Teus Nobel Acoustic Trio – After Hours / Ruben Drenth Trio – How to Gather Moss / Gijs Levelt Spoken Quartet – Down with Money (CD / Download Recensie)

In onze serie Nederlandse jazzmusici vandaag aandacht voor nieuw werk van drie trompettisten: Teus Nobel, Ruben Drenth en Gijs Levelt. Nobel eert op zijn nieuwe, bij Integral Music verschenen album ‘After Hours’, dat hij opnam met zijn nieuwe Acoustic Trio, niemand minder dan Chet Baker. Een trompettist met wiens muziek hij twintig jaar geleden vrijwel letterlijk jazz leerde spelen en die ook in de afgelopen twee decennia zijn muziek kleurde. Op dit album, dat hij maakte met gitarist Tim Langedijk en bassist Thomas Pol, horen we dan ook vooral klassiekers waar Bakers naam voor altijd aan verbonden is. Bijzonder daarbij is dat Nobel koos voor een sobere aanpak, dicht blijvend bij het origineel. Drenth vroeg, voor het in eigen beheer uitgekomen ‘How to Gather Moss’,  drummer en vibrafonist Mees Siderius en bassist Jeroen Den Daas om hem te vergezellen. En waar Nobel Baker koos als inspirator, koos Drenth voor The Rolling Stones. Tot slot hier aandacht voor de louter als download bij Zennez Records verkrijgbare EP ‘Down with Money’ van het Gijs Levelt Spoken Quartet, waarin we verder horen: Stefan Schmid op toetsen, Mark Haanstra op basgitaar en Joost Lijbaart op drums.

‘After Hours’ begint met ‘Sad Walk’, een stuk dat Baker voor het eerst opnam in 1955, in een Parijse studio. In de versie van Nobel valt direct de authentieke aanpak op, alsof we ons in die studio in 1955 bevinden, in plaats van in begin 2023. Mooi is die wat schelle klank, door met een demper te werken en die solo van Pol net iets over de helft, die Pol kan swingen, zoveel is wel zeker. ‘It Never Entered My Mind’ nam Baker slechts één keer op, in 1959, maar het stuk verscheen wel op een album dat tot de canon behoort: het bij Riverside verschenen  ‘Chet’.  Een ballade die uitstekend bij Nobel past en waarin zijn wat omfloerste, delicate geluid prachtig tot uiting komt. En het is hier ook zeker Langedijk die opvalt, door zijn zeer bescheiden, ondersteunende klanken, maar zeker ook in die solo, waarin precies die noten klinken die moeten klinken. Reeds aan de eerste noten van ‘Blues for Paul’ hoor je dat dit een veel nieuwer stuk is. En dat klopt, het is één van de twee eigen stukken van Nobel voor dit album. Verderop horen we het nummer nog een keer, maar nu aangevuld met Benjamin Herman op altsax. Herman horen we ook samen met Nobel in ‘You And The Night And The Music’, een klassieker die Baker twee keer opnam, in 1958 en in 1986. Ook dit stuk speelt Nobel met veel gevoel en mooi zoals de klanken van de twee blazers hier samenvallen. De eerste keer dat ‘Look For The Silver Lining’ door Baker werd opgenomen was in 1954, het stuk zou uitgroeien tot een echte Baker klassieker en mag dan ook op een tribuutalbum als dit niet ontbreken. En Nobel, Langedijk en Pol doen dit swingende stuk alle eer aan, een prachtige versie van deze klassieker. Imposant is dat andere stuk van Nobel: ‘No Goodbye’, dat hij schreef naar aanleiding van het overlijden van zijn vader in 2019. Zoals de titel aangeeft, gaat het hierbij vooral om de tragiek van geen afscheid kunnen nemen. Nobel verklankt het met veel gevoel, op die voor hem zo kenmerkende wijze.

Zoals gezegd liet Drenth zich voor zijn album inspireren door voor een jazz trompettist minder voor de hand liggende musici, die van The Rolling Stones. Bij dit soort onverwachte keuzes is altijd de vraag of het werkt. Voegt het wat toe aan het origineel. Welnu, we kunnen gerust zijn, de kijk van Drenth op deze klassiekers is een meer dan interessante. Het uit 1966 stammende ‘Ruby Tuesday’ hoorde u nog nooit op deze wijze, herkenbaar en tegelijkertijd opvallend fris en in deze versie pure jazz. Sterker nog, ik vind de wijze van blazen van Drenth, krachtig ondersteund door Siderius en Den Daas, vaak opvallend goed passen binnen de traditie van de New Orleans jazz, ik krijg soms sterke associaties met de marching bands. Siderius op vibrafoon mag klassieker ‘Under My Thumb’ openen, terwijl de trompet van Drenth verderop dit stuk in een geheel ander licht zet. ‘Lady Jane’ speelt Drenth volledig solo, met mooie lang uitgerekte bewegingen. Die invloed van de New Orleans jazz horen we ook bijzonder goed terug in het meeslepende en heerlijk vette ‘I Don’t’. Het uit 1972 stammende ‘Rocks Off’ krijgt van Drenth en zijn kompanen een al even bijzondere behandeling en prachtig klinkt die heerlijk duistere solo van Den Daas hier, op mooi ritmisch spel van Siderius. Bijzonder zijn ook zeker die slepende versies van ‘No Expectations’ en ‘Oh Dear’. En dan klinkt alweer het laatste nummer, ‘Mick Taylor’, waarin we heel verrassend Drenth niet op trompet horen, maar op gitaar. Een mooi, broeierig hommage aan de girarist Michael Kevin Taylor die tussen 1969 en 1974 deel uitmaakte van The Rolling Stones.

Met zijn Spoken Quartet gaat Levelt nadrukkelijk op de elektrische toer. Het heeft soms wel wat weg van de tijd waarin Miles Davis een soortgelijk pad bewandelde. We starten met het titelstuk ‘Down with Money’, waarin Levelts intieme spel opvalt, nog versterkt door de wat schelle klank, die je krijgt als je als trompettist een demper gebruikt. Schmid bedt zijn spel mooi in met zijn Fender Rhodes en synthesizers, terwijl Haanstra en Lijbaart hier zorg dragen voor een lome ritmische structuur. Met name wat verderop in dit stuk neemt Levelts muziek futuristische vormen aan. In ‘Dizzy Reprise’ ligt het tempo wat hoger. Hier valt met name het typische Fender Rhodes geluid op, mooi neergezet door Schmid en mooi gecombineerd met het straffe spel van Levelt. Verreweg het langste stuk, ‘Sofia’, roept met zijn deinende ritmiek, het lijkt wel of we op de rug van een kameel zitten, Oriëntaalse associaties op. Halverwege krijgt de ritmiek een ander karakter, nevels van klank omgeven ons, het futuristische doet hier andermaal zijn intrede.

‘Down with Money’ is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: