Jacob Young – Eventually / Dominic Miller – Vagabond (CD Recensie)

Vandaag twee gitaristen en hun nieuwe, bij ECM Records verschenen albums, allebei vers van de pers. Jacob Young realiseerde met bassist Mats Eilertsen en drummer Audun Kleive ‘Eventually’; Dominic Miller maakte met pianist Jacob Karlzon, bassist Nicolas Fiszman en drummer Ziv Ravitz ‘Vagabond’. Beide helemaal in stijl van dit nog altijd bijzondere label.

Het is Eilertsen die we als eerste horen op het titelstuk ‘Eventually’. Uiterst beheerst en intiem. Young en Kleive voegen zich erbij, hun klanken innig met elkaar verstrengelend. Tot Young zich losmaakt om middels een vederlichte solo de melodie vorm te geven. ‘I Told You in October’ kent wat meer dynamiek en laat ons goed horen hoe blij Young kan zijn met Eilertsen en Kleive. Samen creëren ze hier een meeslepend ritmisch patroon waar Young prima raad mee weet. De ballade ‘Moon over Moon’ valt aansluitend prima op zijn plek, bijzonder intiem spel van Young, mooi ondersteund door Eilertsen. Verderop krijgt het nummer iets meer gewicht, mede door de prachtige accenten die Kleive hier plaatst. En zo wisselt Young op dit album rustige en wat meer dynamische stukken op mooie wijze met elkaar af. ‘One for Louis’ en ‘Schönstedstrasse’ zijn dan ook weer wat meer dynamische stukken, waarbij Youngs gitaarspel vooral in het laatste stuk opvalt en ‘Northbound’ vormt als wederom verstilde ballade weer een mooi nieuw rustpunt. ‘The Dog Ate My Homework’ valt een beetje tussen de twee muzikale werelden in, wat begint als een ballade krijgt steeds meer vaart. En ronduit schitterend is die solo van Eilertsen in het wederom zeer ingetogen ‘The Meaning of Joy’, gevolgd door een al even boeiende solo van Young.

‘Vagabond’ vangt met de korte opener ‘All Change’ direct dynamisch aan, Fiszman en Ravitz poken hier het vuurtje lekker op en Miller valt op met zijn zangerige spel. Direct erna zit het zeer ingetogen ‘Cruel But Fair’ waarin we in eerste instantie Miller solo horen, gevolgd door een mooie solo van Karlzon, geflankeerd door gerichte slagen van Ravitz. Nog ingetogener is ‘Open Heart’, waarin we Miller in eerste instantie wederom volledig solo horen, een bijzonder fijnzinnig gitarist, terwijl ook hier verderop Karlzon een belangrijke rol heeft. En zo blijkt dit album, ondanks de wat dynamischere opener, een bijzonder fijnzinnige te zijn, met hoofdrollen voor Miller en Karlzon en boeiende ondersteuning van Fiszman en Ravitz. Pas het zesde stuk, ‘Clandestin’ is weer wat dynamischer, met name in het spel van Karlzon. Iets dat ook geldt voor het boeiende ‘Altea’, met overigens ook mooie bijdrages van Ravitz.