Marike van Dijk Nonet – Stranded / Ben van Gelder – Manifold (CD Recensie)

Vorig jaar kreeg saxofoniste Marike van Dijk van het North Sea Jazz Festival de jaarlijkse compositieopdracht. Over de uitvoering van ‘Stranded’ betoonde ook ik mij meer dan tevreden en de Cd, die natuurlijk dezelfde titel kreeg en verscheen bij ZenneZ Records, werd hier dan ook enthousiast ontvangen. Met ‘The Stereography Project’ bewees Van Dijk al eerder een eigenzinnig componist te zijn, die graag met wat grotere ensembles werkt en deze reputatie bouwt ze met dit album verder uit. Verder hier aandacht voor saxofonist Ben van Gelder, die overigens ook te horen is op ‘Stranded’. Voor ‘Manifold’, dat verscheen bij DOX Records, formeerde hij echter ook zelf een octet.

‘Stranded’ is een weerslag van Van Dijks verblijf in Australië, dat door de uitbraak van Covid-19 veel langer duurde dan oorspronkelijk de bedoeling was. Ze verbleef er in totaal tweeënhalf jaar. Die ervaring vervatte ze in een uit negen delen bestaande compositie, wat verklaart waarom we beginnen met de ultrakorte ‘Prelude to Stranded’, waarin we allereerst Amber Docters van Leeuwen horen op cello. Maar ook het hierop volgende ‘Fever Dream’ klinkt nog als inleidend. Pas in het vrij ritmische ‘Changes’ komt de band op stoom en worden we deelgenoot van de vibe, met name in handen van toetsenist Jozef Dumoulin, bassist Ruben Samama en de beide drummers, Joost Kroon en Ted Poor. Een stuk waarin we Van Dijk ook uitgebreid horen soleren. Prachtig ook het vrij ingetogen, maar orkestrale ‘Sun’, met onder andere een prachtige bijdrage van trombonist Louk Boudesteijn. In het titelstuk ‘Stranded’ combineert Van Dijk die ingetogen benadering, met verderop een vrij heftige ritmiek. Tevens laat ze hier gitarist Keisuke Matsuno schitteren in een ontregelende, sterk naar rock overhangende solo. ’25 Notes’ is een mooi voorbeeld van de grote mate van diversiteit binnen de muziek van Van Dijk. Het eerste deel heeft het karakter van een klanksculptuur, met een grote rol voor Dumoulin, die we hier horen met die voor hem zo kenmerkende en verrassende klankwereld, terwijl het tweede deel volledig wordt vorm gegeven door de twee drummers. Van Dijk als soliste, nu op de sopraansax, horen we weer uitgebreid in ‘Island Time’. Na het vrij rustige ‘Island Time Alterlude’, met een mooie bijdrage van Boudesteijn, pakt de band en dan met name de ritmesectie nog één keer uit met ‘Landed’.

Kenmerkend voor ‘Manifold’ zijn het kerkorgel, bespeeld door Kit Downes en de menselijke stem, in de persoon van Fuensanta. Instrumenten waarmee Van Gelder zijn kijk op de wereld van nu verklankt. Onheilspellende klanken produceert dat orgel, dreigende, duistere klanknevels. In ‘Deflate/Inflate’ aangevuld met Joris Roelofs‘ klanken op de basklarinet. En Fuensanta verrast met haar warme en heldere stemgeluid in het titelstuk ‘Manifold’, waarin we overigens ook Van Gelder zelf horen schitteren in een prachtige solo, waarna dat orgel op bijzondere wijze weer zijn intrede doet. Net als Van Dijk betoont ook Van Gelder zich met dit album een prima componist en ook zijn werk bezit regelmatig orkestrale allure. Wellicht is ‘Spectrum’ hiervan wel het mooiste voorbeeld, de prachtige harmonieën, de zang van Fuensanta, de overtuigende passages van de blazers, het komt hier allemaal op bijzondere wijze samen. En Roelofs horen we wederom met een prachtige solo in ‘Custodians’, dat zich verder kenmerkt door krachtig slagwerk van Antoine Pierre. Het orgel klinkt weer uitgebreid in ‘Sardona’, aanvankelijk is dit een mooi en verstild klankcollage, maar verderop loopt de spanning op en krijgen duistere nevels de overhand. Het afsluitende ‘Voice of Reason’ valt op door de bijdrages van de blazers, met een speciale rol voor Van Gelder zelf.