Opera Ballet Vlaanderen, Antwerpen – 10 september 2024
Niet alleen is Giacomo Puccini’s ‘Madama Butterfly’ nog altijd één van de meest geliefde opera’s, het is tevens één van de meest omstreden. Dit verhaal zo maar op de planken brengen, zonder er enige mate van kritiek in te verwerken is dan ook bijna niet meer mogelijk. Ook de Argentijnse regisseur Mariano Pensotti doet alle moeite om dit in onze ogen bijna onwaarschijnlijke verhaal in een ander licht te plaatsen. Pensotti kiest voor een raamvertelling, waarbij hij een Japanse regisseuse opvoert die de opera in het heden regisseert, niet toevallig bij Opera Ballet Vlaanderen in Antwerpen waar deze enscenering deze weken te zien is, en tijdens dat proces tegen haar eigen verleden aanloopt. Echt ingrijpen in de opera doet Pensotti echter niet, hij volstaat om middels tekst zijn verhaal te vertellen tijdens de instrumentele scènes. Veel voegt het niet toe, met name niet doordat Pensotti de kern van het probleem onvoldoende belicht: racisme. Verder niets dan lof voor deze productie met een prachtig spelend orkest, onder leiding van Daniela Candillari en een uitstekende cast, met als absoluut hoogtepunt een geweldige Anba Naqe als Butterfly, die zich prima inleeft in haar complexe personage en prachtige decors en kostuums van Mariana Tirantte.
Kolonialisme, racisme en hebzucht dat is waar deze opera, die Puccini componeerde tussen 1901 en 1903, om draait. In 1853 dwingen de VS Japan om zijn havens open te stellen voor buitenlandse handel. De industriële revolutie verloopt dusdanig succesvol dat de westerse mogendheden dringend verlegen zitten om zowel grondstoffen als een extra afzetmarkt. Japan geeft toe, een oorlog kunnen ze nooit winnen en de blanke man zet voet aan wal. Eén van hen is kapitein Pinkerton, een rol van Łukasz Załęski – Puccini baseerde zijn opera op een toneelstuk van David Belasco, die weer teruggreep op de boeken ‘Madame Chrysanthème’ van Pierre Loti en ‘Madame Butterfly’ van John Luther Long – die in Nagasaki niet alleen een huis koopt maar ook een meisje van vijftien, Cio-Cio-San, door iedereen Madame Butterfly genoemd. Een geisha die geen andere weg ziet om nog wat van haar leven te maken. Ze maakt van de nood een deugd en levert zich met haar en huid over aan deze man, ze gaat zelfs zo ver dat ze christen wordt, iets wat er toe leidt dat ze verstoten wordt door haar familie. Wat voor hem niet meer is dan onschuldig tijdverdrijf – aan het begin van de opera vertelt hij tegen de consul, Sharpless, gezongen door Vincenzo Neri, dat hij niet kan wachten tot hij met een Amerikaanse vrouw kan trouwen, verre superieur natuurlijk aan dit Japanse meisje – is voor haar een bijzonder serieuze zaak. Ze bijt zich vast in de hoop en in haar Amerikaans zijn, ook nadat Pinkerton na enige maanden er al weer vandoor gaat. Hij belooft haar terug te komen, maar doet dat natuurlijk niet. In het tweede bedrijf zijn we er getuigen van hoe pijnlijk koppig en naïef Cio-Cio-San wenst vast te houden aan haar droom dat Pinkerton terug komt en zich met haar verenigt, onder andere in die beroemde aria ‘un bel di vedremo’. Pas drie jaar later staat hij ineens voor de deur, maar haar onder ogen komen durft de lafaard niet. Inmiddels heeft hij via de consul vernomen dat hij ook een zoontje heeft. Die komt hij ophalen, hij en de Amerikaanse vrouw waar hij inmiddels mee getrouwd is en die hem op zijn reis vergezelt, kunnen immers veel beter voor dit jongetje zorgen. Cio-Cio-San geeft toe, staat het kind af en pleegt zelfmoord.
De regisseuse Maiko Nakamura, het personage dat Pensotti opvoert heeft ook Japan verruilt voor Europa, door te trouwen met een Fransman. Vrijwillig, maar wel met de gedachte dat het in Europa beter is. Net als Cio-Cio-San wil ook zij lange tijd niet zien dat dit westen ook niet alles is en ontkent ze haar Japanse wortels en de geschiedenis van haar ouders en grootouders. Als dit proces, mede aangezwengeld door de regie van deze opera, eenmaal op gang komt is het al te laat, ook zij besluit zelfmoord te plegen. Ook in haar verhaal zit racisme, zo wordt Nakamura altijd maar weer gevraagd voor deze opera, als Japanse zal ze hier wel verstand van hebben en meer van die clichés. Maar er is wel een groot verschil tussen Nakamura en Cio-Cio-San, een verschil waardoor ik Pensotti’s ingreep minder geslaagd vindt en dat is de mate van keuze. Hoe je het ook wendt of keert Nakamura is inmiddels een gevierde regisseuse die er zelf voor koos hier in Europa te blijven en hier een carrière op te bouwen, de vraag is in hoeverre dit ook opgaat voor Cio-Cio-San. Natuurlijk, ze had zich na Pinkertons vertrek kunnen laten uithuwelijken aan een andere man, waardoor ze het financieel beter had gehad, maar veel was ze daar niet mee opgeschoten. En bovendien houdt ze oprecht heel veel van hem, iets dat nog versterkt wordt doordat haar kind ook zijn kind is. Nee, haar leed is oneindig groter en wordt met name veroorzaakt door de bijzonder scheve, koloniale verhoudingen, de grenzeloze macht die de blanke man in die dagen bezat en natuurlijk door de wijze waarop er ruim een eeuw geleden tegen vrouwen werd aangekeken, ook in onze westerse wereld. Tekenend is dat de eerder genoemde Sharpless het oprecht allemaal heel erg vindt voor dit meisje, maar dat dit niet leidt tot een veroordeling van Pinkertons gedrag. Gelukkig is er inmiddels een hoop verandert, al zijn er nog te veel blanke mannen die stiekem eerder jaloers zijn op Pinkerton, dan dat ze hem veroordelen.