Debra Kaye – Ikarus Among the Stars / Time Is the Sea We Swim in (Cd Recensie)

Vandaag besteed ik hier aandacht aan de Amerikaanse componiste Debra Kaye middels twee Cd’s. Beide verschenen bij Navona Records. ‘Ikarus Among the Stars’ is al wat langer uit, terwijl ‘Time Is the Sea We Swim in’ pas onlangs verscheen. Naast opnames van haar eerste twee strijkkwartetten, uitgevoerd door het Daedalus Quartet, respectievelijk het Voxare String Quartet, vinden we ook verder voornamelijk kamermuziek. De enige uitzondering is het titelstuk ‘Ikarus Among the Stars, een opdrachtwerk van de Portland Youth Philharmonic.

Kaye’s eerste strijkkwartet, dat als titel ‘Encountering Lorca’ meekreeg, leert ons dat speelsheid bij Kaye voorop staat. Direct het eerste deel, dat eveneens die titel kreeg, natuurlijk refererend aan de Spaanse dichter Federico Garcia Lorca, klinkt opvallend ritmisch en dynamisch. Het tweede deel, ‘Wrestling with the Moon’ contrasteert hier sterk mee, hier overheerst de melancholie van de titel. Het derde en vierde deel, ‘Mouth of the Sky’ en ‘The Dance the Turtle Dreamed’ vallen wederom op door de speelse, vaak pizzicato gespeelde ritmiek. Kaye schreef haar tweede kwartet voor het vijfentwintigjarig jubileum van de Howland Chamber Music Circle en noemde het toepasselijk het ‘Howland Quartet’. In het eerste deel, “A shimmering idea…you decide to follow” valt wederom het melodische gehalte van Kaye’s muziek op, hier balancerend tussen ingetogen beweging en speelse dynamiek. Voor het bijzonder innemende tweede deel, “The beauty of the dream upon reflection”, maakte Kaye gebruik van het ‘Andante Cantibile’ uit Pjotr Iljitsj Tsjaikovski’s eerste strijkkwartet. Het derde deel heet heel toepasselijk “Danza Energico” en laat een swingend kwartet horen.

De Cd’s bevatten ook een aantal boeiende stukken voor piano solo, zoals het door Craig Ketter gespeelde ‘While We Were Sleeping’. Wat aanvankelijk bijzonder ingetogen begint, verloopt verderop stormachtig, waarbij de pianist van Kaye tevens de ruimte krijgt te improviseren. Kaye zelf horen we in ‘At Liberty’. In dit oudste stuk dat op deze albums te vinden is, het stamt uit 1988, horen we duidelijk de invloed van jazz. In het door Marta Aznavoorian gespeelde ‘The Sky is Falling’ speelt improvisatie eveneens een hoofdrol, zo blijkt uit de ondertitel: ‘Improvisation: After Elliott Carter’s Double Concerto for Harpsichord & Piano’. Een indrukwekkend stuk en prachtig gespeeld door Aznavoorian. Meer piano in ‘Call of the Dance’, alleen nu in combinatie met de fluit. We horen Carl Gutowski, die opdracht gaf tot het stuk, samen met Marcia Eckert. Met name het tweede deel ‘a deafening silence’ klinkt, door die straffe piano aanslagen, prachtig. Bijzonder is ook het pianotrio ‘Time is the Sea We Swim In’, geschreven voor het Lincoln Trio. Volgens Kaye is het stuk “an exploration of our changing perceptions of time, of how it can seem to speed up as we get older, or slow down during times of intense “being in the now.”

Nog twee stukken laat ik hier aan bod komen. Allereerst de ‘Three Zen Poems’, met name vanwege de zeldzame combinatie van shakuhachi, James Nyoraku Schlefer; altviool, David Yang en cello, Hikaru Tamaki. Kaye baseerde haar stuk op Japanse gedichten uit de vijftiende en zestiende eeuw. In twee daarvan speelt de shakuhachi een grote rol, dat we die dan ook hier horen, is dus geen toeval. Verder noteerde ik in de inleiding reeds dat de beide albums slechts één stuk voor orkest bevatten, het stuk ‘Ikarus Among the Stars’, dat voortborduurt op ‘Ikarus – Duo for Binya’, terug te vinden op hetzelfde album. Een bijzonder spannend en energiek stuk, vooral het tweede deel baart opzien.