Beaty Heart – Till the Tomb (CD Recensie)

hoty-pack‘Till the Tomb’ het tweede album van het uit Zuid-Londen afkomstige Beaty Heart is weliswaar al weer enige maanden oud, maar goed genoeg om in deze kolommen alsnog aandacht aan te schenken. De elektronica heerst op deze plaat evenals het ritme en het drietal is er wederom in geslaagd een boeiend werkstuk af te leveren dat weliswaar overwegend opgewekt klinkt, maar nergens oppervlakkig wordt.Meeslepend is ‘Raw Gold’, dat ook als single verscheen. Afwisselend rustig als een hartslag en wat feller van toon neemt het trio ons mee. Het trio bestaand uit Josh Mitchell – naast de zanger ook de gitarist, Charlie Rotberg en James Moruzzi, beide drummer. Moruzzi vult verder de tweede stem in en alle drie bedienen ze de voor het geluid van dit trio zo belangrijke elektronica. Mitchell heeft een prachtige, ietwat hoge stem en zeker met Moruzzi’s tweede stem erbij klinkt de zang zeer innemend en overtuigend. Onder andere in ‘Glazed’ en ‘Green Grease’ komt dit bijzonder mooi tot uiting. De muziek heeft ook zeker een link met Afrikaanse muziek. Hetzelfde ‘Green Grease’ getuigd hiervan. Mitchell zegt over die invloed in een interview met Muzify: “Ik ben zelf opgegroeid in Zuid-Afrika, dus ik ben daar blootgesteld aan veel van zulke muziek. Vooral op de universiteit raakten we nog meer in de ban van Afrikaanse muziek. We vonden een blog over Afrikaanse muziek, waarop een of andere gast uit Brooklyn allerlei tapes verspreidde. Daar luisterden we zoveel naar dat het bijna een religie werd, haha.”

Bekijk hier de video van ‘Raw Gold’:

Ook titelsong ‘Till the Tomb’ is de moeite waard. Het ritme klinkt hier bijna aarzelend, gebroken en past bij de ietwat getormenteerde zang van Mitchell, als een barst in het glimmende oppervlak. Het gebeurt op meer plaatsen, bijvoorbeeld in ‘U Say’. In het eerder genoemde interview zegt Mitchell daar over: “Het nieuwe album omarmt het grijs wat meer, het heeft een wat donkerdere kant. De ontsnappingsdrang aan de realiteit is iets dat iedereen heeft in zijn tienerjaren of vroege twenties. Je raakt in die periode heel makkelijk in de war van het leven en het kost wat tijd om je aan te passen aan die manier van leven.”

Gelukkig maar, het zorgt ervoor dat het album de benodigde spanning mee krijgt, contrasterend met de overwegend vrolijke uitstraling van de muziek.