Vonk – A Songbook of Rare Feelings (Concert Recensie)

Verkadefabriek, Den Bosch (November Music) – 10 november 2021

Ensemble VONK tijdens het concert. Van links naar rechts: Rianne Wilbers, Erwin Muller, Reggy van Bakel en Tom Sanderman. Foto’s: Paul Janssen

Het zijn verwarrende tijden waarin we leven en werken. En zeker de afgelopen winter heeft voor veel mensen het nodige aan ongemak, stress en erger opgeleverd. Iets dat gepaard gaat met emoties, soms zelfs emoties die je nooit bij jezelf had gezocht. Het zette Nicoline Soeter, componist en artistiek leider van het in Tilburg gevestigde Ensemble VONK op het pad voor ‘A Songbook of Rare Feelings, dat tijdens deze editie van November Music in première ging en dat de komende tijd op meerdere plaatsen te zien zal zijn. 

Samen met de musici van het ensemble, die altijd een grote vinger in de pap hebben bij het samenstellen van de programma’s, vroeg ze de dichters Kayo Chingonyi en Nancy Campbell en de singer-songwriter Lucky Fonz III voor nieuwe teksten en drie componisten: Kate Moore, Morris Kliphuis en Remy Alexander om stukken. Met twee composities van Soeter zelf komen we dan op een totaal van tien nieuwe liederen, die alle gaan over die ‘rare feelings’. Wie dit rijtje van componisten goed bekijkt, ontdekt direct dat dit niet heeft geleid tot een onlosmakelijke eenheid van stukken, daar verschillen deze componisten qua stijl te veel voor van elkaar.

Tijdesn het slotapplaus met naast de vier leden van VONK Nicoline Soeter, Lucky Fonz III, Morris Kliphuis en Kate Moore.

We beginnen met drie stukken van Alexander, die eigenlijk vooral opvallen door de eenheid, in alle gevallen kunnen we spreken over mooi uitgebalanceerde, intieme miniaturen. Het lijkt onderhand wel zijn signatuur, veel bereiken met relatief weinig middelen. Bij hem geen overbodige noten, geen verfraaiingen, in tegendeel: hij maakt heldere keuzes, levert klare noten, maar met een grote diepgang. De muziek van Moore is daar op een bepaalde manier tegengesteld aan. Haar sterk ritmische, repetitieve muziek, die we zeker in twee van de drie stukken herkennen, het stromende, meeslepende karakter brengt ons in totaal andere sferen. Waar de muziek van Alexander je doet stil staan, voert die van Moore je juist mee. De twee stukken van Soeter zijn het meest abstract, sluiten het meest aan bij de meer experimentele hedendaags gecomponeerde muziek, overigens zonder dat dit ten koste gaat van de overdraagbaarheid. Emoties staan immers ook hier centraal. Tot slot hebben we de muziek van Kliphuis. Zijn carrière binnen de jazz, als hoornist, is daarbij nooit ver weg, Met name ‘Speech is Mine’, het enige stuk dat al bestond en alsnog is toegevoegd aan deze cyclus, is daar een sprekend voorbeeld van. De wijze waarop Rianne Wilbers aanvangt met zeer ritmische zang doet ons in alles aan de jazz denken en ook het verdere verloop, als de andere drie musici aanhaken, brengt ons zonder meer in beweging.