Opera Ballet Vlaanderen, Gent – 6 mei 2025

De naoorlogse Avantgarde componisten, als Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, Luigi Nono en György Ligeti, om ons maar even tot de meest bekenden te beperken, moesten zich verhouden tot het nazisme en het fascisme en het verschrikkelijke leed dat politici daarmee hadden aangericht. Unaniem waren ze van mening dat de cultuur van de Romantiek, die zeker in Duitsland werd verheerlijkt door de nazi’s, voorgoed ten einde was. De nieuwe tijd vroeg om een nieuwe stijl van componeren. De twaalftoonstechniek van Arnold Schönberg werd daarbij de leidraad, het serialisme was geboren. Maar waar iemand als Boulez zich afkeerde van alle verhalen en op zoek ging naar louter klank, koos Nono een andere weg. In 1924 geboren, Benedito Mussolini was reeds aan de macht, ontdekte hij reeds tijdens de oorlog dat hij andere gedachten en overtuigingen had. Na de oorlog werd hij lid van de communistisch partij in Italië en vermengde al snel de nieuwe muzikale taal met de wil om een bijdrage te leveren aan een nieuwe wereld. Eén van de beste werken in dit proces is zonder meer zijn opera ‘Intolleranza 1960’ die gisterenavond in een nieuwe uitvoering van regisseur Benedikt von Peter in première ging bij Opera Ballet Vlaanderen. Alleen te zien in Gent vanwege de wel heel bijzondere aanpak van dit stuk.
Helaas, deze opera uit 1960 is nog altijd even actueel als toen. Deze moderne klassieker opnieuw op de planken brengen is dan ook een bijzonder goede keuze, want echt veel veranderd is er sindsdien niet, sterker nog de demonen van weleer zijn actiever dan lange tijd het geval was. En het zag er allemaal zo mooi uit vlak na die catastrofe die Europa in de jaren ’40 van de vorige eeuw had geteisterd, al zag Nono dat het voor een deel schone schijn was. Italië had niet echt afstand genomen van het fascisme, iets waar ook begin jaren ’60 tegen geprotesteerd werd, de arbeidsomstandigheden waren nog steeds zorgwekkend, er was nog veel sprake van armoede en het was weliswaar in Europa vrede, maar dat gold niet voor de koloniën waar door de machthebbers nog steeds met straffe hand werd geregeerd. In die setting voert Nono ‘de Emigrant’ op, een naamloze gastarbeider, nu beter bekend als de arbeidsmigrant, die besluit om na een mijnramp – een eerste gebeurtenis die Nono in deze opera opvoert – terug te keren naar zijn vaderland omdat hij vindt dat hij daar nodig is. Zijn partner ‘De Donna’ probeert hem tegen te houden, maar vergeefs. Die terugkeer lukt echter niet zo maar, hij komt in een demonstratie terecht, wordt gearresteerd, door de politie verhoord en gefolterd en komt uiteindelijk in een strafkamp terecht. Gegevens die Nono ontleende aan zowel de beestachtige wijze waarop de Duitse Gestapo omging met andersdenkenden als aan de wijze waarop Frankrijk reageerde op de Algerijnse vrijheidsstrijd, dit om aan te geven dat het geweld altijd maar weer blijft terugkeren, zij het telkens in een andere gedaante. ‘De Emigrant’ weet samen met ‘Een Algerijn’ te ontsnappen en samen roepen ze op tot een opstand. De liefde voor een nieuwe vrouw ‘De Compagna’ sterkt hem in zijn overtuigingen. Nu blijkt echter dat ‘De Donna’ hem gevolgd is en tussen de twee vrouwen breekt strijd uit, een strijd die voor Nono staat voor de strijd tussen onwetendheid en het ontwaakt zijn, die laatste wint het gevecht. Uiteindelijk bereikt hij zijn vaderland dat net op dat moment getroffen wordt door een grote overstroming. Ondanks de catastrofe roept hij de mensen op te blijven en zelf verandering in gang te zetten. Het noodlot is echter sterker: de overstroming leidt tot een damdoorbraak en iedereen komt om.

Von Peter zag niet alleen treffende overeenkomsten met onze tijd, hij wilde ook dat wij dat zouden beleven, zouden ervaren. En koos ervoor om ons niet in de zaal te laten plaatsnemen en ons te laten kijken en luisteren naar wat er op het podium plaatsvindt, maar om ons op het podium te laten plaatsnemen, tussen de vocalisten en de leden van het koor en ons deel te laten nemen aan de avonturen van ‘De Emigrant’ en de andere actoren in dit stuk. En dus gaat na het openingskoor (“levendig is wie wakker blijft”) het doek omhoog en worden de bezoekers het podium opgeleid. Er staan stoelen, er liggen kussens en er zijn de koorleden, staand, zittend, op stoelen en op ladders. Een heerlijke chaos, ja, het duurt even voordat iedereen een plek heeft gevonden en we ‘De Emigrant’ zijn voornemen om naar huis te gaan kan uiten. Vanaf dat moment maken we deel uit van het geheel, zitten we zelf midden in die demonstratie, worden om ons heen mensen opgepakt, ik kan zelf maar net wegspringen, en achter me hoor ik iemand heel overtuigend kreunen van de pijn, als een mes snijdt het door mijn ziel. Dit is niet leuk meer! Dit is geen leuk avondje uit, Von Peter slaagt zonder meer in zijn opzet. En het gaat nog verder: ik raak mijn stoel kwijt, mag op een deken gaan liggen, in het kamp zijn immers geen stoelen, is er geen comfort. En dan de bevrijding, de revolutie. Ook daar worden we in mee gezogen, het enthousiasme van de koorleden werkt uiterst aanstekelijk. Tussendoor is er ruimte voor de liefde, voor serene momenten, ook daar slaagt Nono met zijn muziek en zang. De complexiteit van het leven, de tegenstrijdigheid van gevoelens en emoties, het is er allemaal. Tot slot is er de ramp, we zijn er getuigen van, zien om ons heen de lichamen liggen. En ook hier weet Von Peter te imponeren, je iets mee te geven van hoe het moet zijn om zoiets te ervaren, je machteloos te voelen als buitenstaander.

En dat is toch waar het voor Nono omging, niet alleen dat we geraakt worden, maar ook dat het ons aanzet tot actie. Zeker in die jaren was hij er nog van overtuigd dat we als mens kunnen besluiten om het anders te doen, in opstand te komen, ons te laten horen. En hij heeft gelijk. We moeten ons laten horen, juist nu, in deze tijd waarin democratie steeds verder onder druk komt te staan. Onlangs las ik ‘Over tirannie’ van Timothy Snyder, waarin hij twintig aanbevelingen doet om te voorkomen dat onze democratie ten val komt. Simpele dingen die we allemaal kunnen doen. En zeg nooit dat het bij ons niet kan gebeuren, want wie had ooit gedacht dat de Verenigde Staten met een president geconfronteerd zouden worden die de democratie zou afbreken? Een bijzondere ervaring dus deze uitvoering van ‘Intolleranza 1960′. Bewonderenswaardig hoe we in dit proces worden meegenomen. Aan alles is te merken dat hier heel goed over is nagedacht en dat er heel wat uren voorbereiding in zijn gaan zitten, dat alles om ons zo goed mogelijk te laten ervaren wat hier speelt, ons mee te nemen in Nono’s verhaal. Het moet gezegd dat koor en orkest, hier onder leiding van Stefan Klingele, minder goed uit de verf komen dan we gewend zijn, het klankbeeld is natuurlijk heel anders als je vanuit de zaal naar de opera luistert dan zittend op het podium, maar de ervaring maakt dit meer dan goed. De solisten, Peter Tantsits als ‘De Emigrant’ voorop, leven zich bijzonder goed in in hun rol en nemen ons mee op een zonder meer lugubere, maar tot nadenken stemmende trip.