Mary Jane Leach (Concert Recensie)

Museum Vleeshuis, Antwerpen (Sound in Motion) – 30 september 2018 

Foto’s: Hans van der Linden

Onder de titel ‘(From) Bach to the Future‘ organiseert Sound in Motion in de maanden september en oktober een vijftal concerten waarin de muziek van de Barok wordt geconfronteerd met de muziek van nu. En de invloed van die stijlperiode blijkt groter dan we wellicht vaak denken. Bijvoorbeeld op het werk van de uit New York afkomstige componiste Mary Jane Leach die sinds eind jaren ’70 deel uit maakt van een groep componisten die we gerust als minimalisten kunnen aanduiden.

Denk daarbij ook aan geestes- en leeftijdsgenoten als Julius Eastman, Arnold Dreyblatt, Arthur Russell, Ellen Fullman, Peter Zummo en Philip Corner. Componisten en in veel geval ook zelf actief als musici die meer geïnteresseerd zijn of waren in de eigenschappen van geluid an sich dan in melodie en harmonie. Vaak en dat geldt zeker ook voor de muziek van Leach heeft deze een sterk repeterende structuur en het daarbij behorende bedwelmende effect.

Maar Leach laat zich zeker ook inspireren door het verleden. De grootmeester uit de Barok, Johann Sebastian Bach komt voorbij in het uit 2007 stammende ‘Bach’s Set’ en de Renaissance componist John Dowland vinden we terug in ‘Dowland’s Tears’ uit 2011. Maar ook in de stukken waarin Leach niet direct reageert op het verleden, is deze wel voelbaar. Dat is bijvoorbeeld het geval in ‘Pipe Dreams’ en ‘Lake Eden’, beiden uit de tweede helft van de jaren ’80.

Deze stukken klinken allemaal in een speciaal aan deze componiste gewijde avond in Museum Vleeshuis, de vaste locatie voor deze serie concerten. Leach is er zelf bij, leidt het concert in en luistert met veel genoegen naar de uitvoeringen waarvoor Sound in Motion een bijzondere groep musici bijeen heeft gebracht. Een aantal van hen zijn ons zeker bekend, maar dan meer vanuit de jazz en de vrije improvisatie dan vanuit de gecomponeerde muziek. Slagen doen ze echter met glans al zegt fluitist Jan Daelman na afloop wel dat dit concert betekende dat hij “uit zijn comfort zone moest stappen.”

In ‘Dowland’s Tears’ en ‘Bach’s Set’ hanteert Leach een zelfde procedé. Eén fluitpartij, in ‘Dowland’s Tears’ wordt live gespeeld, zeven andere partijen staan op tape. Samen vormt het een verdicht klanklandschap dat als ondergrond dient voor de live gespeelde melodie. In ‘Bach’s Set’ doet Leach hetzelfde maar dan met een cello, hier in handen van Eline Duerinck. In beide gevallen levert dit bijzondere effecten op, waarbij de melodie minstens zo belangrijk is als de klanken die we tegelijkertijd horen.

In ‘Lake Eden’ en ‘Pipe Dreams’ speelt melodie vrijwel helemaal geen rol en gaat het nagenoeg geheel om klank. ‘Lake Eden’ dat Leach schreef “for open instrumentation” horen we hier voor gitaar, Frederik Leroux; harp, Marjolein Vernimmen, harmonium, Heleen Van Haegenborgh, fluit en cello. Met name het harmonium zorgt hier voor een constante drone waar de andere instrumenten een aanvulling op vormen. Aan het begin met fragiele, bijna terloopse klanken. Gaandeweg raakt de muziek steeds verdicht om dan langzaamaan weer af te zwakken tot aan het eind nagenoeg dezelfde klanken klinken als aan het begin. Voor ‘Pipe Dreams’ maakte Leach opnames met het orgel van de Sankt Peter in Keulen in de tijd dat ze daar woonde en rangschikte deze tot een collage van wonderlijke klanken dat hier klinkt met bijpassende video. Een kleurrijk palet dat loopt van piepend hoog tot diep laag. Een geluidskunstwerk als een abstract klankschilderij.

Beluister en bekijk hier ‘Pipe Dreams’: