Sound of Europe Festival – Dag 2 (Concert Recensie)

Diverse locaties, Breda – 13 april 2024

Dareyn. Foto’s: Mischa Keijser

Dit Sound of Europe Festival, verspreid over twee dagen, laat ook mooi zien hoe de muziek in ons deel van Europa de afgelopen decennia steeds kleurrijker geworden is en hoe groot de invloed van diverse niet-westerse culturen op het muzikale landschap inmiddels is. De conservatoria dragen daar overigens in belangrijke mate aan bij. Studenten van over de gehele wereld weten Nederland steeds beter te vinden en hebben nogal eens de neiging na afloop te blijven hangen. Kijk maar naar de Amsterdamse jazz scene, die inmiddels voor een groot deel bestaat uit musici van over de gehele wereld. Die musici nemen instrumenten mee die we hier niet kennen, zoals de kemancheh en de kora en anders wel ritmes en maatsoorten die we hier niet gewoon zijn. Het kwam ook gisteren op de tweede dag van Sound of Europe weer prachtig samen.

De grote verrassing daarbij was zonder enige twijfel de Zuid-Koreaanse pianiste Sujin Park. Zij verzorgde met trompettist Koen Smits, bassist Jeroen Vierdag en drummer Jasper van Hulten het openingsconcert. Direct in het openingstuk ‘Nowhere’, de eerste van een serie eigen composities, valt op wat een ongelofelijk knappe composities deze dame, die nota bene nog studeert (!) schrijft. Stuk voor stuk meeslepende stukken, met een duidelijke structuur. In vrijwel alle gevallen vormt een duidelijke groove de basis, maar veroorlooft Park zich spannende zijpaadjes en kronkelwegen. En prachtig pianospel, dat me in dat ‘Nowhere’ wel wat doet denken aan dat van Abdullah Ibrahim, al heeft Park geheel andere wortels. En wat een vondst om Smits te vragen, een idee overigens van pianist Sjoerd van Eijck, die dit project heeft geïnitieerd. Een vondst omdat zijn stijl en die van Park bijzonder goed bij elkaar passen: lyrisch, maar vooral uiterst fijnzinnig. Het komt prachtig tot uiting in ‘My Way’ dat voor een groot deel bestaat uit een duet tussen deze twee musici. En mooi zoals Vierdag en Van Hulten zich er hier bij voegen, het stuk meer dynamiek gevend. Nu al zo goed, dat belooft wat voor de toekomst, een dame om in de gaten te houden.

Joost Lijbaart

Emine Bostanci komt uit Istanbul en bespeelt de kemancheh, een instrument dat wij hier niet kennen. Het lijkt qua vorm wat op een viool, maar wordt rechtopstaand, als een cello dus, bespeeld. De klank lijkt echter op geen van beide instrumenten. Iets wat mooi duidelijk wordt omdat we in Dareyn de groep waarmee ze hier optreedt we ook de celliste Maya Fridman vinden. Verder bestaat het kwartet uit pianist Franz von Chossy en percussionist Vinsent Planjer. Alle vier musici waarvan we weten dat ze graag buiten de hokjes kleuren. De kemancheh, een gewoon instrument in het oosten van Turkije en de Kaukasus klinkt voor ons als vrij melancholiek, al bewijst Bostanci dat dit instrument zich ook prima leent voor vrij heftige passages. Het is die combinatie van muzikale sferen die dit concert en het album ‘Q.7’ bijzonder de moeite waard maakt.

De combinatie jazz, wereldmuziek en klassiek komen we ook tegen in de uitvoering van ‘Ruins and Remains’, de veelgeprezen compositie van Wolfert Brederode. Het album, verschenen bij ECM Records, viel niet voor niets bij de laatste Edison uitreiking in de prijzen. Volkomen onterecht kwam het hier nooit aan bod, zo blijkt ook nu bij de integrale uitvoering, waarin we naast Brederode op piano en Joost Lijbaart op drums en percussie, het Matangi kwartet horen in een voor hen wat ongewone rol. Het lange stuk begint en eindigt nagenoeg op dezelfde wijze, met ingetogen pizzicato spel van het kwartet, terwijl er door Lijbaart wordt gestreken, langs metalen percussie. Tussen die twee rustige momenten in voltrekt zich opvallend melancholische muziek, maar wat wil je ook met zo’n titel. Vaak verstild en introspectief, maar regelmatig ook behoorlijk dynamisch meeslepend.

Jan Galega Brönnimann, Omri Hason, Bouba Cissokho en Sophia La Rubbia.

Het tweede echte hoogtepunt, na het optreden van Park, zit voor mij vrij laat op de avond: de tweede set van de Zwitserse rietblazer Jan Galega Brönnimann, de uit Israël afkomstige percussionist Omri Hason en de Senegalese zanger, koraspeler Prince Moussa Cissokho. De ballade ‘Diber’, wat staat voor zondag, ontlokt aan Hason de opmerking dat het voor Cissokho op vrijdag, zondag is, moslim immers, voor Hason zaterdag en voor Brönnimann iedere dag, die is jazzmuzikant. Een mooi stuk dat ook nog door iets anders sterk opvalt: de dans van buikdanseres Sophia la Rubia, die het trio onlangs ontmoette in Amsterdam. “Embrace your sensuality” staat op haar kaartje, iets wat ze hier volop doet. En het inspireert een Senegalese bezoeker om in een volgende opzwepende percussie frase, waarin we ook Cissokho en Brönnimann op deze instrumenten horen, spontaan het podium op te springen! Maar wat een concert, wat een samenspel laten deze drie musici hier horen, zonder enige overdrijving en zonder enig effectbejag.