Zeitkratzer – Serbian War Songs / Oneirika (CD Recensies)

Het in Berlijn gevestigde Zeitkratzer is met geen enkel ander ensemble te vergelijken als het gaat om de diversiteit aan muzikale output. Het in wisselende samenstellingen opererende ensemble onder leiding van dirigent en pianist Reinhold Friedl beweegt zich in uiteenlopende genres als hedendaags gecomponeerd, avant-garde jazz, experimentele elektronica en wereldmuziek. Getuige ook twee recente albums, waarbij de eerste gewijd is aan Servische liederen uit de Eerste Wereldoorlog en de tweede een live opname van het ensemble met avant-garde icoon Elliott Sharp bevat.

Op ‘Serbian War Songs’ is een belangrijke rol weggelegd voor de drie gastvocalisten: Svetlana Spajić, Dragana Tomić en Obrad Milić die de onze ogen soms omstreden liederen vertolken. Zo is ‘Kad oblaci krenu s mora’, oftewel ‘When the Clouds come from the Sea’ een hulde aan Gavrilo Princip die op 28 juni 1914 de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand vermoordde en daarmee een belangrijke aanzet gaf tot de Eerste Wereldoorlog. En verwacht hier nu geen klassiek lied zoals gebruikelijk in die jaren. Nee, Zeitkratzer begint hier met een bak herrie, gevolgd door de drie stemmen die dit lied gedragen en vol drama zingen. Regelmatig onderbroken door het wild te keer gaande ensemble. Het effect van deze daad die tot op heden door dendert benadrukkend. In ‘Atentat u Sarajevu’, ‘Assassination in Sarajevo’ dat eveneens handelt over die gebeurtenis op die 28ste juni, speelt Milić een hoofdrol, als zanger, maar ook met zijn spel op de gusle, een éénsnarige knieviool. Het is een interessant stuk met name door de rol die het ensemble speelt. Gaandeweg horen we steeds sterker een soort van drone, een onderstroom die de zang van Milić wegdrukt en uiteindelijk nagenoeg onverstaanbaar maakt. De onderstroom van de tijd die een ooit belangrijke gebeurtenis steeds verder doet vervagen.

Heel bijzonder is ook ‘Mačkov kamen’ over de veldslag die hier geleverd werd tussen 19 en 22 september 1914 en waarbij het Servische leger een zware nederlaag leed. Het stuk is in de zeer ritmische en bezwerende katalica stijl en wordt ook hier weer op aparte wijze begeleid door het ensemble. Schrijnend klinkt ‘Kad ja podem zemlju branit’, ‘When I go to War’. “Wat gebeurt er met jou moeder, zuster als ik er niet ben?” Het wordt met grote intensiteit gezongen en ook als je van het Servisch geen woord verstaat en dat geldt voor de meeste van ons, voel je aan alles dat het hier een klaagzang betreft. In ‘Dode Svabo’, ‘Shvabo Came’ weet het ensemble de ellende van de Servische soldaat perfect te verklanken. De rillingen lopen je over het lijf in dit stuk. ‘Ide Petar preko Albanije’, of ‘The King Peter Song’ verhaalt over de terugtrekking van het Servische leger via de Albanese bergen. Het stuk klinkt heroïsch met die bijzondere zang, de slagen op de grote trom en het geluid van de Franse hoorn.

Zeitkratzer en Elliott Sharp hebben reeds sinds 1997 contact met elkaar en rijgen met ‘Oneirika’ dat werd gemaakt in opdracht van het Berlijnse Märzmusik Festival in 2014 een nieuwe parel aan de ketting. De titel van dit uit tien delen bestaande stuk, dat terug te voeren is op het Grieks, betekent zoiets als ‘dromerig’. Het stuk klinkt weliswaar als een lange improvisatie, maar dat is hier niet het geval. Sharp maakt hier wel degelijk gebruik van een partituur maar laat aan de andere kant het ensemble voor een belangrijk deel vrij bij het geven van de invulling. Sharp zelf horen we zowel op tenorsax als in de rol van gitarist, naast dat hij het ensemble dirigeert.

Muzikaal creëert Sharp hier samen met Zeitkratzer een boeiende muzikale wereld die gesitueerd kan worden ergens tussen hedendaags gecomponeerde muziek en free jazz in. Muziek die zich vaak met een enorme dynamiek aan ons openbaart, waarbij Sharp zijn tenorsax op scherp zet. En soms juist heel ingetogen, zoals in het vijfde en zesde deel. Opvallend in dit zesde deel is de prachtig ritmische cellosolo van Anton Lukoszevieze die steeds een stukje verder reikt. Bijzonder is ook het verdere verloop waarin het ensemble in een soort van marsritme terecht komt, maar dan wel één van het gemankeerde soort. Maar de muziek nadert het kookpunt in het achtste deel. Op een beukend ritme horen we Sharp in een prachtig overstuurde saxsolo, gevolgd door een meesterlijk ritmische Frank Gratkowski op basklarinet. Eindigen doet het ensemble in het tiende deel in stijl. We horen Sharp op elektrische gitaar, vergezeld van de musici van Zeitkratzer, een spannende geluidswereld creërend.

Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: