Van de Amerikaanse componiste Michelle Lou bracht Kairos Music vorig jaar een album met drie Cd’s uit onder de titel ‘Near Distant’. De in 1975 geboren Lou is zowel actief als musicus, op gitaar, basgitaar en elektronica als in de rol van componist, waar dit album zich toe beperkt. Inmiddels overal ter wereld overladen met prijzen is haar muziek in Nederland volgens mij nog nauwelijks doorgedrongen. Volstrekt onterecht kan ik constateren na het beluisteren van deze box die haar veelzijdigheid prachtig tot uiting laat komen en die stukken bevat, gecomponeerd tussen 2014 en 2021. Elektronica en akoestische instrumenten vormen daarbij de rode draad, de bezetting variërend van duo’s en trio’s naar grotere ensembles.
Lou betoont zich een nazaat van de serialisten in de zin dat er ook bij haar op geen enkele wijze sprake is van een verhaal in de muziek. Waar het haar veeleer om gaat is de verhouding tussen klank en tijd. We merken het al direct in het titelstuk ‘Near Distant’ uit 2021, uitgevoerd door Ensemble Inverspace. Aan de ene kant horen we hier een vrij statische klanknevel, gevormd door de basfluit, de tenorsax en de piano en aan de andere kant horen we sterk ritmische patronen van het slagwerk. Het is een beetje alsof je tegelijkertijd op het gaspedaal en de rem trapt. In ‘Moit’ uit 2019 gebeurt al helemaal niets, een trio van percussionisten en elektronica, Line upon line percussion, creëert een gestaag noise landschap, met verderop een trage ritmiek, als van een stampende machine. Het ruim een half uur durende ‘Opal’ voor saxofoon, percussie en elektronica, uitgevoerd door Scapegoat, klinkt nog veel subtieler. Het is alsof we een wandeling maken door een sprookjesachtige omgeving, vol onwezenlijke, soms ook wat verontrustende geluiden. Die laatste nemen overigens toe gaandeweg het stuk, evenals de dynamiek.

De tweede Cd vangt aan met het door gnarwhallaby uitgevoerde ‘heart/lung (v. 2)’. Een uiterst disruptief stuk, waarin krachtige, industriële noise het klankbeeld bepaalt, verontrustende muziek. Dit is dan ook geen muziek die je in eerste instantie met hedendaags gecomponeerd associeert, eerder met experimentele elektronica en industrial. Helemaal bijzonder wordt het als tegen het einde die noise storm wordt afgewisseld met een bijna sprookjesachtig patroon van elektronische bliebjes. Distractfold speelt aansluitend ‘Telegrams’, voor basklarinet en elektronica. Lou maakt hier duidelijk gebruik van feedback, zo een bevreemdend effect toevoegend aan de klankwolken van de basklarinet. Klankwolken die uiteindelijk een langzaam pulserende regelmaat aannemen. ‘Burial’, gespeeld door Ensemble 2e2m lijkt, ondanks dat de bezetting nu groter is, wel wat op het hierboven genoemde ‘Near Distant’, ook hier wisselt Lou een vrij statisch klanklandschap af met ritmische patronen. Iets wat ook in dit geval de muziek een sterke spanning verleent. En redelijk bevreemdend dat er dan ineens een bijna romantische strijkersmelodie opdoemt, dat is wel het laatste wat je hier verwacht.
De derde schijf opent met ‘heart/lung (v. 1), eveneens voor ensemble en ook dit deel wordt uitgevoerd door gnarwhallaby. Het gaat er iets rustiger aan toe dan in deel twee, al is ook hier sprake van noise. En soms waait er een vrij krachtige, stormachtige wind. En ook hier doemen die meditatieve bliebjes weer op, de chaos op aangename wijze doorbrekend. Alsof een veelvoud aan balletjes alle kanten op stuitert, al doet het ook wel wat denken aan een deur die langzaam open gaat, zo klinkt ‘crocodiles’, eveneens uitgevoerd door Distractfold. En je zou zweren dat je hier percussie hoort, maar nee, alle geluiden komen van drie strijkers, een gitaar en een elektrische bas. Geen idee hoe ze het doen, maar het klinkt bijzonder opwindend. En ook met deze bezetting kun je prima noise maken, zo bewijst het verdere verloop. Bij ‘Sections 1-20’ voor elektrische gitaar en cello valt eveneens het percussieve karakter op. De snaren worden danig geteisterd en knarsend en krakend worstelen de twee musici van Wastel.And zich door de materie. Tot slot klinkt het oudste stuk, het uit 2014 stammende ‘untitled three part construction’, voor accordeon en twee percussionisten, uitgevoerd door Trio K/D/M. Door de ritmiek is het een wat vreemd stuk, waar echter alle kenmerken van Lou’s muziek die we tot nu zijn tegengekomen reeds herkennen. Een boeiende kennismaking met een bijzondere componist.
Het album is te beluisteren via Spotity: