Signe Lund – Impromptu (CD Recensie)

De pianist Rune Alver is bij LAWO Classics bezig met het complete pianowerk van de Noorse componiste Signe Lund. Ze leefde van 1868 tot 1950 en is daarmee één van de weinige vrouwelijke componisten in een tijd dat dat nog redelijk zeldzaam was. Op dit album, ‘Impromptu’, de tweede in de reeks, verzamelde Alver haar vroege werk, het deel dat tot stand kwam in de periode tot 1906. 

Lund had muzikale ouders, iets dat zeker bijgedragen heeft aan haar carrière. Met een moeder als pianolerares groeide ze zowat op achter dit instrument en reeds op vierjarige leeftijd speelde ze volwaardige stukken. Ze studeerde in Kristiana, waarna ze in 1896, inmiddels 27 en moeder van vijf kinderen, naar Berlijn trok om daar compositie te gaan studeren bij Wilhem Berger. In 1888, ze was twintig, zag ze haar eerste compositie gedrukt worden: ‘Fire Pianostykker, opus 9’. Het is het vierde stuk op deze chronologisch gerangschikte Cd, wat betekent dat de drie vrij korte stukken die ervoor zitten van voor die tijd stammen en je hoort de groei die ze in die paar jaar tussen haar zestiende en twintigste doormaakte. Dat niet veel later Edward Grieg haar muziek aanprees zegt veel over de kwaliteit van deze duidelijk romantisch getoonzette composities.

‘Impromptu, Thema med Variationen: Andante, opus 18’, ontstaat als eerste cyclus in Berlijn. Opvallend aan dit stuk is dat het veel bedachtzamer en introverter is dan de stukken die ze tot op dat moment had gecomponeerd. Het eerder genoemde opus 9, maar ook ‘Bryllupsmarsj: Tempo di marcia e marcatoso, opus 12’ en ‘Norske Smaastubber for Piano, opus 15’ klinken veel speelser en dynamischer. In ‘Seks lyriske Smaastykker for Piano, opus 25’ vinden we weer meer afwisseling en paart ze speelsheid wederom aan ernst. Het laatste stuk op dit album is het in 1906 gecomponeerde ‘Cinq morceaux lyriques, opus 34, opgedragen aan haar moeder, een krachtige cyclus vol ingetogen dramatiek. In de jaren ’30, Lund woonde inmiddels in de VS, voelde ze zich aangetrokken door het opkomende fascisme, ze werd lid van de extreem rechtse Noorse partij Nasjonal Samling, iets dat ze na de oorlog moest bekopen met het verlies van haar Noorse staatsburgerschap. Ze keerde wel terug naar Oslo en stierf in 1950 eenzaam en verlaten.