Tonus – Live at Roadburn 2022 (Concert Recensie)

Paradox, Tilburg – 23 april 2022

Vier avonden Dirk Serries in Paradox, hij is dit jaar Artist in Residence op Roadburn, betekent vooral zeer veel variatie. Het festival bewees al eerder zich niet tot zware metalen te beperken, maar Serries dwingt ze dezer dagen wel heel erg om hun grenzen op te rekken, hulde dus aan dit festival en zijn moed. Want betrof het eergisteren met Yodok III nog dark ambient, post- en krautrock, gisteren kregen we met Tonus de klanken die horen bij hedendaags gecomponeerd en de daaraan grenzende vrije improvisatie terwijl het Martina Verhoeven Quintet ons vanavond op pure free jazz gaat trakteren.

Net als Yodok III kwam ook Tonus hier al eerder voorbij, u weet Dirk Serries is een vaste waarde op deze blog. Een gelegenheidsensemble met als vaste waarden Serries en Verhoeven en verder wie er beschikbaar is, gisterenavond waren dat de altsaxofonist Colin Webster, ook vanavond van de partij en drummer Tom Malmendier. Samen creëerde ze in drie kwartier een prachtig klankbouwwerk, waarbij de kracht zat in de structuur en in de herhaling. Verhoeven begint met een verstild pianopatroon van slechts enkele noten, te weinig om van een melodie te spreken en met een vrij lage noot als steeds terugkerend motief, na enige minuten volgt Malmendier, schurend over zijn snaredrum. Dan Webster, lange lijnen valse lucht ontsnappen aan zijn altsax. Naast Verhoeven ontstaat er een tweede spoor, een gruizig spoor. Intussen zit Serries enigszins voorover gebogen, gitaar op schoot, als een Boeddha te luisteren. Tot ook hij in actie komt, zijn gitaar bespelend met een strijkstok, dat gruizige spoor versterkend.

Dirk Serries. Foto: Mich Leemans

De tijd daarna, zeg twintig, vijfentwintig minuten, verandert er eigenlijk niet echt veel. De toon van Webster wint aan kracht: valse lucht wordt klank, Malmendier schakelt over op bekkens en later op trommels, Verhoeven varieert op de noten en verderop lopen spanning en dynamiek wat op. Maar het meest wezenlijke, de structuur, blijft hetzelfde en dat is wat ik bedoel met de kracht van de herhaling, iets waardoor je als luisteraar meebeweegt in een soort van draaikolk. En dan vallen de musici één voor één weer stil volgens hetzelfde patroon, dus eerst Serries, dan Webster, dan Malmendier en ten slotte horen we alleen Verhoeven nog met dat verstilde patroon, tot ook zij voor de laatste keer een noot aanslaat en de klank ervan in de ruimte laat wegzweven.