November Music 2019 – Deel 6 (Concert Recensie)

Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch – 8 november 2019

Enno Poppe. Foto: Harald Hoffmann

Door de faam die November Music in de loop van de jaren heeft opgebouwd, slaagt het festival er steeds beter in om de wereldtop naar Den Bosch te halen. Niet alleen wereldvermaarde componisten als Helmut Lachenmann vereren ons met hun bezoek, ook internationaal gerenommeerde musici en ensembles weten de weg nar Den Bosch te vinden. Stond vorig jaar Klangforum Wien op het podium, dit jaar mochten we het Ensemble Modern verwelkomen.

Binnen de hedendaags gecomponeerde muziek behoort dit ensemble uit Frankfurt, dat in 2020 veertig jaar bestaat, tot de absolute wereldtop. Dat was ook gisteren weer hoorbaar onder leiding van de Duitse componist en dirigent Enno Poppe die eveneens zijn sporen inmiddels ruim verdiend heeft. Met name de uitvoering van het pianoconcert van György Ligeti, waar de componist zes jaar lang mee worstelde, zal ons nog lang bijbleven. Iets dat overigens zeker ook te danken was aan pianist Imri Talgam die met grote allure de bijzonder lastige solopartij voor zijn rekening nam. Een deel van de inspiratie voor dit concert haalde Ligeti bij de Amerikaanse componist Conlon Nancarrow, die bekend werd door zijn composities voor de player piano. Direct aan het begin van het concert horen we die invloed in een duivels enerverende pianopartij. Bijzonder in dit eerste deel is dat diverse groepen binnen het orkest intussen hele andere muzikale wegen bewandelen in veel lagere tempi, iets dat een vervreemdend effect genereert. Tot deze wervelwind aan klanken plots stil valt en we alleen een drone-achtige structuur van de contrabas overhouden, waar even later de piccolo en de fagot zich bij voegen tot een opvallend harmonieus geheel, culminerend in die voor Ligeti zo typische klankwolken. In het derde deel kiest de componist voor een vergaande vorm van muzikale complexiteit, zijn inspiratie halend uit de chaostheorie. Op vernuftige wijze schuift hij diverse muzikale lagen hier over elkaar. Het slotdeel begint fragmentarisch, tot Ligeti ook hier op zeer boeiende wijze de diverse elementen in elkaar schuif tot een veelkleurige, caleidoscopisch geheel.

Imri Talgam. Foto: Jean-Baptiste Millot

Het ensemble bracht ook twee wereldpremières mee. Van Iris ter Schiphorst hoorden we ‘Assange –  Fragmente einer Unzeit’ en van Zeynep Gedizlioğlu klonk ‘Nacht’. Ondanks het feit dat Ter Schiphorst Nederlandse wortels heeft, wordt haar muziek hier nog nauwelijks gespeeld. Geheel onterecht zo wordt ons duidelijk bij ‘Assange – Fragmente einer Unzeit’. Het stuk gaat natuurlijk over Julian Assange, maar dan vooral als metafoor voor de aantasting van onze persoonlijke vrijheid. Veelzeggend is een citaat dat Ter Schiphorst in haar stuk gebruikt, middels een sample, naar aanleiding van Assanges arrestatie: “Journalism is not a crime in the US, not yet.” Ter Schiphorst weet de verwarring en onrust die bij dit onderwerp hoort op prachtige wijze muzikaal vorm te geven. Donkere klanken, waarin contrabas, contrafagot en basklarinet een hoofdrol spelen, zorgen voor de juiste sfeer; sterk ritmische, vaak tot een zeer heftige climax leidende passages, zetten de zaak op scherp en de sopraan Sarah Maria Sun zorgt met haar vaak fonetische vocale klanken beslist voor een extra dimensie in dit spannende stuk. ‘Nacht’ van Gedizlioğlu heeft een geheel andere sfeer. De Turkse componiste vangt in haar stuk de nacht in al zijn facetten. Opvallend is allereerst het muzikale materiaal waar de componiste mee werkt en dat nogal fragmentarisch aandoet. Soms zeer zacht en subtiel, op andere momenten stug, rauw en soms ongenaakbaar. De fragmenten wisselen elkaar af, gescheiden door stiltes, volgens Gedizlioğlu de cruciale momenten in dit stuk. Een ander belangrijk element is het gefluister van de musici, ieder op hun eigen tempo, iets dat het stuk een vreemde sfeer verleent.

Foto: Vincent Stefan

Het concert begon met ‘Scherben’ van Poppe zelf. Een stug en ongepolijst werk waarin Poppe een grote diversiteit aan verschillende klankwerelden bij elkaar brengt. Niet in een logische volgorde, maar juist sterk van elkaar verschillend, met abrupte overgangen en vreemde verspringingen. Maar ook binnen de fragmenten schuurt het en zet Poppe ons continu op het verkeerde been. Absoluut geen gemakkelijk stuk, nog voor de luisteraar, nog voor de uitvoerende musicus. Het tekent de kwaliteit van dit ensemble dat het zich, onder leiding van de meester zelf, zonder kleerscheuren door deze materie heen weet te werken.