Erik Satie – Socrate (CD Recensie)

Sommige componisten danken hun faam aan slechts een klein aantal werken, waardoor we bijna zouden vergeten dat ze nog veel meer gecomponeerd hebben. Noem bijvoorbeeld de naam Erik Satie en we denken direct aan de Trois Gymnopedies en de Gnossiennes, beiden uit het begin van zijn carrière als componist. Satie schreef echter veel meer, onder andere voor toneel. Eén van die stukken is ‘Socrate’, dat onlangs weer eens subliem werd opgenomen door de sopraan Olalla Alemán en pianist Guy Vandromme voor Wandelweiser Records.

In de drie delen van het in 1919 gecomponeerde stuk, ‘Portrait de Socrate’, ‘Bords de l’illusus’ en ‘Mort de Socrate’, zette Satie teksten van Plato over Socrates op muziek. Vanzelfsprekend in dialoogvorm, dat deed Plato immers altijd in zijn teksten. Het was een opdrachtwerk, dit ‘Socrate’. Van de princesse de Polignac, een weldoenster van Amerikaanse komaf, geboren Winnaretta Singer, maar wonende in Parijs. En ja, ze was een erfgename van het naaimachine-imperium.

In het eerste deel, ‘Portrait de Socrate’, horen we Alemán allereerst de woorden van Alcibiades verklanken, die rept over Socrates’ verdiensten. Wat al snel opvalt in dit stuk is dat er eigenlijk vrijwel niets gebeurt. In de tekst zit wel een vorm van handeling, maar die vinden we in de muziek nergens terug. Aléman zingt bijna sprekend, met weinig kleur in haar stem en al helemaal geen dramatische expressie en de pianonoten kabbelen in haar kielzog. Vreemd genoeg verandert dat vrijwel niet in het tweede deel, ‘Bords de l’illusus’, dit terwijl deze dialoog tussen Socrates en Phaedrus zich daar prima voor leent. Dat alles heeft niets te maken met de kwaliteiten van deze beide musici, maar alles met de, zeker voor die tijd, onorthodoxe wijze waarop Satie dit stuk heeft vormgegeven.

Wars van iedere vorm van dramatisch effectbejag gaat Satie tot het uiterste in zijn minimalisme. Met slechts een handvol pianonoten en een stem die op geen enkele wijze mag schitteren, bereiken de musici de laatste fase, Socrates’ dood, dat ruim achttien minuten in beslag neemt. En hier klinkt alles nog kaler en triester dan in de eerste twee delen. En toch, saai is dit geenszins. In tegendeel, juist door deze minimale aanpak, slaagt Satie. Maar laten we wel wezen, zo musiceren vraagt bijzonder veel van de uitvoerders. Aléman en Vandromme kwijten zich met volledige overgave van deze taak en zetten hier een prestatie van formaat neer. Opvallen door niet op te vallen noemen we dat.

Beluister hier het derde deel, ‘Mort de Socate’: