Donnacha Dennehy – The Last Hotel (CD Recensie)

‘The Last Hotel’ was de eerste opera van Donnacha Dennehy en Enda Walsh. Een opname hiervan verscheen onlangs bij Cantaloupe Music. Bij vlagen briljant, maar soms ook verzandend in niet ter zake doende zijwegen die de duidelijkheid niet ten goede komen. Iets waar de tweede opera, ‘The Second Violist’, die tijdens het laatste Opera Forward Festival zijn Nederlandse première beleefde, eveneens last van had.

De twee opera’s hebben veel met elkaar gemeen. In beide gevallen gaat het om relaties tussen mensen en het onvermogen om daar goed vorm aan te geven. De opera’s van Dennehy, mede dankzij de libretto’s van Walsh bewegen zich op kleinschalig niveau, met de perikelen tussen een beperkt aantal individuen, in ogenschijnlijk alledaagse situaties. Met de nadruk op ogenschijnlijk. In ‘The Last Hotel’ draait het om een echtpaar: ‘husband’ en ‘wife’ geheten en een alleenstaande vrouw, ‘woman’, alle drie gasten. Gaandeweg het verhaal ontwikkelt zich een bizarre plot: de vrouw is naar het hotel gekomen om zelfmoord te plegen en het echtpaar is met haar mee, om haar te helpen en bij te staan.

Aan ouvertures doet Dennehy niet en dus vallen we direct in het verhaal, de echtgenoot die de kamer, ze zijn net gearriveerd, bekijkt. Heel herkenbaar. Direct valt op dat Dennehy muzikaal prima past op Cantaloupe Records en dus te midden van componisten als Michael Gordon, David Lang en Julia Wolfe die allemaal doorborduren op de erfenis van minimal music. Een stijl van muziek waar het Crash Ensemble in beide opera’s uitstekend vorm aan weet te geven.

Uit de dialoog tussen de alleenstaande vrouw en de man in de bar blijkt dat de vrouw zich heeft aangewend haar ongeluk met drank te verdoven en even later, krijgen we, middels een  monoloog op haar kamer mee, dat ze in dit hotel een einde aan haar leven wil maken. Dennehy verklankt de emoties hier verstild en intiem. Hetzelfde doet hij even verderop als tijdens de lunch blijkt dat het echtpaar ook zo hun problemen heeft, de twee zijn volledig uit elkaar gegroeid. De solo van de vrouw, buiten tijdens het roken van een sigaret, heel toepasselijk ‘Breathe deep’ geheten, is mede dankzij Katherine Manley, één van de hoogtepunten van de opera. Als de man,een prachtige rol van Robin Adams even later aaneen stuk door opschept over zijn huis, begin je te beseffen waar het probleem zit, onderstreept door heftige muziek van het Crash Ensemble. Die wordt nog heftiger als we bij de sleutelscène zijn beland, waarin de zelfmoord van de vrouw als een generale repetitie wordt geoefend! Claudia Boyle schittert aansluitend als de vrouw in een diep emotionele solo. In de daarop volgende dialoog tussen de beide vrouwen begin je je af te vragen wie er nu eigenlijk het meest ongelukkig is, maar juist dat gegeven blijkt een band te smeden tussen hen, het mag echter niet baten de vrouw wil hoe dan ook dood, iets dat zich aan het eind van de opera op aangrijpende wijze voltrekt.

Bekijk hier een korte impressie van de opera: