SONICO – The Edge of Tango (CD Recensie)

Het Belgische SONICO heeft zich de afgelopen jaren gespecialiseerd in de ‘Tango Nuevo’, de vernieuwing die componisten als Astor Piazzolla en Eduardo Rovira half jaren ’50 van de vorige eeuw inzetten. De muziek van Piazzolla is daarbij ook in onze contreien inmiddels overbekend, iets wat niet geldt voor die van Rovira. Eerder besteedde het ensemble daarom aandacht aan deze componist, middels ‘SONICO plays Eduardo Rovira: Inédito e Inconcluso’, dat ook hier aan bod kwam. Vorig jaar zette het ensemble, middels het dubbelalbum ‘The Edge of Tango’, de twee componisten naast elkaar. En wat blijkt de muziek van Rovira doet geenszins onder voor die van Piazzolla.

Als opzet werd ervoor gekozen om terug te gaan naar het verleden, het Octeto Buenos Aires dat Piazzolla in 1955 oprichtte en het Octeto La Plata waar Rovira een jaar later mee kwam. SONICO reconstrueerde verloren gegane partituren aan de hand van oude audio-opnames, zo wordt wel duidelijk bij het lezen van de teksten die bij de Cd zitten. Beginnen doen we natuurlijk met Rovira, voor deze man wil dit ensemble immers een lans breken. Het octet was van Rovira, respectievelijk Piazzolla, wat niet wil zeggen dat zij ook alle stukken zelf componeerden, in tegendeel. Zo staat op de schijf van Piazzolla’s Octeto Buenos Aires maar één stuk dat door hem is gecomponeerd, dat terwijl het octet van Rovira op die LP uit 1955 maar liefst drie stukken van zijn collega speelde.

Boven het Octeto Buenos Aires, onder het Octeto La Plata

Mooie pittige stukken van Piazzolla, maar het meest bijzonder vind ik het fraai weemoedige ‘A Horacio Paz’ van Enrique Lannoo, een stuk waarin de kwaliteiten van SONICO optimaal tot zijn recht komen. Prachtig is overigens ook ‘Serial Dodecafónico’ van Rovira zelf, waarin die vernieuwing van de tango optimaal gestalte krijgt, het is één van die stukken waarin we duidelijk terug horen dat dit meer is dan gebruiksmuziek. Het is ook wat de muziek van Rovira onderscheidt van die van Piazolla. Waar die eerste meer koos voor ingetogen, vaak weemoedige melodieën, we horen het ook terug in de andere stukken, koos Piazzolla vaak meer voor heldere kracht en sterke ritmiek. Als voorbeelden kunnen ‘Tango del Angel’ en ‘Marrón y Azul’ dienen. Prachtig vind ik ook het wonderlijk subtiele ‘Tangology’ van Horacio Malvicino, oorspronkelijk gespeeld door Piazzolla’s Octeto Buenos Aires, frisheid en weemoed gaan hier hand in hand en het heerlijk snelle ‘Tierra Querida’ van Juan Carlos Cobián. Sowieso ligt het tempo op deze tweede schijf in zijn geheel hoger, het toont des te meer het hierboven genoemde verschil tussen Rovira en Piazzolla.

Maar welke componist het ook betreft, het materiaal is in uitstekende handen bij dit Belgische octet. Met veel liefde en enthousiasme brengen ze deze tijdloze stukken, die inmiddels toch al zo’n zeventig jaar oud zijn. Maar hier klinken ze fris en splinternieuw. Mooie muziek die weer eens laat horen hoe veelzijdig gecomponeerde muziek kan klinken.