James Weeks – Windfell (CD Recensie)

James Weeks‘ in 2017 gecomponeerde ‘Windfell’ ontstond door een verzoek van de violiste Mira Benjamin, met wie Weeks al eerder had gewerkt. Schrijven voor viool was niet zo zeer een uitdaging, Weeks’ vrouw is violiste, maar de duur van het stuk was dat beslist wel: “even so, an hour is a crazy amount of time for one player and I spent a long time before I started, trying to imagine what I could do to fill it.” Maar het stuk kwam er en werd onlangs op Cd uitgebracht door Another Timbre

De Engelse componist James Weeks wist al vroeg dat componeren zijn vak zou gaan worden. Vanaf het moment dat hij zong in het kerkkoor ontvlamde de liefde. Al spoedig merkte hij dat naast de polyfone Renaissance muziek, die hij zong in het koor, hij ook de moderne componisten kon waarderen. Het leidde tot een jaar les bij Michael Finnissy op zijn zeventiende, een liefde voor de meer abstracte muziek van onder andere John Cage en een zoektocht naar de brug tussen gecomponeerd en geïmproviseerd. Allemaal elementen die in dit ‘Windfell’ terugkomen.

Het stuk begint uiterst subtiel met voorzichtige grepen, sporen van klank, gescheiden door stiltes. Toch zit er vanaf het allereerste begin structuur in, op een vertraagd ritmische wijze. Dan komen er hoge strijkbewegingen bij, haast opstijgend uit het vage klanklandschap. Gaandeweg verschuift er iets, de hoge klanken worden langgerekte strijkbewegingen, eerst eenvormig, later kleurrijk – klinkend als het fluiten van de wind – eveneens gescheiden door stiltes. We beginnen de titel te begrijpen. Verderop wordt die hoge toon een constante, een drone, met prachtige microtonale resonantie. Benjamin vult het vervolgens aan met vocale klanken, een tweede stem.

Na ruim 20 minuten schakelen we weer even terug naar het zoekende spel van het begin, alleen nu in een hoger volume en wederom zijn het de hoge noten die deze klankwereld doorkruisen, klinkend als de ijle wind. Benjamin speelt dit met een verbluffende fijngevoeligheid. Straffer wordt het na een half uur, als we ferme strijkbewegingen – en let ook hier weer op de resonantie – voorgeschoteld krijgen, wederom gecombineerd met prachtige vocale klanken, leidend tot een verdichte, hallucinerende klankwereld. Na ruim 50 minuten zoekt Weeks weer de subtiliteit in de vorm van een geluid dat veel weg heeft van stromend water, aangevuld met een hoge, snerpende fluittoon. Het vormt een boeiend einde van een overweldigend stuk.

Beluister een fragment van dit album via Bandcamp: