Iannis Xenakis – Electroacoustic Works (CD Recensie)

Honderd jaar geleden werd Iannis Xenakis geboren, één van de meest belangrijke componisten van de vorige eeuw. Karlrecords greep de gelegenheid van dit eeuwfeest aan om een Cd box uit te brengen met zijn complete elektro-akoestische werk. Het oudste stuk, ‘Diamorphoses’, stamt uit 1957, Xenakis was er vroeg bij. Het laatste uit 1992, negen jaar voor zijn dood in 2001. Een prachtig overzicht van een muzikale erfenis die nog steeds te weinig aandacht krijgt.

Zet ‘Diamorphoses’ op en het lijkt alsof je in een veldslag bent beland. Vreemd is dat niet, Xenakis vocht als partizaan tegen de Duitsers, raakte gewond en moest uiteindelijk Griekenland ontvluchten. Het zou hem naar Parijs voeren en uiteindelijk naar de muziek, zijn grote passie. Een jaar later maakte hij het bijzonder abstracte ‘Concret PH’. Xenakis werkte in die tijd als architect bij één van de grootste architecten van zijn tijd: Le Corbusier en ontwierp namens diens bureau het Franse paviljoen op de wereldtentoonstelling in Brussel. ‘Concret PH’ was pauzemuziek voor ‘Poème électronique’ van Edgar Varèse dat in dit paviljoen ten gehore werd gebracht, vergezeld van projecties van Le Corbusier. Xenakis creëerde een prachtig noise landschap. In ‘Orient Occident’, dat diende als muziek bij een documentaire, horen we een prachtige mix van westerse en niet-westerse muziek. Iets dat een constante zou worden in zijn werk. Tot slot klinkt de noise van ‘Bohor’, met name het slot is overweldigend, waarmee Xenakis zijn tijd, we praten over 1962, ver vooruit was. De uitvoering in 1968 leidde tot een waar schandaal en betekende de breuk met GRM en Pierre Schäfer.

Xenakis in 1995. Foto: Ruth Rosenthal

Maar het leidde ook tot de ‘Polytopes’. Grote multimedia installaties, deel uitmakend van een fysieke ruimte, zoals ‘Hibiki hana-ma’ uit 1970, gemaakt voor een expo in Osaka. Reeds in ‘Bohor’ werkte Xenakis met surround opstellingen, hier voegde hij er een licht- en lasershow aan toe. En droeg hier Keji Usami daar nog zorg voor, in ‘Polytope de Cluny’ en ‘Diatope (La Légende d’Or)’ trok Xenakis ook dit naar zich toe. Qua muziek – en velen zullen vraagtekens zetten bij het gegeven dat dit muziek is – zette hij de met ‘Bohor’ reeds ingeslagen weg hier door. Een ware abstracte kakofonie aan geluid, een overdonderende storm aan klanken en dat minutenlang, met als hoogtepunt het vijfenvijftig minuten durende ‘Persepolis’. Maar zonder enige twijfel zeer inventief en uiterst vernieuwend, zeker voor begin jaren ’70. Als voorbeeld kan ‘Polytope de Cluny’ dienen, de massieve stroom noise die hier prachtig doorbroken wordt met een scala aan knisperende en knarsende geluiden. ‘Persepolis’ ontstond in 1971 op verzoek van de Sjah van wat toen nog Perzië heette. Het ging in première tussen de ruïnes van deze oude stad. Negenvijftig luidsprekers, een lichtshow, laserstralen en een groep kinderen met fakkels droegen bij aan het spektakel, het moet een bijzondere ervaring zijn geweest. Wat ons rest is de muziek, die als een zandstorm van geluid aan ons voorbij trekt.

‘Diatope (La Légende d’Or)’, gecomponeerd in 1978 voor de opening van Centre Pompidou in Parijs, is anders van karakter dan de vorige stukken, door het gebruik van hoogfrequente geluiden aan het begin en eind, maar ook door de sterkere samenhang in het middendeel. Tussen 1987 en 1992 componeerde Xenakis nog vier kortere elektronische stukken. ‘Touriphanie’ ging nog als installatie in première, in een stadion voor stierengevechten in Arles, terug te horen in de bonte geluidswereld, de andere drie ‘Voyage absolu des unari vers andromède’, ‘Gendy 3’ en ‘s.709’ zijn op zichzelf staande muziekstukken. Verder gebruikte hij geen opnames meer als basis, maar maakte hij het geheel achter de computer. Zijn voorkeur voor creatieve vormen van noise veranderde echter niet.

Alle stukken zijn te beluisteren via Bandcamp. De box is alleen nog digitaal te koop: