Radio Filharmonisch Orkest – John Adams (Concert Recensie)

Concertgebouw, Amsterdam (NTR Zaterdagmatinee) – 7 maart 2020

John Adams. Foto: Verm Evans

Een overzichtje achter in het programmaboekje laat zien dat het niet voor het eerst is dat componist en dirigent John Adams voor het Radio Filharmonisch Orkest staat tijdens het NTR Zaterdagmatinee. Sterker nog, sinds  hij dit voor het eerst deed in 1995 kwam hij regelmatig terug, voor het laatst in 2017. Speelde hij toen echter, naast eigen werk, stukken van Aaron Copland en Igor Stravinsky, het programma van vandaag bevat louter werk van de componist Adams zelf. ‘I still dance’ en zijn derde pianoconcert dat de prachtige titel ‘Must the Devil Have All the Good Tunes?’ meekreeg, beleven daarmee  hun Nederlandse première, terwijl na de pauze de klassieker ‘Harmonielehre’ klinkt.

‘I still dance’ schreef Adams voor zijn collega dirigent en vriend Michael Tilson Thomas  en diens partner de voormalige turner Joshua Robison. Vanaf de eerste noten ontvouwt zich hier een deinend ritmische klankwereld van over elkaar schuivende klankpanelen. Tevens maakt Adams melodische uitstapjes, die echter nergens echt worden uitgewerkt. Het blijft bij boeiende aanzetten in dienst van die hechte deinende structuur. Prachtig klink ook het exotisch aandoende slagwerk dat verderop een vrij prominente rol speelt. Een zeer enerverend stuk dat door dit orkest op de bekende enthousiaste wijze wordt uitgevoerd.

Foto: Vikingur Ólafsson. Foto: Ari Magg

‘Must the Devil Have All the Good Tunes?’ dat  Adams in 2018 schreef ter gelegenheid van het eeuwfeest van het Los Angeles Philharmonic bestaat uit één deel, al zijn er wel verschillende muzikale werelden te onderscheiden. De solist is direct zeer aanwezig met een motief dat ons herinnert aan de vroege jazz.  Vikingur Ólafsson, die het stuk onlangs ook de Franse première bezorgde, zet het krachtig, maar ook zeer precies neer. De cello’s en de contrabassen komen erbij en er ontvouwt zich een ritmisch pulserend patroon, doorspekt met romantische frases, iets dat we wel het handelsmerk van Adams mogen noemen. In het middendeel treedt de rust in. De altviolen en de houtblazers creëren sfeervolle klanknevels en Ólafsson geeft de verstild subtiele pianopartij, een fragiele melodie, prachtig vorm. Dan sluipt verderop het ritme er weer in, opgepikt door de piano en uiteindelijk de strijkers en culminerend in een krachtig slot, bezegeld door een slag op het klokkenspel.

Adams’ ‘Harmonielehre’ stamt uit 1985 en is inmiidels uitgegroeid tot een hedendaagse klassieker. Een stuk waarin het wezenskenmerk van Adams’ muziek optimaal naar voren komt en dan doelen we op het eclectische van zijn muziek. Een eclecticisme zoals we dat alleen bij Amerikaanse componisten tegenkomen en waarin de diverse bepalende stijlen binnen de klassieke muziek van deze eeuw samengaan met de invloed van jazz, blues en pop. We horen de minimal music van componisten als Steve Reich en Philip Glass, maar ook de invloed van de vroege Arnold Schönberg – iets waar de titel ‘Harmonielehre’ naar verwijst  – en die van Jean Sibelius en Igor Stravinsky. Alleen al in dat zeer pakkende, staccato gespeelde begin van ‘I’ vinden we al die werelden samengebald terug. En welke componist is zo goed in staat om ritme en harmonie op zo’n pakkende wijze samen te binden als Adams in dit deel? Met een aantal prachtige vondsten als die ritmisch blazende tuba’s en het ritmisch patroon van de marimba, geflankeerd door die harmonisch zoemende strijkers. Deel 2, ‘The Amfortas Wound’ dan, waarin Adams het duister waar het eerste deel meer eindigt, doortrekt. Een grote spanning stijgt er op vanuit de pauken en de contrabassen, waarna de cello’s tot een melodie komen. In dit prachtige klankschilderij ontdekken we de invloed van Sibelius, die eveneens in staat was om zijn muziek een mystieke lading mee te geven. Prachtig ook die melodie van de hoorns, waarna dit deel zijn climax bereikt in bijna gillend hoge noten, afgewisseld met donderend pauken geweld. Het slotdeel, ’Meister Eckhardt and Quackie’ vangt aan met een vederlicht minimalistisch motief, waarin met name piano, celeste, twee harpen en licht slagwerk voor de inkleuring zorgen. De strijkers komen erbij en heel geleidelijk voert Adams de spanning op, voelbaar vormgegeven door dit toporkest. Heftig slagwerk is daar en dan eindigt het stuk met een daverend slotakkoord.

Het concert is zoals altijd terug te luisteren via NPO Radio4.