John Cage – Atlas Eclipticalis / Wintermusic

Orgelpark, Amsterdam – 19 januari 2019

John Cage

Wellicht is John Cage wel het meest beroemd (en berucht) door zijn compositie 4’33” uit 1952, waarbij de musicus, vaak een pianist, alles doet behalve spelen en dat gedurende exact 4 minuten en 33 seconden. Maar muziek klinkt er volgens Cage: alle geluiden die er in die tijd te horen zijn. In ‘4’33” voerde Cage ver door waar hij zijn gehele leven als componist mee bezig zou blijven: hoe muziek los te maken van de conventies. Ook ‘Atlas Eclipticalis’ en ‘Wintermusic’, hier uitgevoerd, in het Amsterdamse Orgelpark, door een gelengeheidsensemble onder leiding van Reinier van Houdt, vallen daar onder.

‘Atlas Eclipticalis’ ging in 1961 in première tijdens een concert van de Montreal Festival Society die Cage de opdracht had gegeven. De titel ontleende Cage aan zijn inspiratiebron: de sterrenatlas ‘Atlas Eclipticalis 1950.0’, in 1958 uitgebracht door de Tsjechische astronoom Antonín Becvár. Wat Cage vervolgens deed was in wezen vrij simpel. Hij legde notenbalken over de kaart en tekende punten op de plekken van de sterren. De onderlinge verhoudingen vertalend naar een compositie. Daarbij nam hij als uitgangspunt de sterkte van het licht  van de ster, hoe sterker het licht, des te dikker en groter de punt. Verder rangschikte hij de verkregen punten in clusters, ‘events’ van 1 tot 10 noten, verdeeld in twee groepen. Maataanduidingen zijn er niet, louter de aanduiding piano of forte, wat hij toekende aan de hand van de I-Tsjing. Ook de instrumentatie is vrij, met een minimum van één en een maximum van 86. Cage gaf als instructie: “to be played in whole or part, any duration, in any ensemble, chamber or orchestral”.

Een fragment uit de parituur van Atlas Eclipticalis

Het stuk wordt vaak uitgevoerd in combinatie met ‘Winter Music’ uit 1957. Ook dat is typisch iets voor Cage. Bij meerdere composities geeft hij deze aanduiding. Overigens mag ‘Atlas Eclipticalis’ ook samen met ‘Song Book’ worden gespeeld, iets wat minder vaak wordt gedaan. ‘Winter Music’ schreef Cage voor 1 tot 20 piano’s – waarbij er hier gekozen is voor 1 piano, bespeeld door Van Houdt – en ook hier geeft Cage de uitvoerder bijzonder veel ruimte in welke delen worden gespeeld.

Dit ensemble, 11 solisten, heeft aan het Orgelpark een prima locatie. De akoestiek is meer dan goed en wordt hier optimaal benut door de musici verspreid over de grote ruimte op te stellen. En dan klinkt de muziek 80 minuten lang. En bij het beluisteren kun je niet anders stellen dan dat het experiment van Cage is geslaagd. Het is inderdaad net of je op je rug in het gras naar de sterren ligt te kijken. Zoals je naar de sterren kijkt: heldere en minder heldere, daar geclusterd, daar een eenzame, daar twee, … zo klinkt de muziek. En net als er in die sterrenhemel geen patroon zit, zit die ook niet in de muziek, tenzij je dat er zelf in aanbrengt. Er is dus geen melodie, geen ritme, geen begin of eind, geen progressie, dus al helemaal geen verhaal. Er is louter klank en stilte, en ook dat is klank. En 80 minuten is lang zonder al dit en gek genoeg ook totaal niet. Want ineens is het gedaan, waarbij het einde even onverwacht invalt als dat het stuk begon. Van Houdt en de zijnen hebben in de tussentijd een krachttoer geleverd en Cage en zijn ideeën volledig recht gedaan.