De afgelopen dagen kwam hier de muziek voorbij van Pierre Boulez – I Solisti voerde samen met Asko|Schönberg ‘Répons’ uit – en van Luigi Nono – in Gent is ‘Intolleranza 1960’ te bewonderen. Twee componisten die het aanzien van de hedendaagse gecomponeerde muziek vergaand hebben beïnvloed, iets wat ook in hedendaags werk nog regelmatig doorklink. Eén van de bekendere labels die de toen ingezette weg nog immer een warm hart toedraagt is het Oostenrijkse Kairos Music. Daarom de komende tijd weer eens wat albums van dit label, te beginnen met wat oudere uitgaves, ze stammen allemaal van vorig jaar, met werk van zeker voor ons wat minder bekende componisten. Camilo Mendez met ‘Distant Fragments’ en Lei Liang, met ‘Six Seasons’ bijten het spits af. Gemeenschappelijk aan de twee albums is verder de bezetting: solo en duo.
De Colombiaanse componist Mendez, geboren in 1981, gaat het overduidelijk om klank, wat dat betreft lijkt zijn muziek wel wat op die van Boulez. Allereerst staan er op dit album drie uitvoeringen van ‘Mechanical Resonance I: Iredescent Resonance’. Mendez schreef het voor viool en altviool, maar biedt ook de mogelijkheid om de stukken solo uit te voeren. We beginnen met die voor solo altviool, halverwege zit die voor altviool en viool en besluiten doen we met de versie voor solo viool. We horen William Lane, respectievelijk Roberto Alonso Trillo als uitvoerders. Snelle bewegingen, spannende bewegingen ook. De muziek heeft iets als een branding: als golven komen die bewegingen op, om al snel weer te verdwijnen. Een enkele pizzicato aanslag zorgt daarbij voor de variatie. Ik kan niet zeggen dat ik de ene versie mooier vind dan de andere, al biedt die met zowel de viool als de altviool natuurlijk wel de meeste variatie. Qua klankrijkdom zet Mendez in ‘Five Fragments’ nog een extra stap, mede dankzij de preparaties en de bijzondere technieken die we de twee solisten, Charles Hon Sun Ng en Linus Fung hier horen gebruiken. Dit stuk vinden we in twee versies, die voor geprepareerde contrabasklarinet en geprepareerde altsax en die voor geprepareerde klarinet. Het derde stuk op dit album is ‘Cancion de la Distancia I’, dat we eveneens in twee versies horen die voor solo fluit, gespeeld deel Angus Lee en die voor fluit en sopraansax, waarin we Lee en Hon Sun Ng horen. Van de drie stukken is dit ‘Cancion de la Distancia I’ nog het minst abstract, soms zelfs enigszins melodieus.
Van de Chinese, maar in de Verenigde Staten woonachtige componist Liang horen we op het gelijknamige album de cyclus ‘Six Seasons’ voor viool en viola d’amore, bespeeld door Marco Fusi, aangevuld met elektronica, in handen van Charles Deluga en Liang zelf. In dit stuk neemt Liang ons mee naar de Chukchi zee, ten noorden van Alaska. De Inuit kennen geen vier maar zes seizoenen, deze zijn volgens Liang “not demarcated by a fixed calender, but by what we hear in the channging environment”. Ook hier gaat het dus primair om klank. De basis van dit kunstwerk wordt gevormd door veldopnames die Liang daar maakte, een jaar lang hing er een microfoon in het water op driehonderd meter diepte (!). Aansluitend vermengde hij de daarmee gemaakte geluiden met het vioolspel van Fusi tot deze bijzondere compositie, waarin soms bijna niet meer is uit te maken wat de oorsprong van de geluiden is. We beginnen “on 29 October 2015, just three days after new ice had started to form”. ‘New Ice’ heet het heel toepasselijk en inderdaad, je hoort het ijs krakend aangroeien in dit subtiele eerste deel. Iets dat verder gaat in ‘Darkness’, nu ontbreken alleen de spaarzame vogelgeluiden van ‘New Ice’, louter het kraken blijft over. Het derde deel is getiteld ‘Sunrise’, je hoort het leven weer terugkeren, middels een overvloed aan geluiden. Een enorm gekraak aan het begin van het vierde deel, ‘Migration’, waarna het vrij lang behoorlijk stil is. Het verdere verloop valt met name op door de bijzondere geluidswereld, voor het eerst redelijk afwijkend van het beeld dat ik heb van deze plek en de geluiden die daarbij horen. In ‘Cacaphnony’ horen we de viool van Fusi in prachtig, ook wat weemoedig klinkend spel, waarna we in ‘Bloom’ weer terugkeren naar alle geluiden onder de waterspiegel. Tot slot klinkt er nog een ‘Coda’. Qua geluidswereld geenszins afwijkend van de eerdere delen.
Beide albums zijn te beluisteren via Spotify: