Brûlez les meubles – L’Appel du Vide / Tardif (CD Recensie)

Het hart van Brûlez les meubles bestaat uit gitarist Louis Beaudoin-de la Sablonnière en bassist Éric Normand. Bij het Franse Circum Discs verschenen afgelopen najaar twee albums waarop dit duo te horen is, op ‘L’Appel du Vide’ aangevuld met drummer Tom Jacques en op ‘Tardif’ met Jean Derome, te horen op altsax en basfluit en met drummer en percussionist John Hollenbeck.

‘L’Appel du Vide’ is een uiterst fijnzinnig album, met een hoofdrol voor Beaudoin-de la Sablonnière die we hier solo’s ten beste horen geven, balancerend op de grens tussen abstractie en melodie. Normand valt wat minder op, maar zorgt met Jacques wel voor een heerlijke groove. Aan het eind van ‘L’ampleur des dégâts’ horen we Normand echter wat nadrukkelijker, het melodisch patroon van Beaudoin-de la Sablonnière overpakkend. Ondanks dat vooral deze gitarist soms ook wat krachtiger kan optreden, zijn de meer verstilde nummers toch het mooist. ‘Carla’ bijvoorbeeld, waarin we Beaudoin-de la Sablonnière met zijn heldere klank prachtig de melodie vorm horen geven. Prachtig klinkt ook ‘Nous ne savions pas’, klassieke jazz die de voorgangers van Beaudoin-de la Sablonnière in herinnering roept. Een ander hoogtepunt op dit album is ’16mm’, vrij abstract, maar wel voorzien van een heel duidelijke groove. Iets dat overigens ook geldt voor ‘L’Essence’ en waarin we Normand bijzonder overtuigend horen. Zoals gezegd gaat het er soms wat ruiger aan toe, bijvoorbeeld in ‘Diapositive’ waarin Beaudoin-de la Sablonnière de duistere kant van zijn instrument verkent.

Op ‘Tardif’ hebben we er, in de persoon van saxofonist Derome een solist bij. Direct in opener Balade Stoïque’ wisselen hij en Beaudoin-de la Sablonnière elkaar op boeiende wijze af, iets dat we ook bijzonder goed terug horen in ‘Malice’. Een mooi klassiek stuk is ‘A Jazz Tune | Hope’, met name vanwege het duidelijke patroon dat hier steeds weer opduikt. Up tempo stukken treffen we ook hier aan. Mooi is het bijzonder onstuimige ‘Journ​é​e p​é​dagogique’, waarin met name de rol van Derome opvalt, met heerlijk overstuurd spel. Hollenbeck laat stevig van zich horen in ‘Malange’, terwijl zijn roffels door Derome worden onderbroken. Ook in ‘Fantômes et roses’ is Hollenbeck actief aanwezig, alleen hier op een meer abstracte wijze, bijzonder zijn hier ook de unisono klankuitingen. Beaudoin-de la Sablonnière horen we met een prachtige, vederlichte solo in ‘Hiboux’, ook hier weer mooi ondersteund door Normand en Hollenbeck. Tot slot moet Normand nog worden genoemd in ‘J​’​en ai connu d​’​autres’, vanwege die prachtige solo op zijn elektrische bas.

Van beide albums zijn een tweetal nummers te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop: