New European Ensemble – Gérard Grisey & Justin Christensen (Concert Recensie)

De Link, Tilburg – 19 februari 2019

Gérard Grisey, die reeds op 54 jarige leeftijd in 1998 overleed, behoort zonder meer tot de belangrijkste vernieuwers binnen de hedendaags gecomponeerde muziek door het creëren van een volstrekt eigen stijl: het spectralisme, die inmiddels breed navolging heeft gekregen. Binnen dat spectralisme geldt ‘Vortex Temporum’, uit 1994 als één van de hoogtepunten. Dankzij het New European Ensemble was dit stuk nu ook te horen bij De Link in een meer dan prachtige uitvoering. Verder stond ‘Arguments against Motion’ op het programma, een stuk van de Canadese componist Justin Christensen, één van die componisten die sterk beïnvloed is door Grisey.

Twee gebeurtenissen in het leven van Grisey zou je als belangrijke momenten in die ontwikkeling naar spectralisme kunnen benoemen. De eerste is het winnen van de Prix de Rome, waardoor hij tussen 1972 en 1974 mag verblijven in de Villa Medici in Rome. Daar ontmoet hij Tristan Murail. Het leidt tot de oprichting van een componistencollectief: L’Itinéraire in 1973, waarvan ook Roger Tessier en Michael Levinas deel uit maken en waar later Hugues Dufourt zich nog bij aansluit. Een tweede belangrijke stap in zijn ontwikkeling is zijn studie aan het IRCAM (Institut de Recherche et Coordination Acoustique/Musique) in 1980, waar hij gaat deelnemen aan de cursus computermuziek. Grisey – en het geldt tevens voor de andere componisten binnen L’Itinéraire – gebruiken deze elektronica voor het analyseren van de klank. Wat zijn nu precies tonen en hoe hangen ze onderling met elkaar samen en nog belangrijker: een toon is geen vast gegeven en de scheiding tussen de tonen al helemaal niet.

De leden van het New European Ensemble zoals aanwezig in De Link, uitgezonderd Pepe Garcia linksachter.

‘Vortex Temporum’ vormt een prachtige illustratie van deze wijze van werken. Een arpeggio van enkele seconden uit ‘Daphnis et Chloë’ van Maurice Ravel wordt hier uitgerekt tot een stuk van bijna 45 minuten! De titel geeft ons nog meer aanwijzingen voor wat ons te wachten staat. Het woord ‘Vortex’ staat in de aerodynamica voor een spiraalvormige luchtstroming waar volgens Grisey de luisteraar in meegezogen wordt. Hierbij gaat het stuk dus ook over de begrippen tijd en ruimte en de beleving van deze toestanden. Het stuk begint met dat arpeggio, maar dan wel verwrongen, dat een groot aantal keren wordt herhaald maar wel iedere keer net even iets anders klinkt. Dat stukje Ravel wordt met andere woorden volledig uit elkaar gehaald tot de kleinste bouwstenen, die vervolgens weer als basis dienen voor een nieuwe muzikale wereld waarin het primair gaat om het beleven van klank. Daarbij werkt Grisey veelvuldig met de noten tussen de noten, zo is de piano gestemd in kwarttonen. En de luisteraar wordt, conform Grisey’s bedoeling absoluut meegezogen, bijvoorbeeld in de passsage waarin we worden getrakteerd op krachtige klankerupties van de piano, afgewisseld met korte, spanningsverhogende stiltemomenten. Die piano, hier voortreffelijk gespeeld door Hanna Shybayeva, speelt sowieso een belangrijke rol in dit stuk als vaak ritmische aanjager, terwijl de drie strijkers en de twee blazers wolken van abstracte klank produceren. Bijvoorbeeld vlak na die eerder genoemde pianopassage. Spookachtige klinken de drie strijkers, waarna de basfluit en de klarinet aansluiten. Verderop zit nog zo’n boeiend moment. Op een trage ritmiek op de piano, aanslagen in het lage register, creëren de overige vijf leden een verfijnd weefsel van vloeiende klanken. Bedwelmend dit stuk, met name door de traagheid. In een volgend moment horen we het vortex-effect weer: korte klankerupties die elkaar in een snel tempo opvolgen. Bijzonder in de klankwereld van Grisey is ook het brede klankspectrum dat hij hanteert, van de extreem lage tonen van de basklarinet, de cello en de piano tot de zeer hoge van piano en piccolofluit. Groots is het einde: de piano klinkt als een beierende klok terwijl de strijkers en blazers het geluid van de wind laten horen. Heel langzaam dooft het uit.

Christensen is in zijn muzikale taal beslist geïnspireerd door Grisey. Ook hij werkt in ‘Arguments against Motion’ met microtonaliteit en gebruikt diverse technieken om stil te staan bij de begrippen tijd en ruimte. Bijvoorbeeld door lang uitgesponnen frases vrij plotseling te laten volgen door ritmische versnellingen en dan even zo snel weer terug te schakelen. Een langzame passage voelt dan ineens langzamer aan dan hij in werkelijkheid is. Zo ongeveer als dat 50 km per uur rijden als heel langzaam aanvoelt als je net van de snelweg afkomt. In die langzame delen creëert Christensen overigens prachtige, transparante wolken van trillende klanken en het is bijzonder hoe hij de diverse klanken van de instrumenten met elkaar laat vervloeien. Het heeft op hoogtepunten het effect van een zwerm vogels die voorbijtrekt: het geluid zwelt aan en ebt weer weg.

Dat het New European Ensemble het zich met deze stukken allesbehalve gemakkelijk maakt, wordt tijdens dit concert meer dan duidelijk. Beide werken worden echter met veel overtuiging en enthousiasme gebracht en men weet de boodschap van de beide componisten: klank zet dingen in beweging, uitstekend over te brengen.