Alban Berg – Wozzeck (Concert Recensie)

Nationale Opera en Ballet, Amsterdam – 18 maart 2017 

alban-berg-0Is het toeval dat uitgerekend in de week dat de sociaal democratie de grootste nederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen in de Nederlandse geschiedenis lijdt, Alban Berg’s ‘Wozzeck’ weer op de planken staat? In een volledig nieuwe enscenering van regisseur Krzystof Warlikowkski, als onderdeel van het Opera Forward festival, een initiatief van de Nationale Opera en Ballet. Want dat is in de kern waar deze opera toch eigenlijk omdraait: de verheffing van de arbeider, de vrijheid. Toeval is het zeker, maar dan wel een toeval dat tot nadenken stemt.

Alban Berg zag het toneelstuk van Georg Büchner waar hij zijn opera op baseerde in 1914, hij was toen 29 en besloot ter plekke dat hij hier een opera op zou maken. De titel ‘Wozzeck’ verwijst naar een soldaat, Woyzeck genaamd, die op 27 augustus 1824 in Leipzig door onthoofding ter dood werd gebracht omdat hij zijn vrouw had vermoord. Hij werd de hoofdpersoon van Büchners toneelstuk en Bergs opera.

Met ‘Wozzeck’ creëerde Berg een zeer verontrustend en intens verhaal waarin hij de kijker / luisteraar met meer vragen achter laat dan dat hij hem antwoorden meegeeft. Het is ook een bijzonder verhaal omdat het in wezen een geschiedenis behelst die ver van zijn belevingswereld afstond. ‘Wozzeck’ speelt aan de onderkant van de maatschappij, terwijl Berg zelf van de hoogste klasse van de Oostenrijks-Hongaarse samenleving deel uitmaakte. Zijn familie was verre van onbemiddeld en hij trouwde met de buitenechtelijke dochter van de keizer Frans Jozef, Helene Nahowski. Maar één ding herkende Berg onmiddellijk in het toneelstuk en het zal beslist één van de redenen geweest zijn dat hij het stuk omarmde. Marie en Wozzeck hebben een kind, zonder getrouwd te zijn. Een schandaal in die tijd, waar Berg zelf reeds ervaring mee had opgedaan. Op zijn zeventiende had hij reeds een kind verwekt bij een dienstmeid, die natuurlijk direct uit zijn buurt werd gehouden. De pijn van het niet kunnen zien van zijn dochter voelde hij nog altijd en ‘Wozzeck’ kan dan ook gerust als een vorm van catharsis worden gezien.

wozzeck-1600x900-9
Wozzeck (Christopher Maltman) en Marie (Eva-Maria Westbroek)

Het is een interessante figuur die Wozzeck. Hij is soldaat, in deze versie van Warlikowski kapper en verdient het één en ander bij door zich te lenen voor experimenten van een arts en her en der nog wat bij elkaar te scharrelen. Altijd net te weinig verdienend om te leven. Die armoede hangt als een donkere wolk boven de opera. En Berg maakt op perfecte wijze, via de muziek en de handeling helder hoe slopend het is om continue in armoede te leven. Gekmakend, letterlijk. Want dat het niet goed gaat met Wozzeck is wel duidelijk. Er wordt door zijn kapitein en de dokter flink de draak mee gestoken maar de problemen van Wozzeck zijn wel degelijk zeer ernstig. Hij hoort stemmen, hallucineert en sluit zich steeds verder af van zijn omgeving. Het enige dat hij nog heeft is Marie. Alleen Marie is de armoede eveneens meer dan beu en als er zich dan een kans voordoet om haar lot te verbeteren middels een militair met een beter salaris slaat zij haar slag. Wozzeck tot wanhoop gedreven ziet uiteindelijk geen andere weg dan haar te doden. Dan slaat de gekte echter volledig toe en in de totale waanzin verdrinkt hij zich in hetzelfde meertje als waarin hij het mes waarmee hij Marie heeft gedood gegooid heeft.

Maar Berg vertelt meer dan een schokkend verhaal. Hij stelt middels zijn personages ook klemmende vragen en legt een aantal gruwelijke inconsequenties bloot. Wie zijn hier nu bijvoorbeeld gek? Wozzeck? Hij heeft problemen, zoveel is zeker. Maar aan de andere kant, hij doet wel zijn best om iets van zijn leven te maken. Het is schrijnend om te zien hoe hij daar maar niet in slaagt en stank voor dank krijgt. Maar hij geeft wel weer al zijn geld aan Marie terwijl hij weet dat ze het met de majoor houdt. Marie dan? Is het gek dat je je leven wilt verbeteren? En hoe wanhopig moet je zijn om daar iemand van wie je houdt voor opzij te zetten? De kapitein en de dokter dan. Zij vinden zichzelf zeer bijzonder, maar erg empathisch zijn ze niet. Zo roept de kapitein reeds helemaal aan het begin van de opera:
“Wozzeck je ziet er altijd zo opgejaagd uit!
Een goed mens doet dat zo niet.
Een goed mens,
die een goed geweten heeft,
doet alles rustig.”
Waarna de kapitein hem verwijdt een kind te hebben terwijl hij niet getrouwd is. Wozzeck’s antwoord is aangrijpend:
“Geld! Geld! Als je geen geld hebt!
Probeer dan maar eens op een morele manier een kind op de wereld te zetten!
Wij zijn ook van vlees en bloed!
Ja, als ik een heer was en een hoed had en een horloge en een lorgnet en als ik deftig kon praten,
dan zou ik ook wel deugdzaam zijn!
Het is vast een mooi iets, de deugd kapitein.
Maar ik ben een arme kerel!
Ons soort mensen trekt toch aan het kortste eind op aarde net zo goed als in de andere wereld.
Als wij ooit in de hemel komen, dan kunnen we vast helpen donderen!”

Een bijzonder pijnlijke passage waarin Berg en Büchner voor hem, genadeloos de vinger op de zere plek legt. Hij doet dat verderop bij monde van de dokter nog een keer. Die dokter die zo in de ban is van de wetenschap en zijn eigen glorie dat hij Wozzeck louter nog als object kan zien. Intussen tegen hem zeggend:
“De natuur, Wozzeck! De mens is vrij!
In de mens wordt individualiteit getranscendeerd tot vrijheid!”
Het is wellicht wel de sleutelzin in de opera. Een grotere gotspe is moeilijk denkbaar!

wozzeck-1600x900-2
Nieuw Amsterdams Kinderkoor in de slotscène met Jacob Jutte, Marie’s kind achter het aquarium.

Dat ‘Wozzeck’ inmiddels een klassieker is geworden, gerekend wordt tot de belangrijkste opera’s uit de geschiedenis en zeker van de vorige eeuw moet deels aan het bovenstaande worden gewijd. In nog geen anderhalf uur tijd weet Berg van Wozzeck en Marie mensen te maken van vlees en bloed, waarmee we ons kunnen en moeten identificeren en die ervoor zorgen dat ons de rillingen over de rug lopen. Hij heeft daarvoor de juiste scenes gekozen uit Büchners toneelstuk maar bovenal heeft hij er de juiste muziek bij gecomponeerd. Volstrekt nieuwe muziek op de grens van het moderne. ‘Wozzeck’ kon pas ontstaan in de jaren van de eerste wereldoorlog met de muzikale doorbraak van de Tweede Weense School. Die muziek, op de grens van welluidend en angstaanjagend, van romantisch en shockerend, is de muziek die past bij een opera met deze zeggingskracht. Het absolute hoogtepunt is de scene waarin Wozzeck Marie de keel doorsnijdt. Een zeer langgerekte, aanzwellende en ontstellend huiveringwekkende toon gevolgd door het meest pijnlijke slagwerk dat we ons kunnen voorstellen. En dat twee keer. Hier gaat iemand dood. En het snijdt dwars door de ziel, zoals het nog nooit door de ziel heeft gesneden. En dan het slot. Het blijft fenomenaal. Marie is dood, Wozzeck is dood. Alleen het kind is er nog, dat overigens in de opera geen naam heeft!
Kinderen die onderling met elkaar praten, terwijl er één tegen het zoontje zegt:
“Hé! je moeder is dood!”
En tegen elkaar:
“Ze ligt daarginds, op het pad, bij het meertje.
Kom we gaan kijken.”
Getraumatiseerd als het kind is kan het niets anders uitbrengen dan het eindeloos herhalen van “Hop!” Pijnlijk en nog pijnlijker als we de zacht klinkende muziek in gedachten nemen.

wozzeck-1600x900-5
Marie en haar kind

Het Nederlands Philharmonisch Orkest levert intussen een prestatie van formaat en dirigent Marc Albrecht laat duidelijk horen een meer dan bijzondere band met deze opera te hebben. Zijn lezing is een zeer indrukwekkende. Hij gaat het drama geenszins uit de weg en weet menige zenuw bloot te leggen. Christopher Maltman is als Wozzeck fenomenaal. Hij weet op zeer overtuigende wijze de man zijn vertwijfeling en waanzin neer te zetten en Eva-Maria Westbroek zet een prachtige Marie neer. Een femme fatale met een breekbaar hart. Een vrouw die iets van haar leven wil maken en tegelijkertijd een moeder die het beste voor haar kind wil. Al die tegenstrijdige emoties, ze maakt ze als geen ander invoelbaar.

Inmiddels zijn we een eeuw verder en staat deze opera weer op de planken. Het merendeel van de toeschouwers weet eveneens niet wat armoede is. Gelukkig maar. We zijn rijker dan ooit. Maar ook nu zijn er nog mensen die armoede voelen, dag in dag uit. Die er gek van worden, even gek als Wozzeck en zijn Marie. Die sociaal democraten hebben we vrees ik nog steeds nodig.