Catherine Lamb & Johnny Chang – Viola Torros Project / Catherine Lamb – Point/Wave (CD Recensie)

De sinds 2013 in Berlijn woonachtige Amerikaanse altvioliste en componiste Catherine Lamb is aan een gestage opmars bezig. Twee recente albums bij Another Timbre en één bij Hubro Music bieden ons een uitgebreide kennismaking met het idioom van deze boeiende musicus. In deze recensie daarom allereerst het vorig jaar verschenen ‘Viola Torres Project’, waarin we haar, samen met altviolist en componist Johnny Chang, horen in de rol van arrangeur en altviolist, maar ook ieder met een eigen stuk. In een tweede recensie komen dan  ‘Point/Wave’ en ‘Parallaxis Forma’ aan bod.

Viola Torres?

Lamb koos vanaf het begin van haar carrière voor een eclectische aanpak. Zo onderbrak ze haar opleiding aan het conservatorium in 2003 om Hindoestaanse muziek te gaan studeren in Poona,, India. Aansluitend studeerde ze bij James Tenney en Michael Pisaro, verbonden aan CalArts in Los Angeles. Componisten die haar stijl van werken zouden gaan bepalen. Ze studeerde verder in New York, bij Eliane Radigue in Parijs en werkte intensief samen met de Indiase componist Mani Kaul. Het is in Berlijn dat ze Chang ontmoette, die haar in contact bracht met het werk van de componiste Viola Torres, althans zo gaat het verhaal. Zo zou ze geleefd hebben in de elfde eeuw, geboren in de Indus vallei. Zeer ongewoon voor die tijd, en zeker voor een vrouw, was dat ze de halve wereld afreisde. We weten volgens deze componisten bijvoorbeeld vrij zeker dat ze enige tijd in Andalusië heeft gewoond. Ook muzikaal lijkt ze haar tijd ver vooruit te zijn geweest, al hebben we louter fragmenten die Lamb en Chang hebben verwerkt tot twee stukken ‘V.T. Augmentations’. Mijn reserves bij het bovenstaande hebben te maken met het feit dat informatie over deze componiste op internet nergens te vinden is. Alleen op de site van Wandelweiser vinden we een pagina. Is het dan toch fictie?

Veel maakt het niet uit. Belangrijker is dat met ondersteuning van Bryan Eubanks voor elektronica en de stemmen van Antoine Beuger, Yannick Guedon, Deborah Walker (in het eerste deel), Rebecca Lane, Annie Garlid en Margareth Kammerer (in het tweede deel)  de twee hiermee een boeiend stuk brengen, dat qua sfeer  zeker past bij de muziek van de elfde eeuw. De drone-achtige altviool partijen en de nauwelijks hoorbare vocale klanken zijn hier kunstig met elkaar verweven tot patronen die ons zowel herinneren aan het Gregoriaans, de muzikale stijl van die tijd binnen de religieuze muziek, als aan volksmuziek uit midden Europa. Maar ook Torres’ Indiase wortels, muziek waar Lamb inmiddels meer dan vertrouwd mee is, horen we hier overduidelijk terug.

Op de tweede Cd van dit dubbelalbum horen we allereerst ‘Citaric Melodies III’ van Chang. Die Citaric Melodies, sterk beïnvloed door de Arabische muziek, past Chang aan naar aanleiding van de bezetting van het ensemble dat het stuk speelt. Het Japanse Suidobashi Chamber Ensemble speelt als derde dit stuk, vandaar nr. 3. Bij deze wijze van werken past ook dat Chang de musici louter een aantal richtlijnen geeft en verder veel ruimte biedt voor eigen interpretatie. Ook Chang blijkt met dit stuk uiterst bedreven in het creëren van meditatieve klanklandschappen, waarin op prachtige wijze wordt gewerkt met de timbres van de diverse instrumenten, die in kleurrijke, resonerende golven de ruimte vullen. ‘Prisma Interius VI’ van Lamb kent een wat duidelijkere melodieuze structuur. De op zichzelf staande delen van ‘Prisma Interius’ hebben met elkaar gemeen dat er gebruik wordt gemaakt van de door Lamb en Eubanks ontwikkelde secondary rainbow synthesizer, in wezen een systeem dat middels resonantie geluid vervormt. Hier het geluid van de altviool van Lamb en Chang. Verderop laat Lamb die rol spelen door cellist Derek Shirley. Een ander boeiend element in dit stuk is de wijze waarop Lamb omgevingsgeluiden nadrukkelijk onderdeel maakt van haar stuk en op dezelfde wijze als het geluid van de altviool door de synthesizer haalt.

Beluister via Bandcamp V.T. Augementation I en een deel van Lambs ‘Prisma Interius VI’: