Oscar Peterson – On a Clear Day: The Oscar Peterson Trio – Live in Zurich, 1971 / A Time for Love: The Oscar Peterson Quartet Live in Helsinki, 1987 (CD Recensie)

De jazzhelden van weleer, bijna allemaal hebben ze het tijdelijke inmiddels voor het eeuwige verwisseld, laten door vaak nooit eerder uitgebrachte opnames, nog regelmatig van zich horen. Er ligt hier inmiddels dan ook al een leuk stapeltje. De in 2007 op tweeëntachtig jarige leeftijd overleden Oscar Peterson, één van de meest bepalende pianisten uit de geschiedenis van de jazz, hij ontving niet voor niets in 1997 een Grammy Award voor zijn gehele carrière en een International Jazz Hall of Fame Award, mag het spits afbijten. Mack Avenue bracht opnames op de markt van concerten in Zürich, 1971, On a Clear Day en Helsinki, 1987, A Time for Love.

De plaats waar de opnames plaatsvonden daar in Zürich is niet bekend, net als de datum. Over dat laatste valt echter wel iets te zeggen. We weten dat Peterson met dezelfde bezetting als voor dit optreden voor de Zwitserse radio, in oktober 1971 in de Hans Georg Brunner-Schwer Studio in het Duitse Villingen opnames maakte voor MPS. Het is dan ook niet gek te denken dat ook deze opnames uit die maand stammen. Concreet hebben we het dan qua bezetting over Niels-Henning Ørsted Pedersen op bas – die vaker Amerikaanse musici begeleidde op hun tour door Europa – en Louis Hayes op drums. Het zijn die twee die beginnen in ‘The Lamp is Low’, waarna al snel Peterson aansluit met dat kenmerkende spel van hem. Want stijlvast was Peterson als geen ander. Invloeden van grote voorgangers als Teddy Wilson, Nat “King” Cole, James P. Johnson en Art Tatum incorporeerde hij moeiteloos in zijn eigen stijl. Een stijl die bepaald overdadig genoemd mag worden. Bij Peterson is een melodie altijd een opmaat voor een bijna oeverloze reeks uitweidingen, waarbij het gehele klavier in actie komt. Maar wat een gevoel voor ritme had deze man en wat een timing. Als voorbeelden kunnen de klassiekers ‘On a Clear Day’ en ‘Soft Winds’ dienen en de wijze waarop Peterson hier leiding geeft aan het ritme. Prachtig is ook die ingetogen solo passage in ‘Young and Foolish’, dat naadloos overgaat in ‘A Time for Love’.

Het pianotrio was een vorm die Peterson bijzonder vaak koos en anders dan iemand als Bill Evans, die hier binnenkort ook voorbij komt, was Peterson de onbetwiste leider en waren bassist en drummer, hoe goed ook, toch in eerste instantie begeleiders. En Peterson wisselde daarin regelmatig van bezetting. Zo speelde hij in de jaren voorafgaand aan dit treffen in Zürich met bassist Sam Jones en drummer Bobby Durham, horen we hem begin ’71 in Parijs nog met bassist Jiri Mraz en Hayes, in Zürich dus met Pedersen en Hayes en zoekt hij in ’73 weer het gezelschap van Jones en Durham. Zestien jaar later, op 17 november 1987, zijn het bassist Dave Young en drummer Martin Drew. Maar hier aangevuld met gitarist Joe Pass, waar Peterson sinds 1973 regelmatig mee samenwerkte. ‘A Time for Love’ bevat bovendien twee Cd’s. Zoals gezegd, de stijl van Peterson veranderde nauwelijks door de jaren en is dan ook direct herkenbaar. Grootste verschil tussen de twee albums is natuurlijk Pass, die zich direct al in de opener ‘Cool Walk’ van zijn swingende kant laat horen, in een stijl die perfect past bij die van Peterson, ze werkten niet voor niets zo graag samen. En prachtig subtiel is de wijze waarop Peterson de melodie in ‘Love Ballade’ opbouwt, met passie en gevoel, terwijl verderop Pass en Young er nog een schepje bovenop doen. En laaf u aan het perfecte samenspel tussen Peterson en Pass in ‘Cakewalk’. De tweede schijf opent met ‘A Time for Love’ en een prachtige bijdrage van Pass, terwijl we hem verderop ook nog uitgebreid horen in de klassieker ‘When You Wish Upon a Star’ Een ander hoogtepunt op deze schijf is het swingende ‘Soft Winds’, het enige nummer dat Peterson tijdens beide concerten speelde.