebben: samen maakten ze de cassette ‘Viandes’ voor Astral Spirits.

“All compositions by Ensemble 5” staat er aan de binnenkant van het Cd boekje bij ‘Luminiscence’. Misleidend, want het gaat hier om pure improvisatie en niet om compositie. Direct aan ‘Reverie’ hoor je dat alles hier ontstaat in het moment, door musici die elkaar inmiddels wel zo’n beetje kennen, alleen voor Kita geldt dat niet. Maar de wijze waarop de andere vier hun klanken met elkaar vervlechten, duidt daar zeker op. Tegelijkertijd, en dat kenmerkt natuurlijk improvisatie, hoor je hoe ze elkaar aftasten, hoe ze zoeken en hoe ze soms ineens aansluiting vinden. Verder van belang: het is rustige, ingetogen muziek, een enkele uithaal daargelaten. Het gaat de musici duidelijk meer om klankkleur, dan om dynamiek. Of zoals Stuart Kremsky over deze muziek zei: “a sound world of continuing fascinations” en dat is goed geformuleerd, zowel vanuit het oogpunt van de musicus als de luisteraar. Geisser zelf is daarbij duidelijk het type percussionist dat zich niet beperkt tot het met stokken bespelen van zijn trommels, we horen een veel grotere diversiteit aan geluiden die zich prachtig mengen met vooral die van bas en viool. Maar een belangrijke rol in dit kwintet is er ook voor trombonist Morgenthaler. Zeer fantasierijke patronen weet hij uit zijn instrument te halen, die de ene keer op grootste wijze aansluiting vinden om op andere momenten meesterlijk tegendraads te klinken.

‘Aura’ klinkt een stuk melodieuzer. Als voorbeeld kunnen de prachtig lange lijnen die Leonardi en Colonna trekken in ‘Astral Garden’ dienen, terwijl de drie andere leden van dit kwintet op de achtergrond een donkere nevel optrekken. Net als overigens op ‘Viandes’ is die fluit de allesbepalende factor met zijn hoge, soms vrij scherpe geluid. Bijzonder daarbij is ‘Breath’ waarin Leonardi een drone creëert, we Colonna horen in een zeer springerige solo, terwijl de ritmesectie hier het ruime sop opzoekt. Eenzelfde type samenwerking tussen Leonardi en Colonna vinden we in ‘Clay’, ook hier vallen de springerige patronen van de laatste op. Geisser en Blumer horen we goed in ‘Whirlwind’ en ‘Requiem’, hun klanken mooi in elkaar vervlochten. Voor de bijdrage van Geisser moeten we ook ‘Pulse’ noemen. Ietwat duister gerommel tegen een lucide klanknevel. Opvallend aan dit album is bovendien dat het soms aardig naar (psychedelische) rock tendeert, al is ook dan de free-jazz nooit ver weg. Het mooiste voorbeeld van dit verschijnsel is het onstuimige ‘Threads’.

Op ‘Viandes’ horen we Bertoni wederom op cello en gimbri en Leonardi op een keur aan fluiten, ook het type dat we veel tegenkomen in de volksmuziek. Opener ‘Lupercus’ laat prachtig horen tot welke resultaten dit leidt. Een prachtig ritmisch patroon van Bertoni, met die mooie klank van de gimbri en daarover heen de lange, intieme lijnen van Leonardi, voorzien van een flinke dosis melancholie. Verderop stapt Leonardi over op een ander type fluit, met een schraal, penetrant geluid tot gevolg. Bijzonder complexe ritmes ook in ‘Fléau’ en ‘Hircus’, terwijl ‘Bacchanal’zich dan weer kenmerkt door een kreunende bas, hier wordt danig gewrikt, bijzonder, zeker in combinatie met de bedwelmende fluitklank. Een hoogtepunt is het zeer intieme titelstuk. Een bijna klassieke partij blaast Leonardi hier, op een wederom zeer ritmische patroon van Bertoni. En ook hier vinden we weer overduidelijk die folk invloeden.

Van ‘Viandes’ zijn twee stukken te beluisteren via Bandcamp. Het album is daar ook te koop: