Canadian Composers Series – deel 4 (CD Recensie)

In deze recensie aandacht voor de twee overgebleven Cd’s uit de serie ‘Canadian Composers’ van Another Timbre. Alex Jang en Lance Austin Olsen geven ieder op geheel eigen wijze vorm aan de hedendaagse gecomponeerde muziek. Beiden hebben daarbij een voorliefde voor elektronica. Bij Olsen uit zich dit het meest direct in composities waarin dit centraal staat, bij Jang werkt het veel indirecter, daar hoor je die voorliefde terug in de klank van zijn akoestische stukken. 

Het april nummer van het Engelse Wire Magazine bevat een special over leren in de muziek en dan met name over de invloed van musici op elkaar. Ik moest hieraan denken toen ik op de website van Another Timbre een stuk van het interview met Jang las waarin hij vertelt hoe belangrijk de vader van een vriendinnetje voor hem was op zijn twaalfde. Deze man had een grote collectie synthesizers en LP’s en bracht Jang in contact met elektronische hedendaags gecomponeerde muziek. Later, als hij naar de University of Victoria gaat, volgt het componeren. Vier voorbeelden, waarvan de oudste dateert uit 2014, vinden we hiervan terug op het album. Twee solostukken, een triostuk en een kwintet. ‘Momentary Encounters (5)’ is een stuk voor klarinet, aangevuld met veldopnames. We horen hier dus redelijk wat omgevingslawaai: het geluid van rijdende auto’s, spelende kinderen, vogels, en dergelijke, doorsneden met korte frases van telkens één noot, subtiel geblazen door Heather Roche, één van de leden van Apartment House dat tekent voor de uitvoering van deze vier stukken. Ook in het andere solostuk. ‘A Grey, Bent Interior Horizon’ betoont Jang zich een minimalist. Met slechts een minimaal aantal noten, de stiltes duren langer, creëert hij hier spanning. Gitarist Cristián Alvear speet het met veel aandacht. ‘Any Three Players’ wordt hier uitgevoerd door de bijzondere combinatie van melodica, vibrafoon en cello en is een al even intiem stuk. De klank van de drie instrumenten vlecht Jang op een prachtige en zeer subtiele wijze in elkaar. Hetzelfde realiseert het ensemble met ‘Distributed Tourism’ voor kwintet. Ook hier betoont Jang zich een meester in het combineren van klanken tot een subtiel geheel.

Lance Austin Olsen heeft een achtergrond als beeldend kunstenaar – hij maakte beide schilderijen op de hoezen van deze Cd’s – iets dat ook van invloed is op zijn muziek. Drie van de vier stukken op ‘Dark Heart’ hebben een grafische partituur als basis. ‘Theseus’ Breath’, krijgen we in twee versies. De eerste, eveneens uitgevoerd door Apartment House, is een duister, ietwat mysterieus stuk, mede dankzij de rollende donder die de percussionist produceert en het piepende geluid van de viool. Dank zij de grafische partituur verschillen de stukken van elkaar als dag en nacht. Er is immers niets gegeven, want zoals Olsen zelf zegt: “The Theseus’ Breath’ tracks use one of my paintings as a graphic score, though I didn’t paint it with this intention, and didn’t send the musicians any notes or instructions for interpretation.” De tweede versie wordt uitgevoerd door een gelegenheidsensemble en heeft een veel intiemere sfeer. Het titelstuk ‘Dark Heart’ baseerde Olsen op veld- en gitaaropnames van de Noorse musicus Terje Paulsen die hij mengde met een tape van een oud radiohoorspel en aanvulde met eigen muziek. Ook dit stuk doet de titel alle eer aan, mede dankzij industrieel aandoende geluiden.

‘A Meditation on the History of Painting’ is eveneens gebaseerd op een grafische score. Olsen zelf maakte met veldopnames, percussie, gitaar en stem een stuk op basis van een score van de Venezolaanse componist Gil Sansón, die hetzelfde deed met een score van Olsen. Het is een subtiele compositie geworden dat inderdaad een meditatieve kant heeft.